Week 1
Rechtsfilosofie: normatief, maar soms ook descriptief/beschrijvend
Descriptieve vragen vooral door Hart en Legal Realism.
Verschil Dudley and Stephens en Spelucean Explorers: bij Dudley stemde het slachtoffer niet in met
de procedure, in Spelucean stemde het slachtoffer in met het dobbelspel.
Natuurrecht kon vooral bereikt worden in een tijd waarin veel meer consensus was over normen en
waarden, goed en kwaad.
Keen scheidt zijn privé mening en zijn mening/taken als rechter (rechtspositivisme bij uitstek).
Wetspositivisme: alleen de wet
Rechtsposivitisme: naast de wet ook jurisprudentie.
Tekst week 1: Fuller, The Case of the Speluncean Explorers
Casus: Fictieve zaak die speelt in de toekomst, gebaseerd op casus The Queen v. Dudley and
Stephens. Groep speleologen komt vast te zitten in een grot. Reddingsoperatie is in gang gezet,
maar het blijkt onmogelijk om hen tijdig te bevrijden. Wel is er communicatie mogelijk via een
radio. Zo kwamen de speleologen na twintig dagen gevangenschap te weten dat de reddingsoperatie
nog tenminste tien dagen zou duren. Hun proviand was echter beperkt en onvoldoende om nog tien
dagen te kunnen overleven. Via de radio zeggen artsen dat hun overlevingskansen zouden toenemen
als zij een van hen zouden doden en opeten. Ze doen een dobbelspel wie er opgegeten wordt. Toen
de speleologen na tien dagen levend uit de grot werden bevrijd, bleek dat zij een van hen, een
zekere Whetmore, hadden gedood en opgegeten.
1. In The Case of the Speluncean Explorers voert Fuller een rechter genaamd Foster ten
tonele (p. 620 e.v.). Deze rechter komt tot de conclusie dat de verdachten (de speleologen die
hun collega Whetmore hebben gedood en opgegeten) niet schuldig zijn aan moord in de zin
van §12A N.S.C.A.
a. Welke argumenten voert Foster aan om zijn standpunt te onderbouwen? Noem zijn twee
belangrijkste argumenten.
1) Foster beargumenteert ten eerste dat het positieve recht niet toepasbaar is in deze situatie. Hij
stelt dat er in dit geval een hoger recht geldig is, het natuurrecht, dat het positieve recht aan de kant
zet. Het positief recht is namelijk gevestigd op voorwaarde dat de mens een sociaal wezen is, dat
streeft naar samenleving met anderen. Als deze situatie onmogelijk is, als mensen niet in een
samenleving met elkaar kunnen coëxisteren, verdwijnt de voorwaarde waarop ons positieve recht
gebouwd is. Daarmee ontvalt ook de grondslag aan de geldigheid van ons rechtssysteem, en is
§12A N.S.C.A. niet van toepassing.
Voor de speleologen was het onmogelijk om in een samenleving met elkaar te coëxisteren. De
voorwaarde voor het sociale contract dat er met de overheid gesloten is, op basis waarvan positief
recht geschapen is, valt daardoor weg. Hierdoor bevinden ze zich niet in een burgerlijke toestand,
maar in een natuurtoestand. In de natuurtoestand geldt niet het positieve recht van Engeland, maar
de fundamentele beginselen die voortvloeien uit de menselijke natuur.
Het doden van Whetmore was niet alleen gerechtvaardigd op grond van deze beginselen, maar ook
vanwege het “contract” dat de mannen met elkaar sloten: iedereen had ingestemd met het opeten
van een persoon, en Whetmore had dit nota bene zelf voorgesteld. De mannen hadden als het ware
zelf een sociaal contract opgesteld om vreedzaam te kunnen coëxisteren, nu het positieve recht, de
vroegere burgerlijke toestand, weggevallen was.
, 2. Daarnaast: Als het positieve recht wel zou gelden, is er in de jurisprudentie bepaald dat het recht
op zelfverdediging bestaat. Daarnaast strookt het niet met het doel van strafrecht; afschrikking,
omdat deze mannen dit altijd zouden doen in deze situatie. De mannen zouden dan niet schuldig
zijn aan moord. Teleologische interpretatie, respecteert het positieve recht om tot het hogere doel
van natuurrecht te komen.
b. Aan welke bestaande rechtsfilosofische theorie ontleent Foster zijn argumenten? Leg uit.
Het natuurrecht. Hij zegt dat het positief recht niet toepasbaar is op deze zaak omdat er een hoger
recht geldt: het natuurrecht. Hij gelooft daarnaast in de contracttheorie: individuen hebben een
sociaal contract gesloten: ze hebben de overheid aangewezen om natuurlijke rechten op onpartijdige
wijze toe te passen. Er vindt een overgang plaats van de natuurtoestand (state of nature) naar een
burgerlijke toestand (state of civil society).
Indien het positieve recht in strijd komt met het natuurrecht, ontvalt de grondslag aan het sociaal
contract, valt de legitimiteit van de overheid weg, ontvalt de grondslag van het staatsgezag, en
herleeft de natuurtoestand: dan herkrijgt ieder zijn oorspronkelijke recht van eigenrichting. Het
natuurrecht zet het positieve recht dan aan de kant. Dit betekent voor de speleologen dat ze niet
schuldig zijn aan moord, omdat er een hoger natuurrecht geldt, dat deze (positieve) wet aan de kant
zet.
c. Welke interpretatiemethode hanteert Foster om het verbod op moord zoals neergelegd in
§ 12A N.S.C.A. uit te leggen? Leg uit.
De teleologische interpretatiemethode. Hij zegt dat er in de toepassing van wetten niet gekeken
moet worden naar de letterlijke bewoordingen (grammaticale interpretatiemethode), maar dat er
naar het doel van de wet gekeken moet worden. Er is namelijk een uitzondering op het verbod op
moord, zelfverdediging, die ook niet letterlijk in de wetstekst staat. Deze uitzondering is er, volgens
Foster, omdat het doel van het verbod op moord bestaat om mensen te weerhouden van het plegen
van moorden, het afschrikken. Als iemand aangevallen wordt, zal hij zich altijd verdedigen, wat er
ook in de wet staat. In dat geval is het doel van de wet, het afschrikken, dus niet aan de orde. Foster
stelt dat hetzelfde geldt in deze situatie: als er ooit een groep mannen in dezelfde benarde situatie
verkeert als de mannen in casu, zullen zij hun beslissing om in leven te blijven niet laten afhangen
van een verbod in de wet, maar dat doen wat nodig is om te blijven leven. Het gaat dus voorbij aan
het doel van de wet om een dergelijke moord in dergelijke omstandigheden te bestraffen. Deze
situatie valt niet onder de reikwijdte van art. §12A N.S.C.A.
d. Wat is er in te brengen tegen Fosters argumenten en de door hem gehanteerde
interpretatiemethode? Formuleer tenminste twee punten van kritiek.
Tegen de door hem gehanteerde interpretatiemethode is in te brengen dat dit rechtsonzekerheid in
de hand werkt: als een wet door rechters anders toegepast wordt dan letterlijk in de wetstekst te
lezen is, weet men niet waar hij aan toe is.
Keen: een wet heeft nooit één doel, er zijn er heel veel te verzinnen. Het is nooit zeker wat de
wetgever voor ogen had. Daarnaast hoeft een verbod op moord geen doel te hebben, maar is het
gewoon verboden omdat het iets slechts is.
Tegen Fosters argumenten is in te brengen dat het niet historisch te achterhalen is dat mensen
daadwerkelijk een sociaal contract met de overheid gesloten hebben, en dat natuurrechtelijke wetten
niet opgeschreven zijn, en het dus onduidelijk is wat deze inhouden.
2. In The Case of the Speluncean Explorers geeft Fuller ook het standpunt weer van rechter
Keen (p. 631 e.v.). Anders dan Foster, komt deze rechter tot de conclusie dat de verdachten
wél schuldig zijn aan moord.