Tentamen Waardebepaling
In het tentamen: Standaard deviatee kasstromene WACCe DCFe Genormaliseerde
rentabiliteitswaardee DESTEPe PORTER.
Hoofdstuk 9:
Moderne portefeuille theorie: Hoger verwacht rendement betekent een hoger risico
Uniek (specifiek) risico: Het specifeke risico dat verbonden is aan het aanhouden van de aandelen
zelf.
Marktrisico (systematsch risico): Risico dat aandelenbeleggers altid lopen.
Diversificate: Spreiding van de totaal beschikbare geldmiddelen over verschillende aandelen
Marktportefeuille: Een beleggingsportefeuille waarin alle risicodragende beleggingsvormen naar hun
beurswaarde ziin ondergebracht.
Rev (kostenvoet v/h EV)= (DIV1/P0)+g
Standaarddeviate = De verwachte spreiding rondom de verwachte gemiddelde opbrengst van een
beleggingsportefeuille. > maatstaf voor het risico dat een belegger op die portefeuille loopt. >
maatstaf voor risicobepaling.
Risico: de mate waarin iets positef of negatef kan uitpakken
Risico van een portefeuille: De mogeliikheid dat de werkeliike uitkomst afwiikt van de verwachte
uitkomst.
Formule standaarddeviate = √(variante) ∆ = Gem. t.o.v. het rendement
Rendement (r) Kans (p) PXR Afwiiking (d of ∆) P x d²
40% 0,25 10% 30% 225
10% 0,50 5% 0% 0
-20% 0,25 -5% -30% 225
E(r1)= 10% Variante = 450
E(r1) = Verwacht rendement (expectaton) Variante = Gemiddelde gekwadrateerde afwiiking
Standaarddeviate = √(450) = 21% > Hoe groter de st. deviate > Hoe groter het risico
Kansen opgeteld =(100% of 1,0) > verwachtng + spreiding rond het gemiddelde
Risicoreducte door het combineren van aandelen in een portefeuille (ook door samenvoeging van
portefeuilles!!!)
Portefeuille A en B hebben een positeve samenhang
Ra Rb P P x Ra P x Rb ∆Ra ∆Rb P x ∆Ra x ∆Rb
16 10 0,1 1,6 1 -4 -6 2,4
18 13 0,2 3,6 2,6 -2 -3 1,2
20 16 0,4 8 6,4 0 0 0
22 19 0,2 4,4 3,8 2 3 1,2
24 22 0,1 2,4 2,2 4 6 2,4
E (Ra/Rb)= 20 16 Covariante 7e2
, :
Covariante: ∑(Px∆RAx∆RB) / Correlatecoëfficiënt > Maatstaf voor de bepaling van de samenhang
tussen 2 grootheden (de rendementen)
Aandeel Waarde (x) E(R) St. Dev.
A 0,2 15% 16,8%
B 0,8 21% 28%
18% = Ongewogen
gem.
Gewogen gem.= 0,2 x 15% + 0,8 x 21% = 19,8%
Cov (Ra,Rb) = 235,20
Correlatecoëfciënt (RHO)= Cov (Ra, Rb)/ (st. dev. Ra x st. dev. Rb) = 235,20 / (16,8 x 28%) = 0,5 >>
Hoe reageren variabelen op elkaar. (waarde tussen de 1 en de -1)
-1 = Perfect negatef verband
1= Perfect positef verband
0 = niet gecorreleerd
CAPM-model (minder geschikt voor het MKB, meer voor N.V.’s)> geef de hoogte van het verwachte
rendement op eigen vermogen > geef verband tussen de hoogte van het verwachte rendement en
het risico op een specifek aandeel (risicodragend beleggingsobiect).
Voorwaarden (efciënte markt):
- Geen transactekosten
- Invloed belastngen wordt buiten beschouwing gelaten
- Beleggers ziin ratoneel
- Beleggers reageren hetzelfde op nieuws en hebben dezelfde verwachtngen
- Beleggers kunnen tegen dezelfde kostenvoet lenen
Ke = Rf + B x (Rm-Rf) + SMP
Ke(Rev) = Kostenvoet eigen vermogen > verwacht rendement op de belegging
Rf = Risicovriie rentevoet (rente op 10-iarige staatsobligates)
Rm = Rendement marktportefeuille
Rm-Rf = Marktrisicopremie (pm)
SMP = Smallfrm premie (varieert van 4%-8%) > vanwege: afankeliikheid leveranciers,
coniunctuurgevoelig, administrate niet in control
(sector)Bèta: Maatstaf die de gevoeligheid van een variabele voor het marktrisico kwantfceert >
geef samenhang van een aandeel met de marktportefeuille aan. > maatstaf voor de bewegeliikheid
(votaliteit) i.r.t. het aandelenindex
B < 1 = Defensieve portefeuille of aandeel
B > 1 = ofensieve belegging > hoge votaliteit > groter risico