Lisanne Tuin
Samenvatting van artikelen
H4 De debatbeurten: strategisch plannen en strategisch reageren
(Braet en Schouw)
Week 2
In dit hoofdstuk wordt uitgegaan van de volgende beurtindeling:
Eerste opzetbeurt voorstander 1 4 minuten
Tweede opzetbeurt tegenstander 1 4 minuten
Derde opzetbeurt voorstander 2 4 minuten
Vierde opzetbeurt van tegenstander 2 4 minuten
Eerste verweerbeurt tegenstander 1 4 minuten
Tweede verweerbeurt voorstander 1 4 minuten
Derde verweerbeurt tegenstander 2 4 minuten
Vierde verweerbeurt voorstander 2 4 minuten
Als team, moet je drie zaken voorbereiden:
1. Je moet weten wat verplicht is: er bestaan vaste plaatsen in de beurten waar ze punten naar voren
moeten brengen.
2. je moet strategieën bedenken: een overall-aanpak van je argumentatie die de winstkansen zo groot
mogelijk maakt.
3. Je moet je reeds voorbereiden op mogelijke reacties van de tegenpartij.
4.1 Het plannen van de voorstandersbeurten
In hun eerste beurt zijn de voorstanders verplicht om drie standaardpunten aan de orde te stellen:
problemen, inherentie en doeltreffendheid. Wat absoluut NIET mag, is een of meer problemen voor
latere beurten achter de hand houden. Gezien de bewijslast moeten ze ook van argumenten voorzien
worden. De argumenten moeten op logische wijze aansluiten en op zichzelf aanvaardbaar zijn of met
subargumenten acceptabel gemaakt worden. Uiteindelijk moeten argumentaties berusten op wat
iedereen aanvaardt: op iets wat algemeen bekend is, een algemeen geaccepteerd waardeoordeel, of
een gezaghebbende bron.
In hun tweede beurt moeten de voorstanders op alle punten reageren die de tegenstanders hebben
aangevallen. Dat wil zeggen dat de reactie niet uitgesteld mag worden. In de laatste verweerbeurt
hebben de voorstanders het laatste woord. Het is belangrijk om in die beurt per standaardgeschilpunt
het debat samen te vatten. De jury moet in vogelvlucht een overzicht van het debat geboden worden.
Uit de laatste verweerbeurt van de tegenstander moet namelijk weerlegd worden, anders kan het debat
niet op winst worden ingezet voor de tegenstander. Aan de samenvatting moet per geschilpunt een
weerlegging worden toegevoegd van de laatst geopperde argumenten.
Strategische mogelijkheden voor voorstanders liggen in de manier waarop zij een standaardpunt
behandelen. Voor voorstanders is het immers een must alle punten naar voren te brengen.
Kies ernstige, maar oplosbare problemen
De voorstanders moeten problemen aanvoeren waarvan de tegenstanders nauwelijks de ernst en
inherentie kunnen aanvallen. Voorstanders moeten hun plan zo in elkaar zetten dat het de problemen
oplost. Zo is het mogelijk dat het beter is om evident ernstige en inherente problemen van het huidige
beleid niet te noemen, als er geen plan voor is dat het oplost. Om de keuze van problemen te maken
moet je anticiperen op aanvalsmogelijkheden van de tegenstander. Problemen moeten onafhankelijk
van elkaar zijn, anders zal een succesvolle aanval op het ene probleem leiden tot de ondergang van een
1
,Lisanne Tuin
ander probleem. Probeer een van de drie problemen waarmee je als voorstander komt onvoorspelbaar
en verrassend te laten zijn, zodat tegenstanders niet kunnen anticiperen op dit probleem.
Als problemen geselecteerd zijn, moet er stilgestaan worden bij de precieze formulering van elk
probleem. Hoe ruimer het probleem hoe moeilijker het plan het probleem kan oplossen en hoe
ingewikkelder de inherentie aan het huidige beleid kan worden aangetoond. Hoe beperkter, hoe
makkelijker het op ernst kan worden aangevallen en hoe makkelijker er een bijstelling voor bedacht kan
worden.
Bijstelling: strategie tegenstander, het probleem wordt niet als structureel gezien waardoor
tegenstanders voorstander blijven van het huidige beleid. Met een beleidstelling (reparatie) kan het
probleem voldoende worden opgelost.
Stel een uitgekiend plan op
(Uitvoerend orgaan, regelgeving, financiële en personele middelen, sancties en dergelijke. Het plan
moet worden gepresenteerd op een manier zodat het de problemen zo goed mogelijk oplost, goed
uitvoerbaar is en dat weinig of geen (ernstige) nadelen heeft.
Gebruik sterke, maar niet te veel ondersteunende argumenten
Voorstanders moeten op zoek naar argumenten die de standaardpunten ondersteunen. Benadrukt
moet worden dat het onverstandig is met al e veel argumenten en feitenmateriaal te komen. Er wordt
dan heel veel ondersteunend materiaal aangedragen bij de problemen, waardoor er weinig tijd is voor
het uiteenzetten van het plan en het aantonen van de doeltreffendheid. Bepaal dus welk
ondersteunend materiaal je in welke beurt gaat gebruiken (dit geldt niet voor hoofdargumenten die
moet je direct benoemen bij de eerste beurt).
Plan tot slot de eerste beurt tot in de puntjes voor, dat stimuleert maatwerk.
4.2 Het plannen van de tegenstandersbeurten
In de eerste beurt van de tegenstander mogen de drie tegenstanderspunten aan de orde gesteld
worden:
1. de bijstelling;
2. de onuitvoerbaarheid van het plan;
3. de nadelen.
Als tegenstander hoef je niet met al deze punten te komen, maar later met een van deze punten komen
mag niet.
Ten tweede mogen aanvallen op problemen, inherentie en doeltreffendheid niet uitgesteld worden.
Het enige wat mag is een aanval, ingezet in de eerste beurt in een latere beurt ondersteunen met extra
cijfermateriaal.
Beperk je tot de kansrijke standaardpunten
Als tegenstander kun je één standaardpunt aanvallen, je kunt er een paar aanvallen en je kunt ze
allemaal aanvallen. Het is niet verstandig om alle standaardpunten aan te vallen, omdat er voor elk punt
weinig tijd is en dit leidt tot zeer oppervlakkige aanvallen. Om te winnen moeten tegenstanders
minimaal twijfel wekken bij een van de standaardpunten; meer mag, maar hoeft niet.
Kom met het juiste argument op de juiste plaats
Een veel voorkomende ‘fout’ is veel tijd besteden aan het aanvallen van het bestaan en de ernst van de
problemen van de voorstanders en nauwelijks aan punten die voor de tegenstanders meestal veel meer
opleveren: bijstelling, onuitvoerbaarheid en nadelen.
2
,Lisanne Tuin
Zorg voor een doelmatige werkverdeling in het tegenstandersblok
De tweede tegenstander in de tweede opzetbeurt moet aankondigen hoe het tegenstandersblok is
opgebouwd: hij geeft aan wie welk punt behandelt. Aangezien een reactie op het punt van de weging
in de opzetbeurt aan de orde moet komen, kan de tweede tegenstander in de tweede opzetbeurt zich
het beste richten op uitvoerbaarheid, doeltreffendheid en nadelen. De eerste tegenstander in de eerste
verweerbeurt op problemen en inherentie. De eerste verweerbeurt, mag geen herhaling zijn van de
tweede opzetbeurt.
4.3 Effectief reageren
Prepareer een kolommenschema en vul dit tijdens het debat in
Je kunt dan tijdens het debat de gang van de argumentatie bijhouden.
Op een groot vel papier minimaal a3 maak je zoveel kolommen als er beurten zijn. In de eerste kolom
noteer je de standaardpunten en houd ruimte over voor het plan tussen inherentie en doeltreffendheid.
De voorstander kan de argumenten invullen die gebruikt worden. Tegenstanders kunnen in de eerste
tegenstandersbeurt de bijstelling of nadelen invullen. Als team maak je ée1n kolommenschema en
tijdens het debat noteren beide teamleden in telegramstijl wat er gezegd wordt.
Degene die schrijft maakt gebruik van trefwoorden, afkortingen, codes en symbolen waarvan beide
teamgenoten de betekenis begrijpen. Verbind de argumentatie bij de standaardgeschiplunten
horizontaal met pijlen aan elkaar.
Reageer expliciet
Goed debatteren is vooral goed reageren en doeltreffend weerleggen. Herhaal jezelf niet, maar maak
duidelijk waar je op reageert. Weerleggen kan het beste in drieën:
1. geef aan waarop je reageert, door weer te geven wat de andere partij hierover zei;
2. geef de weerlegging/reactie
3. trek hieruit een conclusie (welke gevolgen heeft de weerlegging voor de positie van de andere
partij.
Reageer op wat gezegd is
Laat dus af en toe je voorbereiding los en reageer daadwerkelijk op wat er gezegd is.
Reageer economisch, maar voldoende toegelicht
Om tijd te sparen, moeten in elk geval niet-onderbouwde en zeer zwakke aanvallen snel terzijde worden
geschoven. Meld met een of twee woorden waarom je er geen woorden aan vuil maakt en stap
eroverheen. Voorbeeld: Analogieargumentatie à de twee genoemde zaken zijn niet te vergelijken
Deskundigheid bron à niet te vertrouwen wegens belangenverstrengeling
3
, Lisanne Tuin
4.4 De adviezen op een rij / samenvatting
Logische verplichtingen van de voorstanders:
In de eerste opzetbeurt:
• Poneren stelling;
• Interpreteren stelling;
• Aan de orde stellen van problemen, inherentie en doeltreffendheid;
• Het brengen van op het eerste gezicht overtuigende argumentatie bij deze punten;
• Uiteenzetten van een plan.
• Niet toegestaan: problemen/hoofdargumenten voor latere beurten bewaren
In de tweede beurt:
• Reageren op alle aangevallen standaardpunten;
• De weging van voor – en nadelen naar voren brengen.
In de tweede verweerbeurt:
• Er standaardpunt het debat samenvatten;
• Reageren op laatste argumenten uit vorige tegenstandersbeurt.
Strategieën:
• Kies ernstige, oplosbare problemen;
• Stel een uitgekiend plan op;
• Gebruik sterke, maar niet te veel ondersteunende argumenten.
---------------------
Logische verplichtingen van de tegenstanders:
In de eerste opzetbeurt:
• Aan de orde stellen en beargumenteren van de aan te vallen standaardpunten;
• Niet toegestaan: aanvallen op standaardpunten voor latere beurten achter de hand houden.
Strategieën:
• Beperk je tot kansrijke standaardpunten;
• Kom met het juiste argument op de juiste plaats;
• Zorg voor een doelmatige werkverdeling in het tegenstandersblok
-----------------------
Effectief reageren:
• Maak een kolommenschema en vul dit in tijdens het debat;
• Reageer expliciet = geef aan waarop je reageert;
• Reageer op wat gezegd is en hou niet vast aan wat voorbereid is;
• Reageer economisch, maar voldoende toegelicht = stap snel over zwakke en niet-onderbouwde
aanvallen heen en neem argumenten samen om ze in één slag omver te krijgen.
4