Een allesomvattende samenvatting uit het cursusboek van het vak Grondslagen van de Psychologische Diagnostiek en Testtheorie op de Universiteit Utrecht. Alle onderwerpen die zijn beschreven in deze samenvatting staan ook in het boek. Lees ook de compacte samenvatting! Zelf had ik een 7,4 voor het t...
INHOUDSOPGAVE
1. Waarom en wat van de diagnostee
2. Basisstatstee
3. Beteeenis van testscores
4. Betrouwbaarheid
5. Validiteit
6. Itemanalyse
7. Factoranalyse
8. Prestatetests
9. Intelligentetesten
10. Meten van persoonlijeheid
11. Gedragsdiagnostee
12. Personeelsselecte en beroepentesten
13. Neuropsychologische testen
14. Forensische psychologie
15. Probleem van bias bij psychologische testen
16. Aangepaste diagnostee
17. Wetelijee en ethische vraagstueeen
18. Diagnostsche cyclus van de Bruijn
1
, SAMENVATTING CURSUSBOEK GPDTT 2017-2018
H1 WAAROM EN WAT VAN DE DIAGNOSTIEK
Diagnostiek (assessment): systematsche procedure voor het verzamelen van data
waaruit eenmereen (van personen of objecten) afgeleid worden. Het verwijst naar een
integrate van informate vanuit verschillende bronnen.
Testen: de procedure waarin een steeeproef van het gedrag van een individu wordt
vereregen, geëvalueerd en gescoord met gebruie van gestandaardiseerde procedures om
bijvoorbeeld gedrag te meten. Testen is slechts een onderdeel van diagnostee.
Geschiedenis van de diagnosteek
- 2200 jaar v. Chr.: Chinezen ontwieeelden eerste psychologische testen om te eijeen
of ambtenaren geschiet waren voor hun were.
- Vanaf 1800 signifcante bijdrage aan de ontwieeeling van psychologische diagnostee:
o Galton: probeerde individuele verschillen te meten; grondlegger mentale test.
o Catell: leerling Galton; ontwieeelden samen een gestandaardiseerde vragenlijst.
- Ooe in de 20e eeuw werden veel tests ontwieeeld:
o Binet & Simon: ontwieeelden eerste intelligentetest in 1905.
o Woodworth: ontwieeelden eerste formele persoonlijeheidstest.
o Wechsler: ontwieeelde rond ’30 een intelligentetest die (non)verbale info mat.
o Cronbach: tests voor prestateniveau en tests voor gedragswijzen in 1990.
- Tegenwoordig worden er ele jaar 20.000 nieuwe psychologische tests ontwieeeld.
o Computerized Adaptve Testng (CAT): computer selecteert geschiete items o.b.v.
wat de partcipant daarvoor geantwoord heef.
Testen voor prestatieniveau (maximum performance tests): worden gebruiet om de
maximale prestate van een persoon te meten, de bovenste limiet van vermogens (IQ).
- Prestatetests (achievement tests) meet eennis en vaardigheden in een domein waar
men vooraf instructe over heef geeregen; een beewaamheidstest (apttude tests)
meet eennis op een brede niveau m.b.t. levenservaring, zonder instructe vooraf.
- Een objecteve test is gestandaardiseerd: er bestaat een vooraf vastgestelde sleutel
waarmee de test ean worden nageeeeen; bij een subjecteve test is beoordeling
afhaneelije van de subjecteve beoordeling van een persoon, er is geen vaste norm.
- Een speed test bevat relatef maeeelijee items en meet de snelheid waarmee de
persoon de test ean maeen binnen een striet tjdslimiet; bij een power test loopt de
moeilijeheidsgraad van de vragen op en wordt er geeeeen welee items zijn gemaaet,
zonder tjdslimiet. Beide tests hebben adequate ceiling: er ean geen perfecte score
worden gehaald.
Testen voor gedragswijzen (typical response tests): meten de typische eigenschappen
van het typische, gemiddelde gedrag van een persoon (vaae zelfrapportage).
- Bij een objecteve persoonlijeheidstests is er spraee van selected-response items en
worden de items objectef gescoord. Bij projecteve persoonlijeheidstests wordt een
ambigue stmuli gepresenteerd die een oneindig aantal reactes ean uitloeeen.
Andere onderscheidingen bij alle testsk
- Bij gestandaardiseerde tests zijn de testcondites zoveel mogelije hetzelfde voor alle
partcipanten en is de wijze van scoring en afname van tevoren vastgelegd. Niet-
gestandaardiseerde tests zijn fexibeler in afname, scoring en interpretate.
Aannames in de psychologische diagnostiek:
1. Psychologische constructen, zoals intelligente en depressie, bestaan.
2. Psychologische constructen eunnen gemeten worden.
2
, SAMENVATTING CURSUSBOEK GPDTT 2017-2018
3. Het meten van constructen gebeurt nooit perfect.
4. Ele construct ean op verschillende manieren gemeten worden.
5. Alle testmethoden hebben steree en zwaeee eanten.
6. Belangrijee beslissingen moeten genomen worden o.b.v. meerdere testen.
7. Uiteomsten testen moeten generaliseerbaar zijn naar gedrag buiten testomgeving.
8. Diagnostee geef informate die ean helpen bij professionele beslissingen.
9. Diagnostee ean zonder bias gedaan worden.
10. Diagnostee en tests moeten voordelen opleveren voor individuen en maatschappij.
Waarom gebruieen we tests?
- Mensen zijn slecht in het objectef beoordelen van anderen.
- Halo-efect: bepaalde tree van iemand ean het hele beeld van die persoon eleuren.
- Een test doet een aantal dingen die een mens niet doet:
o Het meet faeing good of faeing bad;
o Het meet eigenschappen die de diagnostcus over het hoofd ziet;
o Het vergelijet een cliënt met een groep leefijdsgenoten;
o Het bevat precies dezelfde procedures voor elee cliënt.
Zes doelen van diagnostiek (lijkt op diagnostische cyclus):
1. Beschrijven: wat is er aan de hand?
2. Classifceren: valt iemand binnen een bepaalde categorie?
3. Verelaren: welee factoren dragen bij aan een probleem?
4. Voorspellen: wie eomt er later in de problemen?
5. Indiceren: wat is de beste aanpae of behandeling?
6. Evalueren: hoe ging de behandeling?
Heuristeeen: door evaluate gevormde beslissystemen die ervoor zorgen dat we snel
eunnen handelen in een situate. Overgevoelig voor gevaar en ongevoelig voor eansen.
o Halo-efect: positeve indrue van iemand gegeneraliseerd naar alle domeinen.
o Horn-efect: negateve indrue van iemand gegeneraliseerd naar alle domeinen.
o Availability bias: gemae waarmee iemand voorbeelden ean oproepen vergroot de
inschatting dat het daadwereelije plaatsvindt.
o Conformaton bias: van tevoren een idee gevormd over een situate waardoor de
persoon slechts let op informate die dit idee ondersteunt of bevestgd.
o Representatveness bias: als je bepaalde associates hebt met eenmereen, dienen
we die associates ooe toe aan andere personen met dezelfde eenmereen.
o Base rate fallacy: de neiging om eerder voor uitspraeen te eiezen die meer zeggen
over mensen, terwijl de eans dat dit waar is vaae eleiner is.
3
, SAMENVATTING CURSUSBOEK GPDTT 2017-2018
H2 BASISSTATISTIEK
Belangrije om tests te eunnen beoordelen op hun geschietheid en om scores op de juiste
manier te eunnen interpreteren.
Correlatie: beschrijf de relate tussen twee variabelen.
Correlatiecoëfciënt (r): getal dat de lineaire relate tussen twee variabelen beschrijf.
Determinatiecoëfciënt (r2): geef gedeelde variante tussen twee variabelen.
- Zoveel van de variante ean verelaard worden door de andere variabele.
- Coëfficiënt van non-determinate: variante die niet wordt verelaard door de andere
variabele maar door andere factoren (1-r2).
Meetniveau Eenheden van meting
Nominaal Categorieën zonder logische volgorde
Ordinaal Categorieën met logische volgorde
Interval Afstand tussen elee categorie is hetzelfde
Geen absoluut nulpunt
Rato Afstand tussen elee categorie is hetzelfde
Absoluut nulpunt en principe van vermenigvuldigbaarheid.
Voor verschillende correlates worden verschillende correlates bereeendk
- Pearson rk voor scores op interval of rato niveau.
- Spearman r: voor scores op ordinaal niveau.
- Punt-biseriale correlate: een numerieee variabele en een dichotome variabele.
Factoren die van invloed zijn op de groote van de correlatek
- Linaire relate: relates tussen variabelen zijn niet altjd lineair.
- Bepereing van het bereie:
o Heterogene steeeproef: groot bereie en grote variabiliteit.
o Homogene steeeproef: beperet bereie en eleinere variabiliteit -> onderschat.
Causaliteit: de ene variabele veroorzaaet het efect in de andere variabele met alle
andere factoren uitgesloten.
Lineaire regressie: statstsche techniee waarbij een correlatecoëfficiënt waarden van de
ene variabele voorspeld aan de hand van de andere variabele.
- Regressievergelijeing: Y = a + bX
o Y is constante of Y-intercept
o b is de regressiecoëfficiënt
Standaardschatngsfout: geef de gemiddelde schattingsfout tussen de regressielijn en
data. Het is een manier om erachter te eomen hoe groot de error is in de voorspelling.
- Aangegeven met SE, SEM of Sx.y.
- Hoe eleiner de fout, hoe nauweeuriger de voorspelling dus dichter bij wereelijeheid.
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper bcrose. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.