Samenvatting Staatsrecht (aantekeningen en boek)
Introductie
(Hoofdstuk 1) Nederland is territoriaal onderverdeeld in 12 provincies, (in 2019) 355
gemeenten en 21 waterschappen. De onderverdeling hierin noemen we territoriale
decentralisatie. We kennen twee vormen van decentralisatie. We spreken van
autonomie wanneer de taak aan de organisatie is overgelaten. Medebewind vindt
plaats wanneer er bepaalde bevoegdheden worden gedelegeerd.
Een staat is een organisatie die betrekking heeft op een bepaald
territorium/grondebied (1) die daar gezag uitoefent (2) en daar een
geweldsmonopolie heeft (3). Vaak hebben we het hier over soevereiniteit (4) en
vaak is er een bevolking met dezelfde taal, uiterlijke kenmerken, geschiedenis en
cultuur (5). Vanuit internationaal perspectief voegen we hieraan toe dat het erkend is
als staat met internationaal rechtsverkeer (6) en door internationale soevereiniteit
beschermd wordt tegen inbreuken op eigen grondgebied (7). Het ontstaan van een
staat kan vreedzaam of gewelddadig gaan. Juridisch bestaan er geen regels voor
het oprichten van een staat. Acceptatie door een bevolking is een belangrijk aspect
voor de houdbaarheid van een staat of regeringsvorm. Soms scheiden regio’s van
een staat zich af, dat heet secessie.
Soevereiniteit wordt in verschillende contexten gebruikt. Interne soevereiniteit gaat
over het maken van de eigen keuzes. Externe soevereiniteit om aan te geven dat
een staat naar internationaal recht beschermd is. Het wordt ook gebruikt als
aanduiding voor waar binnen de staat het hoogste gezag licht. Het kan ook worden
gebruikt om aan te duiden waarin de staat zijn grondslag vindt of als retorisch begrip
over macht die teruggegrepen moet worden.
De Nederlandse staat heeft rechtspersoonlijkheid, dit betekent dat hij kan
deelnemen aan het internationale rechtsverkeer en verdragen kan afsluiten.
Daarnaast kan de staat als privaatrechtelijk rechtspersoon deelnemen, maar ook
publiekrechtelijke handelingen ondernemen.
De constitutie van een staat omvat de regels over bevoegdheden, rechtspraak en
organen. Het is de basisstructuur van een staat. De meest fundamentele regels zijn
over het algemeen neergelegd in de Grondwet. Deze bevat ook de grondrechten,
de gedachte hierachter is om de basisregels van het staatsrecht vastigheid te geven.
Het staatsrecht, ook wel het constitutioneel recht, bestudeert de staat. Daarbij gaat
het om de statelijke instellingen en organen op nationaal niveau en op decentrale
niveaus. Ook gaat het om de rechten van burgers ten opzichte van de staat. We
kennen ook ongeschreven staatsrecht, het belangrijkste onderdeel hiervan is de
vertrouwensregel. Deze regel houdt in dat een kabinet en de ministers het
vertrouwen dienen te hebben van het parlement, en dat er sprake van vertrouwen is
zolang het tegendeel niet is bewezen.
Bij het staatsrecht horen een aantal hoofdvragen:
1. Welke bevoegdheden zijn toegekend aan een lichaam of orgaan?
2. Wat is de reikwijdte van deze bevoegdheden?
3. Wat zijn de grenzen van deze bevoegdheden?
4. Wie houdt toezicht op de naleving van de bevoegdheden?
1
, Rechtsstaat, democratie & de Nederlandse staat
(Hoofdstuk 1) Voor geldigheid in het publiekrecht is geen instemming van de burger
nodig. Het staats- en bestuursrecht is een normering van het overheidsoptreden,
maar hierbij ook een waarborging voor de burgers. De grondslagen van de
rechtsspraak zijn deze waarborging van burgers en dat Nederland een rechtsstaat,
democratie en verzorgingsstaat is.
De kerngedachte van de rechtsstaat is dat de overheid ook gebonden is aan het
recht. Dit gebeurt door de binding van de staatsmacht aan het recht. Hieraan
verbonden is een bescherming van de vrijheid van individuen en minderheden door
de beperking van de staatsmacht.
Er zijn een aantal kwaliteitskenmerken van rechtsstaat:
1. (De staat opereert op basis van algemene regels, die door een democratisch
samengestelde wetgever worden gemaakt).
2. Het legaliteitsbeginsel: elk overheidsoptreden moet een grondslag hebben
in de wet. Ofwel elk overheidsbesluit moet te herleiden zijn tot de (Grond)wet.
3. De machtenscheiding: de staatsmacht moet verdeeld zijn over meerdere
organen. Dit om te voorkomen dat één orgaan/persoon te veel macht naar
zich toetrekt. Ook wel de trias politica, de scheiding van de wetgeving,
uitvoering en rechtsspraak. In Nederland is het meer spreiding dan scheiding.
4. De grondrechten: deze definiëren de verhouding tussen staat en burger.
5. Het rechtelijk toezicht: degene die de wetten maakt of uitvoert mag niet zelf
bepalen of dat correct is gebeurd. Daarom is er een onafhankelijke rechter.
De kerngedachte van democratie is dat de bevolking invloed heeft op het bestuur
en het beleid. Nederland is een indirecte democratie, waar er verkiezingen worden
gehouden voor vertegenwoordigende organen. De onderliggende gedachte is dat de
democratie het mogelijk maakt machtsuitoefeningen door de meerderheid te laten
bepalen.
Democratie en rechtsstaat worden vaak als een gelijke beschouwd. Maar er zit een
wisselwerking en botsing in. Bij de rechtsstaat gaat het juist over regels waaraan ze
zich moeten houden, terwijl democratie juist zou betekenen dat de overheid alles
mag, wanneer het volk ervoor kiest.
(Hoofdstuk 2) Het koninkrijk der Nederlanden bestaat uit 4 landen (Nederlanden,
Aruba, Curaçao en Sint-Maarten) en 3 bijzondere gemeenten (Bonaire, Sint-
Eustatius en Saba). Dit is vastgelegd in het Statuut voor het Koninkrijk der
Nederlanden. Hieronder vallen de staatsregelingen van Aruba, Curaçao en Sint-
Maarten en de Grondwet van Nederland.
Een Rijkswet is een wet met gelding voor de vier landen van het koninkrijk. De
Nederlandse regering is de regering voor het gehele koninkrijk der Nederlanden.
Het Statuut heeft een aantal hoofdkenmerken: vrijwilligheid, autonomie (behalve op
de Koninkrijksaangelegenheden), gelijkwaardigheid, onderlinge bijstand en
samenwerking. Koninkrijksaangelegenheden zijn bijvoorbeeld defensie,
buitenlandse betrekkingen, scheepvaart en de regeling van nationaliteit, dit zijn
onderwerpen waar het koninkrijk besluiten maakt en de landen dit niet zelf doen. Op
2
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper mikabouwman. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.