Goede samenvatting voor hoofdstuk 5 erfelijkheid en evolutie! Paragraaf 1 t/m 7 worden behandeld. Er staan afbeeldingen bij en de begrippen zijn dikgedrukt. Succes met leren :)
Paragraaf 1: Genotype en fenotype
De cellen waaruit je lichaam is opgebouwd, heten lichaamscellen. Elke
celkern van elke lichaamscel bevat 46 chromosomen. Chromosomen
liggen als dunne draden in de celkern. Ze bestaan voor een groot deel
uit de stof DNA. In het DNA wordt informatie opgeslagen voor je erfelijke
eigenschappen.
Al je lichaamscellen zijn door celdeling ontstaan uit één bevruchte eicel.
Bij elke celdeling worden eerst de chromosomen gekopieerd. Daarna
deelt de cel zich. Elke dochtercel krijgt een complete set chromosomen.
Daardoor bevat elke celkern van elke lichaamscel dezelfde informatie.
Deze informatie erf je van je ouders.
, Het DNA bevat informatie over duizenden eigenschappen. Voor elke
eigenschap zijn meerdere stukjes DNA nodig. De stukjes DNA die
samen de informatie bevatten voor een eigenschap, vormen een gen.
Het DNA in een celkern (alle genen samen) bevat informatie voor al je
erfelijke eigenschappen. Dit noem je het genotype. Dit bestaat op het
moment van de bevruchting.
Een cel gebruikt alleen de genen die hij nodig heeft. De andere genen
zijn niet actief. Bijvoorbeeld: In levercellen zijn de genen actief die ervoor
zorgen dat de cellen gal produceren. De genen die ervoor zorgen dat
hoofdhaar wordt gemaakt, zijn hier niet actief. In de huidcellen boven op
je hoofd is dit net andersom. Deze cellen maken geen gal, maar wel
haren. Hier zijn dus de genen voor het maken van hoofdhaar actief. Dus
het ligt eraan waar de cel zich in het lichaam bevindt.
Als een gen actief is kan het een beetje tot erg actief zijn, dit noem je
ook wel hard of zacht staan.
Alle eigenschappen van een organisme samen noem je het fenotype.
Bij het fenotype horen zichtbare eigenschappen zoals je oogkleur. Maar
er horen ook eigenschappen bij die je niet kunt zien zoals je bloeddruk.
Welke eigenschappen je precies krijgt, heeft te maken met je genotype,
je leefstijl en je omgeving. Als je van jezelf bruin haar hebt, wordt die
kleur veroorzaakt door je genotype. Maar als je het paars verft, ziet je
haar er anders uit. Je fenotype verandert dan, maar je genotype niet. Als
je in de zomer veel buiten bent, wordt je haar lichter. Ook dan verandert
het genotype niet. Sommige eigenschappen worden vooral bepaald door
je genotype, bijvoorbeeld de kleur van je ogen. Andere eigenschappen
worden alleen bepaald door je leefstijl of omgeving. Bijv een litteken of
tattoo. Bij de meeste eigenschappen speelt zowel het genotype als de
omgeving een rol.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper femkestudy. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.