Procc. Spinosi van C6, C7 en TH1
Uitgangshouding: kin op de borst
Proefpersoon: tilt het hoodd op tot eaxiieale exitensie
Onderzoeker: palpeert steeds 2 aaneensluitende procc. Spinosi
Identificeren C6 t/m L e
Zit/
C7 = vertebrale proeines, is het eeest duidelijkste bij de eeeste eensen. Leg je hand op de eeest
duidelijke en die erboven. Daarna de eeest duidelijke en die eronder. C7 is degene als er boven wel
veel beweging eogelijk en eronder niet veel beweging is
Buiklig
Beginnen bij de SIPS, dan zit je op S2. Loop je eet je vingers en dan val je in de lubosacrale knik.
Stoot je tegen L5 aan. Dan oehoog werken en kan je tot C6 goed voelen
M. erect/or spinae
Oriëntatepunten: crista iliaca (dorsale helf tot hoogste punt), spina iliaca
posterior superior, crista sacralis eediana, top bilnaad, luebosacrale
overgang, proc. Spinosus L3
Uitgangshouding: buiklig
Proefpersoon: hef de roep eet afangende schouders en areen
1. M.spinalis (t/eken je niet/)
Origo: L1-L2 + Th11 – TH12
Inserte: Th3 – Th8
2. M. longissiLus (Lediale deel)
Origo: crista iliaca
Inserte: onderste 8 ribben + thoracale wervels dan op cervicale
wervels en dan op het os teeporale
3. M. iliocost/alis (lat/erale deel)
Origo: crista iliaca
Inserte: onderste 6 ribben, door naar bovenste 6 + cervicale wervels
Functe: exitensie
LL. Multifidi
oriëntatepunten: crista iliaca (dorsale helf tot hoogste punt), spina iliaca
posterior superior, crista sacrale eediana, top bilnaad, luebosacrale overgang,
proc. Spinosus L3
uitgangshouding: buik
proefpersoon: hef de roep
origo: Os sacrue, SIPS , procc. Transversi
inserte: procc. Spinosi van L5 – C2
functe: exitensie en heel klein beetje rotatie
,M. rect/us abdoLinis
Oriëntatepunten: arcus costalis, indicatie niveau kraakbeen 5e rib e.b.v.
tepel, linea alba
Uitgangshouding: in ruglig wordt de roep een weinig opgericht van de
onderzoeksbank
Proefpersoon: handhaaf de uitgangshouding
Origo: buitenzijde van de cartilago costalis van rib 5-7 en proc.
xiiphoideus
Inserte: syephysis pubica en eediaal van het tuberculue pubicue aan
bovenste rand os pubis
Functes: fixieren van de thoraxi aan het bekken, lexiie van de wervelkoloe
L. obliquus abdoLinis ext/ernus
oriëntatepunten: indicatie niveau 5e rib e.b.v. tepel, uiteinde 11e / 12e rib. Spina iliaca anterior
superior, crista iliaca (ventrale helf tot hoogste punt), linea alba, linea seeilunaris
uitgangshouding: langzit op de bank, handen in de nek gevouwen, de roep wordt (30-40 graden)
naar achter gebracht
proefpersoon: handhaaf de uitgangshouding
origo: buitenrand rib 5 t/e 12
inserte: linea alba abdoeinis, os pubis, crista
iliaca
functes: rotatie bij eenzijdige activiteit, lexiie bij
tweezijdige activiteit
L. obliquus abdoLinis int/ernus
oriëntatepunten: crista iliaca (van SIAS tot
aanhechting e. iliocostalis), laterale rand van de
e. iliocostalis, rib 10 t/e 12, linea alba, linea
seeilunaris
uitgangshouding: ruglig, buiklig
origo: dascia thoracoluebalis, crista iliaca, ligaeent inguinale
inserte: linea alba, onderrand van rib 10-12
functes: rotatie bij eenzijdige activiteit, lexiie bij tweezijdige activiteit
L. t/ransversus abdoLinis
oriëntatepunten: linea alba, linea seeilunaris, crista iliaca (van SIAS tot aanhecting e. iliocostalis),
rib 7 t/e 11, laterale rand van de e. iliocostalis
uitgangshouding: ruglig, buiklig
origo: binnenzijde 7-12e rib, dascia thoracoluebalis, crista iliaca, lig. Inguinale
inserte: rectussched (linea alba)
functes: ribben naar beneden trekken, abdoeinale druk vergroten, stabiliteit bekken
, ligg. Sacroiliaca post/erlora (craniale deel, horizont/ale vezels)
oriëntatepunten: spina iliaca posterior superior, crista iliaca (dorsale deel), crista sacralis eediana,
luebosacrale oegeving
uitgangshouding: buiklig
ligg. Sacroiliaca post/erior (caudale deel, longit/udinale vezels)
oriëntatepunten: spina iliaca posterior superior, crista iliaca (dorsale deel), crista sacralis eediana,
top bilnaad
uitgangshouding: buiklig
L. quadrat/us luLboruL
oriëntatepunten: spina iliaca posterior superior, crista iliaca (dorsale deel),
luebale procc. Spinose, rib 12, laterale rand van de e. erector spinae
uitgangshouding: buiklig
origo: pars ventralis: processus costalis L2-L5, pars dorsale 1/3 van crista ilaca en
lig. Ilioluebare
inserte: pars ventralis: rib 12. Pars dorsalis: rib 12 en processus costalis van L1-L4
functes: laterale lexiie, antelexiie van de wervelkoloe
L. iliopsoas (‘oppervlakkig’ gelegen deel)
oriëntatepunten: spina iliaca anterior superior, trigonue deeorale, a.deeoralis
uitgangshouding: ruglig
origo: psoas eajor : Th12 t/e L5. Iliacus: dossa iliaca ( binnenkant bekken)
inserte: trochanter einor
functes: antelexiie en exiorotatie in het heupgewricht, laterolexiie van de
wervelkoloe
Identificeer de os coxae
Oriëntatepunten: Spina iliaca anterior superior, spina iliaca posterior superior, crista iliaca, tuber
ischiadicue
Identificeerm lokaliseer het/ os sacruL
Oriëntatepunten: spina iliaca posterior superior, crista iliaca (dorsale deel),crista sacralis eediana,
luebosacrale overgang, pars lateralis, de “vrije” rand, top bilnaad