Mini samenvatting Hersenen &
Gedrag
Hoofdstuk 1:
Gedrag: elke vorm van observeerbare actie of reactie van een mens of dier in reactie op externe of interne
prikkels bestaat vaak uit een mix van aangeboren/aangeleerde reacties
Mix varieert tussen diersoorten:
- Kleiner, eenvoudiger zenuwstelsel: veel aangeboren, simpelere gedragingen
- Groter, meer complex zenuwstelsel: veel aangeleerd, complexe gedragingen
Encefalisatiequotiënt = feitelijk hersengewicht : verwacht hersengewicht (o.b.v. lichaamsgewicht)
In ongeveer 4 miljoen jaar is het relatieve hersengewicht X 3
Hoe heeft ons brein zo groot kunnen worden?
1) Leefwijze: fruit, vuur, sociale groepen
2) Efficiënte koeling: bloedcirculatie hoog metabolisme
3) Neotenie: vertraagde ontwikkeling, eigenschappen uit juveniele fase blijven
behouden in volwassen afstammelingen.
Hominide = gemeenschappelijke voorouder van ons en aap
Hersengewicht is 4 x zo groot geworden
Hoofdstuk 2:
Neurale plasticiteit: hersenweefsel heeft vermogen om aan te passen aan omgeving
Anatomische aanduidingen het beste te leren via de oefensheets op canvas!
Hersenvliezen: deze 3 lagen + cerebrospinale vloeistof komen terug in ruggenmerg
1) Duramater = harde laag, 2 stugge lagen, veel bloedvaten/zenuwuiteinden, goed doorbloed
2) Arachnoid mater/spinnenwebvlies = bestaat uit eiwit en collageen, geen bloedvaten
3) Pia mater/zachte hersenvlies = goed doorbloed, zit heel dicht op hersenen
Tussen 2 en 3 zit subarachnoïdale ruimte met CSV absorbeert schokken
Cerebro vasculair accident:
- Ischemisch CVA/herseninfarct: afsluiting bloedvat leidt tot zuurstoftekort
- Hemorragisch CVA/hersenbloeding: bloeduitstorting
Hersenstructuren:
1) Cerebrum/ grote hersenen: lastigste werk
2) Cerebellum/ kleine hersenen: ondersteunen grote hersenen met
motorfuncties en beweging
3) Hersenstam: vitale functies
Cerebrale cortex/hersenschors = buitenste laag cerebrum, heeft oppervlak met allerlei bochten en groeven
Gyrus = bocht, sulcus = groef, fissure = diepe groef
fissua longitudinalis cerebri verdeeld hersenen in 2 hemisferen
In de hersenen: grijze stof (zenuwcellen en geen isolerende laag), witte stof (zenuwvezels met myeline en
dus isolerende laag), reticulaire stof (netvormig, mix van cellen en vezels)
Corpus callousum/hersenbalk = veel witte stof, verbinding hemisferen
, Ventrikelsysteem; 4 met elkaar verbonden holtes gevuld met CSV
Functie ventrikels = ondersteunen metabolisme, afvoeren afvalstoffen, beschermen hersenweefsel
1e en 2e = laterale, een in elke hemisfeer, verbonden met 3e
3e = in tussenhersenen, tussen rechter- linkerthalamus, verbonden met 4 e via cerebraal aquaduct
4e = tussen cerebellum en pons, verbonden met subarachnoïdale ruimte en centrale kanaal
Cellen en vezels in zenuwstelsel:
- Neuronen voor primaire functies en gliacellen voor ondersteuning 2 type zenuwcellen
- Zenuwcellen zijn verbonden door zenuwvezels, bundel hiervan heet tractus (CZS) of zenuw (BCZS)
Ruggenmerg: binnenkant heeft grijze stof, buitenkant heeft witte stof (andersom)
5 segmenten: cervicaal, thoracaal, lumbaal, sacraal, coccygeaal/staartbeen
Elk dermatoom (lichaamsonderdeel) heft 2 ruggenmergzenuwen:
- Sensorische zenuw: binnenkomend/afferent, verstuurt info naar ruggenmerg
- Motorische zenuw : uitgaand/efferent, verstuurt info naar spieren
Wet van Bell en Magendie – Ruggenmergzenuwen (deze kruisen)
1. Dorsale/posterieure hoorn: sensorisch/afferent voor pijn, temperatuur, tast
2. Ventrale/anterieure hoorn: motorisch/efferent voor aansturen
spieren/reflexen
Dit bevindt zich aan beide kanten in het ruggenmerg bilaterale paren
12 paar hersenzenuwen, 1 set links en 1 set rechts. (tabel)
Aangezichtsverlamming van Bell: ontsteking nervus facialis,
door zwelling en druk verlies van functie. Unilaterale
verslapping van aangezichtsspieren, virale infectie.
Autonome zenuwstelsel:
Sympathetische divisie “fight or flight response”
§ stimulerend: activeren en opwinding
§ verbonden met thoracale en lumbale ruggenmerg
segmenten
§ ganglia (‘minibrains’) dichtbij het ruggenmerg (wel
grensstreng)
§ preganglionaire vezels kort, postganglionaire vezels lang
§ acetylcholine (preganglionair) + norepinephrine (postganglionair)
Parasympatische divisie “rest and digest”
§ inhiberend: relaxen, voedsel verteren
§ verbonden met sacrale ruggenmerg segmenten, maar vooral met 3 hersenzenuwen (vagus, facialis,
en oculomotorius)
§ ganglia dichtbij organen (geen grensstreng)
§ preganglionaire vezels lang, postganglionaire vezels kort