Week 1
Introductie, Financiële gebeurtenissen,
Boekhouden & Vermogensvergelijking.
Hoorcollege 1 – introductie
Docent: Peter de Geus
Hoorcolleges
De colleges zullen worden gegeven op maandag middag (hoorcolleges) → niet live
(video).
Op maandag avonden is er om 19.00 een live college waarin vragen worden
beantwoord na aanleiding van het videocollege.
Hoorcolleges opgenomen in ieder geval voor maandag, soms ook eerder.
Het live college is via Zoom.
Werkcolleges
Op donderdag middag worden de opgaven in een college uitgelegd. → niet live
(video).
Op donderdag avonden is er om 19.00 een live college waarin vragen worden
beantwoord na aanleiding van het videocollege.
Literatuur verplicht
• Jaarrekeninglezen voor juristen 8e druk (2020)
• Casuïstiek jaarrekeninglezen 5e druk (2020)
Literatuur aanbevolen
• In de verplichte literatuur is het onderdeel Boekhouden beperkt
beschreven. Voor studenten met aanleg voor boekhouden zal dit geen
probleem zijn. Voor andere studenten is aanvullende literatuur
noodzakelijk. Boekhouden is ook onderdeel van het tentamen!
Literatuur naslagwerk
• Handboek externe verslaggeving Deloitte, Druk: 2020 (Op Canvas is deze te
downloaden)
• Jaarrekening MKB (Op Canvas is deze te downloaden)
Niet alles in de verplichte literatuur te vinden, omdat het als jurist belangrijk is je
externe bronnen te benaderen.
Jaarrekening MKB is enigszins verouderd.
Mogen ook op het tentamen worden gebruikt.
Opzet per week
• Week 1:
Introductie, Financiële gebeurtenissen, Boekhouden &
Vermogensvergelijking. (Boek, hoofdstuk 1 en appendix 1)
• Week 2:
, Jaarrekeningenrecht, Consolidatie, Waardering & Afschrijven. (Boek,
hoofdstuk 2 + 3 en appendix 2a, 2b en 2c)
• Week 3:
Vaste activa (activeren, leasing, goodwill) (Boek, hoofdstuk 3.1)
• Week 4:
Vlottende activa (FIFO, LIFO, Onderhanden Werk) en Boekhouden (Boek,
hoofdstuk 3.2 en appendix 1 en 3)
• Week 5:
Eigen Vermogen, Voorzieningen en Schulden (Boek, hoofdstuk 4, appendix
4)
• Week 6:
Resultatenrekening, Kasstroomoverzicht en Ratioanalyse. (Boek, hoofdstuk
5, 6, en appendix 5, 6 en 7)
• Week 7:
Waardebepaling en boekhoudmutaties (Boek, hoofdstuk 7 en appendix 7)
Voorbereiding
1. Lees de hoofdstukken (inclusief bijlagen en appendix) uit het leerboek
‘Jaarrekeninglezen voor juristen’
2. Maak online (Canvas) de mc-vragen die digitaal kunnen worden ingeleverd.
Dit kan tot elke maandag 11.59.
3. Neem deel aan het live college op maandagavond vanaf 19.00.
4. Maak het werkcollege. Dit kan tot elke donderdag 11.59
5. Neem deel aan het live college op donderdagavond vanaf 19.00.
Voorbereiding
• Niet alle antwoorden op de meerkeuzevragen en werkgroep opdrachten
zijn in het leerboek terug te vinden. Deels kunt u de antwoorden
terugvinden in het naslagwerk van Deloitte. Voor zover u de antwoorden
nog niet heeft kunnen vinden raadpleegt u ook andere bronnen (met name
via internet).
• Dit is een bewuste keus zodat u ook leert om andere bronnen te
raadplegen. De stof die niet in de literatuur is terug te vinden, maar wel
tijdens het college wordt besproken is verplichte tentamenstof.
Bonuspunten
• Hoorcolleges → meerkeuzetoetsen → resultaatverbintenis
• Werkcolleges → opdrachten → inspanningsverbintenis
• Zie verder informatie op Canvas
Echt zelf de opdrachten maken!
Voor elk hoorcollege een meerkeuzetoets, 9 vragen goed, dan bonuspunten. Je kunt net
zo vaak oefenen als je zelf wilt. De antwoorden worden niet gegeven, omdat je zelf moet
zoeken.
De werkcollege-opdrachten zijn lastig, dus logisch als die niet in één keer goed zijn, dus
inspanningsverplichting.
Tentamen
Het tentamen bestaat voor een deel uit meerkeuze vragen en een deel open
vragen.
• Als het tentamen op locatie wordt afgenomen:
, 30% meerkeuze (30 uit casuïstiek) en 70% open vragen. Het tentamen is in
dat geval een gesloten boek tentamen.
Wel zal het Deloitte handboek en het boek Jaarrekening MKB op de
computer staan.
Bedrijfseconomie I / II
Bedrijfseconomie (I en II) is een mix van bedrijfseconomie, ondernemingsrecht en
fiscaal recht.
• Bedrijfseconomie: de basisbeginselen van een boekhouding worden
uitgelegd.
• Ondernemingsrecht: de administratie van bepaalde rechtspersonen dient
aan specifieke eisen te voldoen. Dit staat voor een groot deel in titel 9 Boek
2 BW. Het juridisch kader wordt uitgelegd.
• Belastingrecht: de eisen aan een administratie wijken op diverse punten af
van het civiele recht. Diverse verschillen worden in kaart gebracht.
Hoorcollege 1 – algemeen
Balans
Een balans is een opstelling, meestal in een ‘T’-vorm met een linker (debit) en rechter
(credit) kant. Links bezittingen (wat heb je/activa), aan de rechterkant eigen en vreemd
vermogen (oftewel, hoe zijn we eraan gekomen/passiva).
Links: activa langere termijn (grond, gebouwen, machines) en korte activa (voorraden,
debiteuren, vorderingen en liquide middelen (kas/bank)). Zijn steeds andere debiteuren
, en voorraden (staat er wel ieder jaar, maar steeds wat anders). Bij vaste activa is dat wel
het geval.
Activa kan op twee manieren bij elkaar zijn gekregen: ingebracht geld door
aandeelhouders (eigen vermogen, kapitaal, reserves) en onverdeelde winst. Geld kan
ook worden geleend (lang vreemd vermogen, onderscheiden in leningen en de post
voorzieningen). Kan ook voor korte termijn worden geleend (bank, lening courant).
Rekening courant bij iemand anders aan wie je het snel moet terug betalen. Of goederen
inkopen en niet direct betalen, dan leen je als het ware geld van je leveranciers (post
crediteur). Post crediteur is gwn crediteur.
Balans
BEZIT = EIGEN VERMOGEN + VREEMD VERMOGEN
EIGEN VERMOGEN = BEZIT -/- VREEMD VERMOGEN
Als je bezittingen moeten gefinancierd zijn, oftewel door eigen vermogen, ofwel door
vreemd vermogen.
Balans
• Moment opname
• Kan op alle gewenste datum worden opgemaakt
• Eigen vermogen is ‘sluitpost’ (saldo van bezittingen en vreemd vermogen)
• Toe- of afname in het eigen vermogen is het gevolg van?
Meestal aan het einde van het jaar opgemaakt. Sommige bedrijven hanteren gebroken
boekjaar. Bijvoorbeeld Bijenkorf doet het eind januari, zodat ze de winteruitverkoop
meepakken.
Mutaties (veranderingen) eigen vermogen
• Winst
• Inbreng/storting
• Onttrekking/dividend
• Soms: overige rechtstreekse mutaties (bijvoorbeeld: herwaardering)
Kan door een aantal zaken stijgen en dalen. Maakt je winst, dan wordt je rijker/stijgt je
eigen vermogen. Ook als aandeelhouders geld inbrengen door storting van vermogen,
dan stijgt het ook. Als je het er weer uithaalt dan daalt het weer.
Andere rechtstreekse mutaties: bijvoorbeeld herverdelingen.
Vermogensvergelijking ( kijken naar je progressie over een periode)
Begin eigen vermogen
Mutaties:
- resultaat + of -/-
- stortingen +
- onttrekkingen -/-
Eind eigen vermogen
Je hebt een begin eigen vermogen, winst gaat erbij of eraf, dan kom je op het eind eigen
vermogen uit.
Fiscale vermogensvergelijking (2e manier, maar meer fiscale weg)
Eind eigen vermogen
Begin eigen vermogen -/-
Vermogensverschil