BOK Farmacologie 1 2023
BOK Farmacologie 1
In de Body of Knowledge (BOK) wordt de kennis beschreven die een student nodig heeft en
dus moet kunnen gebruiken om de leeruitkomsten van een cursus te behalen.
Leeruitkomsten FC1
Inhoud
Leeruitkomsten
1. Je kunt de algemene farmacologie toepassen om de werking van geneesmiddelen (in
algemene zin) uit te leggen.
2. Je kunt farmacokinetische begrippen gebruiken om het gedrag van geneesmiddelen
in het lichaam te beschrijven.
3. Je kunt de anatomie uitleggen die betrekking heeft op pijn, het gastro-intestinale
stelsel en het cardiovasculaire stelsel
4. Je kunt de fysiologie uitleggen die betrekking heeft op pijn, het gastro-intestinale
stelsel en het cardiovasculaire stelsel
5. Je kunt de pathologie uitleggen die betrekking heeft op pijn, het gastro-intestinale
stelsel en het cardiovasculaire stelsel
6. Je kunt van de meest voorgeschreven geneesmiddelgroepen bij pijn, het gastro-
intestinale stelsel en het cardiovasculaire stelsel het werkingsmechanisme uitleggen.
Versie februari 2023
, BOK Farmacologie 1 2023
Thema Algemene farmacologie, cellen en organen
1. Je kunt een definitie geven van anatomie, fysiologie, pathologie en farmacologie
(farmacokinetiek en farmacodynamiek).
Anatomie: Structuur en organisatie van het menselijk lichaam
Fysiologie: functies
Pathologie: Het ontstaan en het verloop van ziektes
Farmacologie: Interactie tussen het geneesmiddel en het
Lichaam
- Farmacokinetiek: wat het lichaam met het geneesmiddel doet, ADME (absorptie,
distributie, metabolisme, excretie/ eliminatie)
- Farmacodynamiek: wat het geneesmiddel met het lichaam doet
2. Je kunt de verschillende organisatieniveaus van het menselijk lichaam benoemen:
chemisch niveau, celniveau, weefselniveau, orgaanniveau en niveau van orgaanstelsel.
Chemische: stoffen in het lichaam bv. Glucose
Celniveau: organellen van de cel
Weefsel: bv. Skeletspier
Orgaan: organen in je lichaam bv. Maag
Orgaanstelsel: verteringsstelsel
3. Je kunt van de volgende orgaanstelsels de organen benoemen en de functie uitleggen:
huid, zenuwstelsel, hormoonstelsel, cardiovasculaire stelsel, ademhalingsstelsel,
spijsverteringsstelsel.
??? (hc1 dia 26)
4. Je kunt de functie van de volgende celorganellen benoemen: celkern, endoplasmatisch
reticulum, ribosomen en mitochondriën.
- Celkern: besturingscentrum voor de celactiviteiten, Aansturen van de synthese van
eiwitten, Bepaalt zowel de structuur van de cel als de functies die deze kan verrichten
- Endoplasmatisch reticulum (ER): Synthese (Gespecialiseerde gebieden van het
ER vormen eiwitten, koolhydraten en vetten) Opslag, Transport, detoxificatie
- Ribosomen: Maken eiwitten
- Mitochondriën: Energie leveren voor de cel in de vorm van ATP
Extra:
- Cytoplasma: alle organellen en het cytosol, een hal doorzichtige oplossing van enzymen,
voedingsstoffen en elektrolyten
- Celmembraan (bestaat voornamelijk uit vetachtige stoffen): omsluit de inhoud van de cel
en scheidt deze van het extracellulaire vocht, het vocht buiten de cel. Regelt wat in- en
uitgaat. Bestaat uit dubbele laag fosfolipiden met verspreid daartussen cholesterol.
Fosfaatkoppen zijn hydrofiel (trekken water aan) en de lipidestaarten zijn hydrofoob
(stoten water af)
Intracellulair: binnen de cel
Membraanpotentiaal: dankzij het potentiaalverschil tussen binnen- en de buitenkant
van de cellen gebeuren veel lichaamsfuncties bv. Gleiding van impulsen of het zich
samentrekken van spieren. Geneesmiddelen werken hierop zoals lokale anesthesie.
De rustpotentiaal is 80mV
5. Je kunt de bouw en functie van eiwitten, lipiden, koolhydraten en suikers benoemen.
Opgebouwd Functie
Eiwitten Eiwitten zijn ketens van aminozuren die door - Structurele eiwitten
peptidebindingen met elkaar zijn verbonden. De (zoals collageen):
volgorde van de aminozuren en de interacties van vormen pezen en
hun R-groepen zijn bepalend voor de uiteindelijke ligamenten
vorm van een eiwitmolecuul
- Contractiele
Versie februari 2023
, BOK Farmacologie 1 2023
Elk eiwit werkt het best bij een optimale combinatie eiwitten:
van temperatuur en pH. Er komen 20 soorten spiercontractie
aminozuren voor in menselijk eiwit - Transporteiwitten:
hemoglobine (Hb)
- Enzymen,
hormonen en
antistoffen
Lipiden Blz. 13 in het boek: Triglyceriden (vetten) bestaan Energiereserve; isolatie
(vetten) uit drie vetzuurmoleculen die aan een molecuul (tegen kou)
glycerol zijn verbonden
Verzadigde vetzuren/oliën: in dierlijke Opbouw celmembranen,
vetten steroïdhormonen
Enkelvoudig onverzadigde: in
plantaardige (bv olijfolie, het meeste
gezonde!
Meervoudig onv.: zonnebloemolie
Cholesterol: gemaakt in de lever of zit in dierlijk
producten (eieren). Stabiliseert de celmembraan,
bestanddeel van gal. Grondstof voor
steroïdhormonen, zijn vetmoleculen die uit vier
verbonden ringen van koolstofatomen bestaan. Te
veel cholesterol in het bloed verhoogde risico op
hart- en vaatziekte. Geneesmiddel statinen zijn om
cholesterolgehalte te verlagen.
Koolhydraten - Monosachariden: glucose (leveren snel Energiebron voor
(bekende energie) stofwisselingsprocessen
voorbeelden - Disachariden: maltose, sucrose (suiker
zijn zetmeel in koffie) lactose
en Suiker - Polysachariden: zetmeel, glycogeen en
(glucose)
cellulose (moet afgebroken worden in
mono... dus glucose)
Cellulose (in groente): niet verteerbaar
zachtere ontlasting
Filamenteuze eiwitten: zijn lang en dun bv. Collageen
Globulaire eiwitten: ronder en boller van vorm bv. Hemoglobine
6. Je kunt benoemen wat ATP is en waar het voor nodig is (inclusief celademhaling).
(Adenosinetrifosfaat) is een energiemolecuul in cellen. Geproduceerd in de mitochondria
van cellen. Mitochondria zijn de belangrijkste organellen voor de synthese van ATP via
het proces van celademhaling. Celademhaling/cellulaire ademhaling is dat ADP wordt
omgezet/opgeladen tot ATP in de mitochondriën.
((De volgende reactievergelijking hoef je niet te kennen dacht ik))
Koolhydraten/lipiden/ glucose + zuurstof + ADP ATP + kooldioxide + water +warmte
ATP is nodig voor allerlei processen bv spiercontractie, actief transport
Goed om te weten: de ziekten als angina pectoris beïnvloeden de energieproductie.
Geneesmiddelen als nitroglycerine zorgen ervoor dat het lichaam ATP blijft maken``
7. Je kunt uitleggen wat het werkingsmechanisme is van een geneesmiddel.
Versie februari 2023