In deze owg staat alles over de verschillende soorten spierweefsels en de fysiologie en anatomie hiervan.
Er is ok uitgelegd hoe weeën in zijn werk gaan en de verschillende soorten weeën zijn uitgelegd.
Owg 2.4
Hoe werken de spieren en de spiercontracties in relatie tot weeën?
Wat is de anatomie en fysiologie van de spieren? (Welke soort spieren zijn er,
hoe worden spieren aangestuurd, wat is spierpijn, wat is spierkramp, positieve
feedback, gap junctions, actiepotentialen)
Er zijn 3 soorten spierweefsel: glad spierweefsel, gekruist of dwarsgestreept
spierweefsel en hartspierweefsel.
Glad spierweefsel en hartspierweefsel horen bij het onwillekeurige zenuwstelsel.
Gekruist spierweefsel (skeletspieren) tot het willekeurige.
Skeletspieren
Een skeletspier heeft een aantal onderdelen:
- De buitenste laag, het epimysium, dit is een laagje bindweefsel
- Spiervezels, spiercellen of myofibrillen (deze zijn individueel omgeven door
een bindweefsellaagje dat het endomysium heet)
- Spierbundels of fasciculi (een bundeltje spiervezels bij elkaar omgeven door
het perimysium)
- Bundelvlies (houdt het bundeltje spiervezels bij elkaar)
- Pees (uiteinden van bundelvliezen bij elkaar, verbindt bot en spier)
Een skeletspier is multi nucleair, dit houdt in dat
elke spiercel meerdere celkernen heeft.
Het spierweefsel is niet mitotisch, dit betekent dat
de cellen niet automatisch beginnen met delen na
een beschadiging. Hier komen dan satelietcellen
voor in de plaats, dit zijn stamcellen van de
skeletspieren. Deze kunnen zich ontwikkelen tot
nieuwe spiercelkernen.
Een stamcel is een cel die nog geen specialisatie
heeft en dus nog in staat is zichzelf te ontwikkelen
tot verschillende celtypes.
Bij beweging wordt de spier korter en dikker, de spier trekt samen. Bij ontspanning
wordt de spier langer en dunner. (Denk aan spierballen)
Hartspierweefsel
Hartspierweefsel is uni nucleair, iedere spiercel heeft 1 celkern. Het spierweefsel is
dwarsgestreept en het valt onder het autonome, onwillekeurige zenuwstelsel; je kunt
niet zelf bepalen of je hart samentrekt of niet.
Het spierweefsel is niet mitotisch, wanneer het hartspierweefsel beschadigd, komt er
littekenweefsel in de plaats. Dit is minder goed doorbloed en stugger dan het
‘normale’ spierweefsel, wat voor moeilijkheden kan zorgen.
, Glad spierweefsel
Glad spierweefsel komt voor in het maag-darmkanaal, in bloedvaten en in de longen.
Het is uni nucleair, wat betekent dat iedere spiercel 1 celkern heeft. Het behoort tot
het autonome, onwillekeurige zenuwstelsel; je kunt het niet zelf aansturen.
Het spierweefsel is mitotisch, het spierweefsel is deelbaar en kan zichzelf herstellen
wanneer het beschadigd raakt.
De verschillende spiervezeltypes
Spiervezeltype 1
Dit vezeltype bevat langzame vezels, met veel mitochondria.
Mitochondria zijn de ‘energiefabrieken’ van cellen. De mitochondria zorgen voor een
nieuwe ATP-voorziening, waardoor de spier een hoge resistentie tegen vermoeidheid
heeft en dus meer inspanning kan verdragen.
ATP is de kleinste bruikbare vorm van energie en zorgt voor de samentrekking van
spieren. Het zorgt ervoor dat actine en myosine in elkaar schuiven waardoor de spier
samentrekt en korter wordt.
Bevat veel capillairen.
Heeft een hoog myoglobinegehalte, dit zorgt ervoor dat er gedurende een langere
periode zuurstof afgegeven kan worden aan de spier.
Er is een aerobe capaciteit. Denk hierbij aan een marathon.
Myoglobine is een zuurstofbindend eiwit.
Spiervezeltype 2b
Dit vezeltype bevat snelle vezels met weinig mitochondria. Er wordt geen nieuwe
ATP geproduceerd tijdens activiteit in de spiervezel, waardoor de spier het moet
doen met de ATP voorraad die er op dat moment aanwezig is.
De spiervezel heeft een hoge activiteit van het enzym ATPase wat zorgt voor snelle
spiercontracties.
De spier kan veel kracht leveren, maar is snel vermoeid.
Bevat weinig capillairen.
Heeft een laag myoglobinegehalte waardoor er maar voor een korte periode zuurstof
afgegeven kan worden aan de spier.
Er is een hoge anaerobe capaciteit. Denk hierbij aan een korte sprint.
Spiervezeltype 2a
Dit is een soort combinatie van de bovenste twee soorten spiervezels.
Werkt zowel aeroob als anaeroob.
Bevat veel capillairen, mitochondria en myoglobine.
Levert veel kracht maar minder dan type 2b.
Denk hierbij aan een teamsport.
Hoe worden spieren aangestuurd
Skeletspieren kun je bewust aansturen. Naar elke spier loopt een zenuw. Deze
geven elektrische signalen af aan de spier wanneer je deze spier wilt gebruiken.
Door deze elektrische signalen trekt de spier zich samen.
Afhangend van de hoeveelheid inspanning die geleverd wordt, worden er meer of
minder spiervezels aangespannen.
Tijdens inspanning worden er ook signalen teruggestuurd naar de hersenen, deze
signalen geven de hersenen informatie over de aanspanning van de spier.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper paula_willems. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.