Een samenvatting voor het vak gedwongen kaders avans hogeschool breda social work jaar 2. Een samenvatting van alle stof uit het boek, audiocolleges en lessen.
Lesweek 11 inleiding in het recht/ hoofdstuk 1
Wat is (doel/functie van) recht?
Recht is verzamelnaam voor alle overheidsregels die in onze samenleving gelden.
Een kenmerk van rechtsregels is dat nakoming van deze rechtsregels in principe afgedwongen kan
worden (via de rechter).
Doelen/functies van recht o.a.:
- Ordering van samenleving (als totaal) en individuen (menselijk gedrag) door het stellen van
regels.
- Rechtvaardige oplossing bij conflict
- Richting geven aan handelen van overheid (wetgeving, bestuur, rechtspraak)
(Ordening naar) rechtsgebieden
Publiekrecht – heeft betrekking op rechtsverhouding tussen overheid en natuurlijke personen
(burger en/of rechtspersonen (organisaties) of overheidsinstanties onderling. Geeft regels voor
juridische verhouding tussen burgers (natuurlijke personen en/of bedrijven) en overheid en omvat de
rechtsgebieden staatsrecht, strafrecht en bestuursrecht.
Staatsrecht → recht inzake staat als organisatorisch verband, maar ook de klassieke en sociale
grondrechten die door de overheid geëerbiedigd dienen te worden. De organisatie van de staat wordt
beschreven. Er staan regels in over bevoegdheden van de verschillende overheidsorganen. De
belangrijkste wet van het staatsrecht is de grondwet, maar ook de provinciewet en de gemeentewet
maken onderdeel hiervan uit. Hieronder lees je meer over de rechtsbronnen van het staats- en
bestuursrecht.
Staat
1. Heeft een grondgebied
2. Er zijn inwoners
3. Er is een regering die het gezag uitoefent
Democratie
1. Vrije verkiezingen: in nederland hebben burgers de bevoegdheid om, als zij kiesrecht hebben,
de vertegenwoordigers van de belangrijkste staatsorganen te kiezen.
2. Een parlementair stelsel: het gaat om de betrekking tussen regering en parlement. Om te
kunnen regeren moet de regering de steun van het parlement hebben. Dit noemt men het
vertrouwensbeginsel. Als de kamer geen of niet langer vertrouwen heeft in een
bewindspersoon of in het kabinet, spreekt de kamer een motie van vertrouwen uit. Dit
betekent dat de betreffende bewindspersoon of het kabinet naar huis wordt gestuurd.
Volksvertegenwoordiging heeft uiteindelijk dus de hoogste macht.
3. Respect voor de grondrechten: door de grondrechten wordt de macht van de overheid
beperkt ter wille van de menselijke vrijheid en waardigheid. Grondrechten zijn fundamentele
rechten van de mens.
Klassieke grondrechten: mag de overheid geen inbreuk op maken, tenzij de wet haar die bevoegdheid
geeft.
Sociale grondrechten: leggen de overheid een bepaalde taak op.
, 4
Bestuursrecht/administratief recht → recht inzake de regels van organen van de overheid en andere
organen die met openbaar gezag zijn bekleed, voor het gebruik van hun bevoegdheden.
Strafrecht → hieronder vallen de gedragingen die de wetgever strafbaar heeft gesteld, evenals de
straffen die de rechter kan opleggen en de regels voor de manier waarop de daders berecht moeten
worden.
Privaatrecht - heeft betrekking op rechtsverhouding tussen natuurlijke personen (burgers) en/of
rechtspersonen (organisaties) = burgerlijk recht/civiel recht. Geeft regels voor de rechtsrelaties tussen
burgers onderling.
Internationaal recht - recht dat tussen minimaal 2 staten geldig is > internationaal publiekrecht of
internationaal privaatrecht
Verschillende rechtsgebieden kunnen binnen één thema terug te vinden zijn. In het kader van de
zorg- en welzijnspraktijk kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het jeugdrecht, het
vreemdelingenrecht en het gezondheidsrecht.
Andere indelingen van recht
Objectief recht (law) – bevat alle geldende regels dus alle rechten en plichten die in de rechtsbronnen
zijn vastgelegd = rechtsregel. Dat gaat om de rechtsregels die we terug kunnen vinden in bijvoorbeeld
wetboeken.
- Voorbeeld = Artikel 289 Wetboek van Strafrecht: Hij die opzettelijk en met voorbedachten
rade een ander van het leven berooft, wordt, als schuldig aan moord, gestraft met
levenslange gevangenisstraf of tijdelijke van ten hoogste dertig jaren of geldboete van de
vijfde categorie.
Subjectief recht (right) - persoonlijke rechten en plichten afgeleid uit het objectieve recht (let op: de
rechtsregel zelf objectief recht)
- Voorbeeld = Artikel 6:74 Burgerlijk Wetboek = objectief recht. Iedere tekortkoming in de
nakoming van een verbintenis verplicht de schuldenaar de schade die de schuldeiser
daardoor lijdt te vergoeden, tenzij de tekortkoming de schuldenaar niet kan worden
toegerekend. Hier vloeit wel uit voort recht op schadevergoeding betalen en krijgen =
subjectief recht.
Materieel recht – inhoud van de rechten en plichten.
- Voorbeeld = Hetzelfde artikel als “objectief recht” is óók een voorbeeld van materieel recht:
gaat immers om inhoud! Als je een boek haalt moet de koper betalen en verkoper leveren.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper daniquevanlaarhoven1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,99. Je zit daarna nergens aan vast.