Rijksuniversiteit Groningen, Pedagogische Wetenschappen
Interculturele pedagogiek – jaar 2, periode 1
Inhoud
College 1 – Cultuur, opvoeding en verzorging (13/9)...............................................................................................2
College 2 – Interculturele communicatie en samenwerking (20/9).........................................................................7
College 3 – Socialisatie in cross cultureel perspectief (27/9)..................................................................................11
College 4 – De overdracht van (inter)etnische attituden en overtuigingen tijdens de socialisatie (4/10).............18
Deel 1: Jonge kinderen en hun kijk op ras en etniciteit......................................................................................18
Deel 2 – van kindertijd naar adolescentie...........................................................................................................22
College 5 – Culturele diversiteit op scholen, en de culturele responsiviteit van schoolprofessionals (11/10)......26
Deel 1...................................................................................................................................................................26
Deel 2: Gastcollege Ceren su Abacioglu..............................................................................................................29
College 6 – De pedagogische context van het psychisch welbevinden bij jeugd in migrantengroepen en
vluchtelingengroepen (18/10)................................................................................................................................35
College 7 – Culturele en religieuze identiteit in de pleegzorg (25/10)...................................................................42
-
,COLLEGE 1 – CULTUUR, OPVOEDING EN VERZORGING (13/9)
Inrichting en interacties onderwijs = een culturele constructie
- Docenten/leerling rol
- Beïnvloed door cultuur
Cultuurdimensies Hofstede (2010). Hofstede heeft de hele wereld ingedeeld aan de hand van cultuurdimensies.
- Machtafstand: klein vs. groot
- Hiërarchisch vs. egalitair
- Onderwijsmethode: reproductie vs. critical thinking, reflectie
CULTUUR (BEGRIP) <-> OPVOEDING <-> ONTWIKKELING
Antropologen over cultuur:
- Cultuur = gedeeld systeem van kennis & betekenisgeving
- Gedeelde werkelijkheid over wat gewenst + goed is voor het kind
- Cultuur is aangeleerd: gezind verantwoordelijk voor enculturatie
o Enculturatie = ingewijd/gesocialiseerd worden in cultuur. Dat gebeurt door je ouders,
familieleden, op school, op straat, in de samenleving.
Culturele transmissie en gezin: wederzijdse beïnvloeding
Dankzij opvoeders blijft een cultuur bestaan, en andersom putten opvoeders uit cultuur t.a.v. hoe ze willen
opvoeden. Normen en waarden en betekenisgeving wordt doorgegeven door de opvoeders. Doordat ze dit
doen kan een cultuur blijven voortbestaan. Het is dus een cyclisch proces: culturele transmissie.
Voorbeeld over de invloed van opvoeding: over seksuele opvoeding van adolescenten.
Onderzoek: ‘Not under my Roof’ Parents, Teens and the Culture of Sex
- Een cross-culturele vergelijking naar de heteroseksuele opvoeding in de middenklasse VS en NL door
Amy Schalet
o Amy heeft deels een outsider perspective. Tot haar 12e is ze in Nederland opgegroeid en
daarna is ze terug gegaan naar de VS. Ze heeft dus uit beide landen culturele achtergrond.
Resultaten van het onderzoek:
- Cultuur als kennis en betekenisgeving
o VS: seks = gevaarlijk! Vooral voor meisjes (je kunt zwanger worden, seks is een negatief
onderwerp in het gezin).
o NL: Seks kan normaal onderdeel van de adolescentie zijn
- Culturen voeden ideeën en waarden over de opvoeding
o VS: stabiel romantisch samenzijn van tieners bestaat niet
o NL: Tienerseks past binnen een langdurige romantische relatie
Wel onderdeel van langdurige relatie, niet zomaar voor 1 avond.
- Culturen beïnvloeden dus opvoedingspraktijken
o VS: Teenage seks? Not under my roof!
o NL: Seks thuis mag, juist graag thuis (monitoring: voorbereiden, anticonceptie)
,Het is echter niet zo dat tieners in de VS geen seks hebben. Tienerzwangerschappen komen zelfs vaker voor in
de VS. De gemiddelde leeftijd waarop een tiener seks heeft verschilt dan ook niet in NL en VS ondanks het
strengere beleid in de VS.
Cultureel Psychologisch model Whiting (Artikel: Harkness & Super)
De sociaal historische ontwikkelingen die een samenleving heeft gekend zijn van invloed op…
o Manieren van opvoeden en verzorgen, die samen leiden tot…
‘semi’ permanente psychologische effecten op leden van een samenleving
Die effecten manifesteren en projecteren zich als uitingen in onze samenleving
systeem van betekenisgeving.
Dit model is volgens Harkness en Super te lineair. Pijlen kunnen ook de andere kant op werken.
ECOLOGISCH MODEL (BRONFENBRENNER)
De omgeving van het kind wordt gezien als een soort ui. Iedere laag heeft een andere invloed op het kind.
- Microsysteem
o Kind staat in het midden van het model. De rol die het kind vervult in bijvoorbeeld het gezin
of op school.
- Mesosysteem
o Geheel van microsystemen. Bijvoorbeeld de peuterspeelzaal, muziekclub. Dus alle systemen
waar het kind ook nog onderdeel van uitmaakt.
- Exosysteem
o Formele en informele structuren rond het gezin die vooral invloed hebben op de ouders, en
daarmee ook op het kind. Werk en sociaal netwerk van de ouders.
- Macrosysteem
o Alles op samenlevingsniveau. Bijvoorbeeld het onderwijssysteem.
Bronfenbrenner zei dat we het kind juist in context willen bestuderen, omdat je dan kunt bekijken waarom een
kind zich op een bepaalde manier gedraagt. Hij zegt dat harmonie tussen alle systemen wel heel belangrijk is.
DEVELOPMENTAL NICHE: 3 SUBSYSTEMEN (HARKNESS & SUPER)
Kritiek op Bronfenbrenner: ze vonden dat er te weinig cultuur terug te zien was in het model van
Bronfenbrenner. Daarom hebben ze een nieuw model getekend: developmental niche.
, Developmental niche spitst zich toe op de culturele dimensies van de omgeving waarin kinderen opgroeien
aan de hand van 3 subsystemen:
1. De fysieke en sociale ‘settings’ waarin een kind leeft
o Waar en met wie brengt het kind de tijd door?
o Wat doen verzorgers met het kind?
o Bepaalt type interacties, en dit beïnvloedt het sociaal gedrag en de
ontwikkelingsmogelijkheden van kinderen.
o Voorbeelden van Kipsigis stam in Kenya & Nso stam in Kameroen
Voortdurende nabijheid moeder pediatrische opvoedingsstijl
- Functie hiervan: afhankelijkheid en conformiteit bevorderen
Kind helpt/imiteert brusjes/ouders apprentice model
- Broertjes en zusjes doen dingen voor en het kind imiteert dit.
- Dit is ook handig, want het doel is dat de kinderen dichtbij huis blijven in de
toekomst. Dingen die ze hiervoor moeten leren zijn ook te leren dichtbij
huis.
2. De gewoontes van verzorging en opvoeding
o Gedragsstrategieën om om te gaan met kinderen van een bepaalde leeftijd(fase),
“vanzelfsprekend”
‘zo doen wij dit gewoon’ common sense handelingen/gewoonten heeft wel
invloed op de ontwikkelingsmogelijkheden van kinderen.
o Voorbeelden: Nso stam Kameroen
Eten/drinken, emotieregulering pediatrische opvoedingsstijl
- Direct de borst aanbieden aan het kind als het lijkt dat hij/zij hier behoefte
aan heeft. Dit is calorie-besparend handelen omdat het eten daar zo
schaars is. Westerse ouders leven op een tijdklok dus hier is het niet direct
mogelijk om kinderen te voeden op het moment dat zij daar behoefte aan
hebben.
Gewoonten gericht op motorische ontwikkeling apprentice model
- Kind al snel leren staan etc. Fysieke ontwikkeling vindt men daar belangrijk
om de groei van de baby te stimuleren. Kinderen in Kameroen zijn op
jongere leeftijd dan ook in staat om te lopen dan in Duitsland.
3. De psychologie van de opvoeders
o Culturele denkmodellen voor de opvoeding
o “Parental ethnotheories” over gewenste competenties opvoedingsdoelen
o Voorbeelden:
Nso stam, Kameroen (Keller, 2003) & Kipsigis stam, Kenya (Harkness & Super, 1986)
- Opvoedingsdoel: motoriek, gehoorzaamheid, verantwoordelijkheid
Middle class gezinnen Duitsland (Keller, 2003)
- Agency, verbaal en cognitief sterk, uniciteit
- Moeders in Duitsland praten veel meer tegen hun kinderen. Veel
oogcontact en verbaal contact direct gericht op het kind. Volgens Keller
doen de ouders in Duitsland dit zodat het kind zelfstandig wordt. Ze leren
baby’s het causaliteitsbesef aan door prikkels aan te bieden.