College aantekening van hersenen en aansturing geneeskunde jaar 1. Uitgebreid uitgewerkt met afbeeldingen en volledige inhoud van powerpoint, verhaal van docent en eigen aanvullingen.
97% van de corticale motorneuronen projecteert via interneuronen en 3% direct naar
alpha-motorneuronen.
3% heel belangrijk.
Directe verbinding naar 2e motorneuron en die ligt ofwel in de hersenstam en ofwel in
het ruggenmerg en vanuit de hersenstam gaat bv een hersenzenuw naar het gelaat of
vanuit het ruggenmerg een spinale zenuw, een 2e MN naar een spier toe. Andere
systemen:
Extrapiramidaal systeem
Cerebellair systeem:
o strategie, plaaning.
o Feedback en bijsturen,
o Gebruikt visuele, sensibele en vestibulaire informatie voor evenwicht en
balans
Waarom directe verbinding zo belangrijk?: zijn de neuronen die eenzijdig (zonder
reserve) de meest precieze beweging moet aansturen:
Geen reserve (unilateraal innerverend) dus grotere kans op functieverlies. 3%
zijn de neuronen die eenzijdig innerveren en geen reserve hebben. Bilateraal
innervatie geeft reserve, bescherming tegen ziekte. Minder snel uitval van
gelaatspieren die bilateraal geïnnerveerd zijn.
Sturen precieze beweging aan. Als er iets misgaat in gebieden waar je precies
motoriek gebruikt valt dat meteen op:
o Scheef egzicht
o Onduidelijke spraak (= dysarthrie)
o Onhandigheid
Somatotopie van het ruggenmerg:
Tr. Corticospinalis lateralis: is het 1e MN. Verbind direct met 2e motorneuron in
het ruggenmerg en vanuit ruggenmerg gaat en spinale zenuwe naar de spieren.
o Gekruist, eenzijdig
o Laterale en caudale motorneuronen
distale musculatuur extremiteiten
Tr. Corticobulbaris (naar hersenstam).
o Ongekruist, bilateraal
o Mediale en rostrale motorneuronen
axiale musculatuur
Hoe denkt een neuroloog:
1. functionele diagnose: welk functioneel systeem van de hersenen is aangedaan.
Sensorisch, visueel systeem etc. 1e of 2e MN?
2. Anatomisch lokalisatie diagnose: lokaliseren van klacht
3. Etiologische diagnose: oorzaak, wat zou het kunnen zijn
Kenmerken 1e motorneuron stoornis:
parese – patronen
Parese
Bij een stoornis van het motorisch systeem is de vraag of het een 1e of 2e MN stoornis is.
Een 1e en een 2e MN stoornis kunnen beide een parese geven! Zowel voor het 1e MN
als voor het 2e MN geldt: als er minder axonen actiepotentialen kunnen doorgeven
zullen er bij het eindpunt minder spiervezels aan het werk gezet kunnen worden.
Hebt allebei het 1e en 2e MN nodig voor aansturing spieren. Is 1 van de twee beschadigd
dan komt maar een deel van de signalen door en gaat de spier ook maar gedeeltelijk
samentrekken. Krijgt krachtverlies bij zowel 1e en 2e MN stoornis.
De ernst van de parese bij een 1e of 2e MN stoornis hangt af van het overblijvend aantal
functionerende axonen en kan variëren van licht tot compleet (=paralyse):
Paralyse = complete uitval
Parese = gedeeltelijke utival
Bij deze mevrouw: rechtszijdige zwakte. Als signalen vanuit de linker motorcortex
gewoon normaal vuren, kruisen bij je verlengde merg en aankomen in je cervicale
ruggenmerg en laten de 2e MN naar de spieren van de arm om op te tillen. Dan maakt
ogen dicht of open niet uit.
Bij niet arm op kunnen tillen kan het of het 1e of het 2e motorneuron zijn.
als de 1e het niet doet of de 2e dan gebeurt er niks. Allebei de axonen heb je nodig,
als er 1 beschadigd is komt er maar een deel van het signaal door. Uitzakkende
arm kan dus beide zijn.
Parese - patronen:
Dropping hand: statistisch grootste kans dat het ene perifeer probleem is, maar
kan ook 1e MN zijn!
o 2e MN: Afknelling nervus radialis: strekken van vingers/hand.
o 1e MN: Infarct ‘hand knob’, gyrus precentralis.
Hemiparese (Volledig verlamd aan 1 kant) is bijna zeker door 1 e motorneuron.
Infarct op corona radiata en capsula interna. Dia 29
Aangezichtsverlamming: 1e MN corticobulbair (naar de hersenstam), 2e MN n.
facialis.
o 1e MN (begint in cortex en loopt tot aan punt bij kern n. facialis):
‘mondhoekparese’, ogen kunnen nog sluiten
Bovenste gedeelte aangezicht is bilateraal geïnnerveerd. Dat
betekent dat bij doorsnijden 1e MN het oog nog vanaf de andere
kant wortd geinnerveerd, maar de mond niet.
Bij infarct
o 2 MN: ‘volledig’ oog en mond
e
zwelling n. facialis, ontstoken en knel in kanaaltje. Complete
verlamming aangezicht. Herstelt vanzelf weer.
1 oog niet kunnen sluiten: maar 1 kant doet het niet
Oogdruppels: oog droogt uit omdat ze niet kunnen sluiten.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper nwassenburg. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.
