Samenvatting BA301 Psychofarmacologie
Thema 1: Slaapstoornissen
Regulatie slaap
Waak
Het arousal spectrum
Bij waak is er sprake van een goede balans
tussen te veel en te weinig arousal
iemand is wakker, alert en in staat om
goed te functioneren. Waar op het
spectrum iemand zit wordt in grote mate
beïnvloed door 5 belangrijke
neurotransmitters: His, DA, NA, 5HT en
ACh.
Arousal circuit
Het arousal circuit stimuleert
waakzaamheid en bestaat uit 2 stijgende
banen:
1. Via de thalamus PPT en LDT
produceren ACh, wat de thalamus
stimuleert om de cortex te stimuleren.
2. Omzeilt thalamus Nuclei laten verschillende neurotransmitters vrij, waardoor de cortex wordt
gestimuleerd. Dit wordt aangevuld door LHA en BF neuronen, waardoor de cortex extra wordt
gestimuleerd.
De belangrijkste waak promotor is TMN, wat histamine vrijlaat.
,Slaap
Fases slaap
Non-rapid eye movement (non-REM) bestaat uit N1, N2 en N3.
N1 lichtste slaap, moment tussen wakker zijn en slapen, theta golven.
N2 diepere slaap dan N1, meer theta golven, k-complexen (zorgen dat je in slaap blijft) en sleep
spindles.
N3 diepste slaap, delta golven. Je bent moeilijk wakker te krijgen.
Rapid eye movement (REM) dromen, active mind, paralyzed body je hersenen zijn erg actief,
maar je lichaam wordt afgeremd. Dit is voordelig omdat je spieren anders de bewegingen zouden
maken die je in je dromen ook maakt.
Slaap circuit
De slaap promotor is VLPO, wat GABA afgeeft.
Tijdens slaap zijn de VLPO neuronen actief, wat leidt tot:
1. Remming monoaminerge pathways (Raphe, LC, TMN, PAG) verminderde activiteit cortex
waak wordt geremd.
2. Remming cholinerge pathways (PPT en LDT) minder stimulatie thalamus verminderde
activiteit cortex waak wordt geremd.
3. Remming LHA minder orexine productie verminderde activiteit cortex waak wordt
geremd.
Circadiaanse ritme
Slaap is een van de circadiane ritmes van het lichaam en zorgt ervoor dat het lichaam rond een
bepaalde tijd laat in de middag of ’s avonds moe wordt. Circadiane ritmes zijn lichamelijke ritmes
gedurende 24 uur, het is onze biologische klok.
Onder invloed van licht geeft SCN een signaal door voor het remmen van melatonine secretie. De
SCN wordt dan gestimuleerd, waardoor DMH wordt gestimuleerd. DMH remt VLPO en stimuleert
LHA (meer orexine) wakefulness.
Wanneer het donker is geeft SCN signaal door aan de epifyse om melatonine af te geven.
melatonine reset circadian cycle. Melatonine remt SCN minder stimulatie DMH minder
remming VLPO en minder stimulatie LHA slaap.
Homeostatische drive
Naarmate je langer wakker bent, wordt er een slaapdruk opgebouwd. De homeostatische sleepdrive
verhoogt de druk om te slapen gedurende de dag door ophoping van adenosine. Adenosine is een
homeostatische accumulator voor de druk om te slapen.
Als je wakker bent wordt er energie verbruikt in de hersenen. ATP -> ADP/AMP -> adenosine ->
stijging extracellulaire adenosine levels in o.a de BF.
Adenosine remt de BF, waardoor waak wordt geremd en het stimuleert de VLPO, waardoor slaap
wordt gestimuleerd.
Cafeïne is een adenosine antagonist slaap wordt geremd.
, Flip-flop switch (sleep/wake switch)
De direct inhibitiemogelijkheid tussen VLPO en LC, TMN en raphe zorgt voor instabiliteit, waardoor
een scherpe transitie ontstaat. De toevoeging van de orexine neuronen stabiliseert de switch. De
switch verklaart waarom waak-slaap overgangen vaan abrupt zijn.
Tijdens waakzaamheid wordt orexine vrijgelaten wat LC, TMN en raphe stimuleert. Dit zorgt voor
remming van de VLPO en stimulatie van de cortex, waardoor er dus waak is.
Tijdens slaap wordt de VLPO actief, waardoor orexine en LC, TMN en raphe worden geremd. Dit zorgt
ervoor dat de remming van de VLPO door LC, TMN en raphe wordt verwijderd en dat de stimulatie
van orexine wordt verwijderd. Hierdoor kantelt de switch naar slaap.
Narcolepsie
= slaperigheid overdag. Patiënten kunnen overdag plotseling in slaap vallen.
Bij narcolepsie is er sprake van een verlies van orexine neuronen in de LHA. Verlies van orexine
neuronen zorgt voor destabilisatie van de flip-flop switch, waardoor de switch zomaar kan kantelen.
Door een verlies van orexine neuronen worden LC, TMN en raphe minder gestimuleerd, waardoor de
VLPO minder wordt geremd slaap.
Insomnia
Definitie
Meer dan 3 nachten per week slaapklachten zoals een te lange tijd tot inslapen, te vaak 's nachts
ontwaken, moeite om weer in te slapen en te vroeg wakker worden, die langer dan 3 maanden
aanhouden met slechter functioneren overdag.
DSM-5 criteria:
- Ontevredenheid met hoeveelheid en kwaliteit van slaap: problemen met in slaap vallen, in slaap
blijven of te vroeg wakker worden.
- Slapeloosheid verstoort het functioneren, bijvoorbeeld in werk- of privéleven, gedragsmatig of
emotioneel.
- Moeite met slapen treedt minstens 3 keer per week op en is langer dan 3 maanden aanwezig.
- Moeite met slapen ondanks dat er genoeg tijd voor is.
- Het is niet te verklaren door een andere slaap-waak aandoening of als effect van een andere stof
(alcohol of geneesmiddel bijwerking).
Pathofysiologie
De pathofysiologie van insomnia is onbekend hypothese = monoaminerge pathways , BF en LHA
zijn meer actief, wat resulteert in meer 5-HT, NA, His, DA en ORX, waardoor de cortex meer wordt
gestimuleerd en de VLPO meer wordt geremd.
Behandeling
1. Niet medicamenteuze behandeling