Op welke manieren planten dieren zich voort
- Aseksuele voortplanting
- Seksuele voortplanting
o Hermafroditisme
o Gescheiden seksen
▪ Externe bevruchting
▪ Interne bevruchting
Gen en Allel
- Elk chromosoom bevat genen
- Elk gen codeert voor een eiwit met een bepaalde functie (1 erfelijke eigenschap)
- Soms zijn er van een gen verschillende allelen
Reproductie
- Ongeslachtelijke voortplanting
o Mitose (somatische cellen): 2N ->2N + 2N
o 1 ouder zorgt voor genetische identieke nakomelingen
- Geslachtelijke voortplanting
o Fusie van vrouwlijke gameet en mannelijke gameet tot
zygote
o Meiose: 2N -> (N + N) + (N + N)
o 2 ouders zorgen voor variabele nakomelingen
Haploid: van elk type chromosoom er 1 (in gameten=geslachtscellen) (n)
Diploid: van elk type chromosome 2 (in somatische cellen = gewone
lichaamscellen) (2N)
,Fysiologie voortplanting
Het verschil tussen aseksuele voortplanting en seksuele
voorplanting. Voor beide zijn er voordelen en nadelen:
Ongeslachtelijke voortplanting
- Knopvorming -> Uitgroeien van nieuw organisme op Moeder organisme
- Fragmentatie en regeneratie -> splitsen en dan weer groeien
- Parthenogenese (wespen, bijen, mieren, hamerhaai)
o Komodovaraan: kan ook maagdelijk voortplanten. Het vrouwtje (WZ) krijgt altijd een
mannetje (ZZ). Vrouwtje is ZW en dupliceert haar ZZ en WW maar ZZ is niet
levensvatbaar.
Voortplanten als je weinig soort genoten tegenkomt?
- Hermafrodiet (tweeslachtigheid): Als een tweeslachtig organisme zichzelf ook voort kan
planten met louter eigen cellen, is er sprake van parthenogenese; een organisme dat
maagdelijke voortplanting kent. Soms is het een genetische fout, en functioneert één of
geen van beide organen. Slakken en regenwormen bijvoorbeeld zijn man en vrouw tegelijk
maar moeten wel paren om zich voort te kunnen planten.
- Van geslacht veranderen
Externe bevruchting
- Goede timing
- Veel gameten
- Bij elkaar in de buurt blijven
Interne bevruchting
- Systeem nodig om gameten te maken -> gonaden
- Gameten worden gemaakt met behulp van meiose
- Complexe voortplantingsorganen nodig
- Kan ook in een droge omgeving
- Weinig zygoten geproduceerd: ouderzorg of andere bescherming
Geslachtsorganen
- Bij mannen en vrouwen zijn ze ‘homoloog’
- In de ontwikkeling
o Zonder testosteron: vrouw
o Met testosteron: man
o Onduidelijke hoeveelheid: hermafrodiet
, Fysiologie voortplanting
Mannelijke geslachtsorgaan
- Cowperse klier: twee exocriene klieren vlak bij de prostaat
die bij seksuele opwinding enige tijd voor te ejaculatie het
voorvocht afscheiden, voordat het sperma via de urinebuis
het lichaam verlaat. Het geproduceerde slijm neutraliseert
eventueel achtergebleven urine in de urinebuis. Hierdoor
wordt het afsterven van spermacellen in de urinebuis
voorkomen. Het slijm is kristalhelder en is bovendien een goed werkend glijmiddel.
Spermatogonese -> vorming van zaadcellen
- Tunica albuginea is bindweefsel met bloedvaten. Om elke testis zit een
laag.
- Cellen van Leydig zijn cellen die onder andere in de testes (zaadballen)
in het losmazig bindweefsel tussen de
verschillende lobben (lobuli) te vinden
zijn. Daar produceren zij onder invloed
van de gonadotrope hormonen follikel
stimulerend hormoon (FSH) en
luteïniserend hormoon (LH) het
mannelijke hormoon testosteron.
Vorming van zaadcellen
- De sertolicellen (voedstercellen) begeleiden de
rijping van zaadcellen. Deze cellen worden
gestimuleerd door testosteron afkomstig van
de cellen van Leydig. De cellen van Sertoli
produceren ook het hormoon inhibine, dat
zorgt voor de afremming van de
testosteronproductie door de cellen van
Leydig. Zo creëren beide cellen in de testes een
systeem van homeostase.
- De sertolicellen bevinden zich in het epitheel
van de zaadbuisjes (tubuli seminiferi) in de
teelballen. Delen niet meer tijdens de
reproductieve periode. Zeer resistent tegen
veel schadelijke invloeden als infectie,
ondervoeding en röntgenstraling. Ze overleven
deze invloeden veel beter dan de cellen van de
spermatogenetische reeks. Zorgen voor steun, bescherming en voeding van de zich
ontwikkelende zaadcellen. De spermatogenetische cellen (cellen betrokken bij de productie
van zaadcellen) liggen ingebed in het cytoplasma van sertolicellen. De zich ontwikkelende
zaadcellen komen hierdoor niet meer in contact met het interstitium (ruimte met vloeistof
tussen cellen) en kunnen alleen voedingsstoffen uit het cytoplasma van de sertolicellen
krijgen en er afvalstoffen aan afgeven.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper melinacarrillomoreno. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.