Hoorcollege verlies verwerking bij NAH
Emotionele en psychosociale problemen na hersenletsel
- Prikkelbaarheid
- Euforisch gedrag
- Geagiteerd
- Labiliteit
- Impulsiviteit
- Gebrek aan initiatief
- Verminderd ziekte-inzicht
- Somberheid en depressie
- Angsten
- Besluiteloosheid
- Seksueel ontremd gedrag
- Schaamte
- Frustratie
- Kinderlijk gedrag/afhankelijkheid/regressie
Emotionele en psychosociale problemen na hersenletsel
Een van de meest belangrijke factoren in de revalidatie en bepalend voor het herstel, de plek van de
laesie.
Onderliggende oorzaken onder te verdelen in 4 categorieën:
- Neurologische factoren (laesie)
- Psychologische factoren (reactie en pre-existente factoren (promorbide)
- Psychosociale factoren (omgeving)
Neurologische factoren
emotionele- en gedragsproblemen direct gevolg na schade aan m.n. limbische systeem, basale
ganglia en (pre) frontale en temporale gebieden.
In sommige gevallen is er sprake van anosognosia, geen ziekte inzicht/niet bewust van beperking
(vaak bij laesies aan rechter hemisfeer en patiënten met ernstige communicatie problemen.)
verschijnselen dwang lachen/dwang huilen, gedrag losgekoppeld van emotionele lading.
Basale ganglia spelen belangrijke rol bij primaire emoties, angst, boosheid, verdriet, etc.
Psychologische factoren
Bewust zijn van de beperking:
Onbewust = anosognosia
Bewust = ontkenning van de beperking
Zichtbaar niet alleen in hersenletsel patiënten maar ook bij patiënten met overige ernstige
aandoeningen en hun naasten/familie.
ontkennen van de gevolgen als verdedigingsmechanisme na ernstig trauma
, - Ontkennen van de gevolgen m.n bij patienten met pre morbide persoonlijkheidskenmerken
als; zeer prestatiegericht, zelfcontrolre, onafhankelijkheid, ziek zijn ervaren als een ernsitige
bedreiging van hun gevoel van welbevinden en zelf respect
- Na verloop van tijd worden langzamer de gevolgen en beperkingen toegelaten
- Emotionele reacties vergelijkbaar als in een rouw proces; ontkenning, frustratie, depressie en
acceptatie.
Psychosociale factoren
Gevolgen van het letsel beperken in ernstige mate de sociale en maatschappelijke activiteiten van de
patiënten en hun sociale relaties en vooral ook van hun naasten.
Emotionele en psychosociale problemen hebben een enorme impact op de intieme relaties van de
patiënten en hun partner.
Na letsel vaak niet meer in staat tot:
- Verrichten arbeid voorheen financiële situatie en eigenwaarde
- Initiatief nemen
- Goed plannen
- Aandacht volhouden
- Emotioneel volwassen gedrag
- Adequate frustratietolerantie
Sociaal netwerk neemt af; sociale isolatie, maar de intensiteit van de relaties die blijven neemt toe.
De rollen en verantwoordelijkheden veranderen; o.a. afhankelijk van leeftijd en letsel.
Trauma patiënten:
- Vaak jong, meestal man
- Korte relatie met partner
- Nog bezig aan opbouw carrière
- Gezinssamenstelling; geen of jonge kinderen
- Meer sprake van emotionele en psychosociale problemen
- Jaarlijks ruim 42.000 patiënten met matig tot ernstig hersenletsel a.g.v. trauma
CVA patiënten:
- Meestal ouder dan 60 jaar
- Zowel man als vrouw
- Opgebouwde of afgesloten carrière
- Oudere kinderen
- Meer sensomotorische en spraakproblemen
- Vaker sprake van depressiviteit
- Jaarlijks zo’n 40.000 patiënten met blijvende beperking
Amnesieën
- Geheugenstoornissen
- Retrograde amnesie: geheugenstoornissen betreft de tijd voor het letsel
- Anterograde amnesie: geheugenstoornissen na het letsel
- Post traumatische amnesie (PTA): in de acute fase, gekenmerkt door
o Desoriëntatie en gestoorde inprenting
o Verwardheid
, o Onrust, negativistische
o Confabuleren
Inventarisatie cognitieve functies in vroeg stadium met de testen
- Mini Mental State Examination (MMSE)
- Montreal Cognitive Assessment (MOCA)
Schok verwerking en interventies
Acute fase: emoties van de patiënt en omgeving kenmerken zich door ongeloof, angst, schrikreacties,
zorgen, onzekerheid, somberheid, catastrofaal, agressief of passief gedrag.
Proces van ontkenning en emotionele ontredderdering, boosheid.
Gericht op het heden, gericht op medisch herstel.
Gericht op het verlegen: ‘op hoe het was’
Interventies acute fase
- Aandacht voor emoties van de client en de betrokkenen
- Medicatie: om heftige emoties iets te dempen, dempende neuroleptica
- Omgeving beïnvloeding: creëren van een zo veilig mogelijke overzichtelijke omgeving.
Aanpassen behandelprogramma, in- en ontspanning afwisselen, regelmaat en
voorspelbaarheid. Bejegening (directief en consequent handelen, overnemen alleen waar
nodig is, vrijheid laten)
- Psycho educatie: goede communicatie tussen de client, naastbetrokkenen en behandelaren
- Eenvoudige en consistente feedback
- Aandacht voor het ontbreken of beperkte ziekte inzicht anosognosie
- Gedragsmodificatie: klassieke conditionering en operant leren – belonen van gewenst gedrag.
Psycho-educatie
Psycho-educatie een voorlichting aan cliënt en naast betrokkenen. Geeft informatie en beïnvloed het
gedrag. Rekening houden met:
- Communicatie a.g.v. hersenletsel aangetast
- Stadium van verwerkpingsproces
- Opleidingsniveau
- Culturele achtergrond
- Fysieke toestand van de cliënt
Praktische regels voor communicatie:
- Neem de tijd
- Vraag eerst de aandacht door iemands naam te noemen en maak oogcontact
- Geef een duidelijke structuur aan het gesprek; doel, onderwerp en hoeveelheid tijd
- Concentreer je op de persoon en doe niet tegelijkertijd iets anders
- Spreek in korte zinnen en geef de tijd informatie te kunnen verwerken
- Zeg of vraag een ding tegelijk
- Herhaal je vraag of opdracht in dezelfde woorden
- Controleer of de vraag/opdracht gehoord en begrepen is