Historische vaardigheden: Bronnen
Samenvatting artikelen
Week 1: Martha C. Howell en Walter Prevenier. From reliable sources: An introduction to
historical methods.
A. Wat is een bron?
- Bronnen zijn artefacten die zijn achtergelaten in het verleden. Ze bestaan als relieken,
hetgene wat ‘overblijft’ of als getuigenissen van getuigen van het verleden.
Het eerste soort bronnen zijn relieken, zij geven de onderzoeker een aanwijzing over het
verleden op grond van hun bestaan.
Getuigenissen zijn mondelinge of geschreven rapporten die een gebeurtenis beschrijven,
simpel of complex, bijvoorbeeld een verslag van een grondovereenkomst.
- Speeches en commentaar zijn ook getuigenissen
‘Ich bin ein Berliner’.
- De auteuren of sprekers van deze gebeurtenissen kunnen de historicus informatie
geven over wat er is gebeurd, hoe en in welke omstandigheden de gebeurtenis heeft
plaatsgevonden en waarom het gebeurde.
Relieken zijn objecten die we in het dagelijkse leven gebruiken en die in de eeuwen daarna
worden beschouwd als historische bronnen.
Relieken en getuigenissen zijn gemaakt voor een specifiek doel van de tijd waarin ze zijn
gemaakt. Ze werden samengesteld om hedendaagse historici een bewijs te geven van een
handeling of recht om zij te informeren.
- De informatie van een getuigenis is vaak belangrijker dan de vorm.
- Bij een reliek is vaak de vorm en de informatie belangrijk.
Gebeurtenissen en artefacten, mondeling of geschreven, kunnen intentioneel gemaakt zijn, om
te gebruiken in archieven, of voor een compleet ander doel. Ook moet in een bron
onderscheid worden gemaakt tussen intentioneel en niet-intentioneel. Niet-intentionele
bronnen zijn gemaakt zonder dat er een historische gedachte achter zat.
Historici moeten altijd overwegen onder welke omstandigheden de bronnen gemaakt zijn. De
intenties dat de bron motiveerde, de historicus moet niet aannemen dat deze kennis weggeeft
of de bron betrouwbaar is. Ook moeten zij rekening houden met de historische context waarin
de bron is gemaakt, de gebeurtenissen die vooraf zijn gegaan en daarna.
Bronnen zijn dus materialen waaruit historici een betekenis uit construeren. Een bron is een
object waarvan historici afhankelijk zijn om het verleden te reconstrueren.
Wanneer we de term ‘bron’ gebruiken hebben we primaire bronnen in gedachte, deze bronnen
kunnen direct of indirect zijn.
- Directe bronnen zijn brieven, kronieken, een wetboek of een gedicht.
- Indirecte bronnen zijn een inventaris van brieven en boeken die zijn gevonden in een
studeerkamer van een vrouw, een register.
,Een historicus moet goed onderscheid maken tussen de informatie die rechtstreeks uit de bron
komt en de interpretatie die de historicus geeft aan de bron.
B. Soorten typologieën, hun evolutie en complementariteit
Geschreven bronnen worden gecategoriseerd in drie soorten:
- Literaire bronnen
Kronieken, traktaten in geschreven vorm om een bepaalde boodschap
over te brengen.
Het doel van deze bron is verschillend: mensen te informeren, opinie te
genereren,
Ego documenten: dagboeken etc.
- Diplomatieke/juridische bronnen
Documenten die een legale situatie bestuderen of creëeren, deze
bronnen zijn de puurste, beste bron.
Een oorkonde, met een zegel.
Een diplomatieke bron bestaat uit drie delen. Eerst het protocol, met de
naam van de auteur, uitgever en een standaard opening. Als tweede is
de informatie zelf. De derde is het sluitende stuk.
- Sociale documenten
De producten van archiveren door bureaucratieën, zoals de staat,
organisaties, kerken en scholen. Het bevat informatie over de
economische, sociale, politieke en juridische zaken.
Ego documenten kunnen niet behandeld worden als betrouwbare bronnen, het moet gelezen
worden uit het perspectief waarin de auteur het heeft geschreven. Ego documenten zijn
verslagen van de auteurs perspectief van gebeurtenissen, het geheugen hoe hij het heeft
ervaren.
De belangrijkste ongeschreven bronnen zijn archeologische vondsten. Deze artefacten
vertellen historici veel over de cultuur van een regio, de manier van leven, de artistieke
ambitie en de mensen die er leefden.
- Ook vertrouwen historici veel op visuele representaties, zoals schilderijen, tekeningen,
films en foto’s.
Historici zijn niet compleet afhankelijk van geschreven bronnen voor hun kennis, de grens
tussen geschreven en mondelinge bronnen zijn arbitrair. Maar historici hebben materiële en
orale bronnen apart gecategoriseerd dan geschreven bronnen.
Technologische innovaties hebben gezorgd voor nieuwe soorten bronnen die de grenzen
tussen geschreven, mondeling en materieel doen vervagen. Ze kunnen elkaar
complementeren.
Het interview is een belangrijk soort bron
- Je kan interviews onderverdelen in ‘harde’ en ‘zachte’ interviews.
Harde interviews zijn het soort die echt een waarde hebben voor de
historicus.
, C. De impact van communicatie en informatie technologie op de productie van bronnen
De beschikbaarheid van bronnen wordt bepaald door de technologie, de omstandigheden
waarin een cultuur kreeg en informatie verzamelde. De mechanismes van communicatie en de
snelheid waarin informatie circuleerde zijn beide elementen van deze technologische
geschiedenis van bronnen.
De technologische geschiedenis van bronnen kan worden onderverdeeld in 3 fases
- De eerste fase is dat informatie werd doorgegeven door mensen die liepen met het
nieuws op een snelheid van zes mijl per uur. Het medium van transmissie was dus de
boodschapper zelf.
- De tweede fase is dat informatie werd getransporteerd door hordes dieren, ook het
gebruik van kleitabletten werden gebruikt om informatie door te geven.
- De derde fase is informatie die doorgegeven wordt door de media.
Drie categorieën van informatie werden getransporteerd in de 15e eeuw:
- Geheime correspondentie, litterae clausae
- Algemene correspondentie, litterae patentes
Werd later overgenomen door kranten.
- Mechanische media, de trein, telegraaf, telefoon, fax, radio en televisie.
Technologische revolutie
De geleerde moet goed letten op kortsluiting van informatiestromingen. De ruis dat optreedt
wanneer informatie van hand tot hand gaat, zoals de mondelinge verhalen van culturen, zoals
sprookjes.
D. Opslaan en het leveren van informatie
Het archief wordt vaak overwogen als de eerste bron van informatie voor de historicus. Een
archief is een collectie van documenten die door een legale institutie worden gehouden. De
term betekent ook de institutie die de documenten houdt.
Ander soort bronnen, ongeschreven, worden vaak gehouden in depots in museums of
tentoongesteld in museums.
Het annoteren van archiefmateriaal:
De annotatiemethode Turabian schrijft slechts in beperkte mate voor hoe achiefstukken
moeten worden geannoteerd. Gezien het grote onderscheid in archiefstukken is dat ook niet
verwonderlijk. Voor stukken uit archiefsinstellingen geldt de volgende regel.
Naam archiefbewaarder, archief binnen die instelling met eventuele toegangscode,
inventarisnummer in het archief, naam archiefstuk.
Voorbeeld:
Regionaal Historisch Centrum Groninger Archieven, toegangsnr. 1329, Archief van de
diaconie van de Hervormde Gemeente te Groningen, inv.nr. 3, Notulen 12-2-1756.