Samenvatting Ondernemingsrecht 2
Week 1: Hoofdstuk 7 Praktisch Ondernemingsrecht
Hoofdstuk 7 Kapitaal en aandelen v/d bv en nv
7.1 Kapitaalbegrippen
Het kapitaal v/e vennootschap betreft het aandelenkapitaal dat kan worden
uitgegeven door de vennootschap of al is uitgegeven. Het hoeft niet altijd letterlijk
vermogen te zijn dat ze in haar kan hebben. Het maakt deel uit v/e wettelijk systeem
dat zorgt voor inzichtelijkheid en bescherming voor derden. 5 begrippen: er geldt
enkel een maximum voor geplaatst en gestort en minimum voor mk, gpk en gsk.
1 Minimumkapitaal: het betreft de minimale hoeveelheid kapitaal die een
vennootschap dient uit te geven aan aandelen, waarbij ze het daartegenover staande
bedrag aan geld of natura tot haar eigendom kan rekenen. Kapitaalvennootschap
doet haar naam eer aan: ze heeft gegarandeerd een bepaalde hoeveelheid eigen
kapitaal, verkregen d.m.v. het uitgeven aandelen ook wel emissie genoemd.
Minimumvereiste kapitaal is afgeschaft voor de bv: hierdoor heeft zij geen
gegarandeerd minimumkapitaal meer in eigendom. Kapitaalbegrippen blijven echter
een rol spelen, net name in de balans v/d onderneming: deze maakt verplicht
onderdeel uit voor de bv’s verplichte jaarrekening. En nu ze nog altijd verplicht
aandelen zijn uit te geven, zal er ook bij bv’s altijd kapitaal bestaan. Voor de nv geldt
er wel een verplicht minimumkapitaal. Indien dit minimumkapitaal niet aanwezig is,
zijn alle bestuurders ex. art. 2:60 lid 2 BW hoofdelijk aansprakelijk naast de
vennootschap voor alle in di tijdvak verrichte rechtshandelingen. Ex. art. 2:67 lid 2
BW bedraagt minimumkapitaal voor nv 45.000 euro en dient d.m.v. het uitgeven van
aandelen te zijn verkregen en in kapitaal op aandelen te zijn gestort.
2 Gestort kapitaal ((gsk): is het kapitaal, vaak in geld, dat op het nominale bedrag
v/d aandelen is gestort. Een aandeel kan namelijk nominaal 10 euro waard zijn,
oftewel zijn uitgegeven met de waarde van 10 euro, maar dit bedrag hoeft niet steeds
direct gestort te zijn bij aankoop. Bij de aankoop van aandelen kan niet in termijnen
worden betaald, maar er kan wel tijdelijk slechts een deel worden betaald, terwijl de
aandeelhouder reeds eigenaar wordt v/h aandeel. Uitgangspunt gsk art. 2:80/191 lid
1 BW: bij het nemen v/h aandeel dient direct het nominale bedrag te worden gestort.
In de akte van oprichting wordt volgens art. 2:67/178 lid 1 BW het bedrag v/h gsk
opgenomen, hetgeen bij de bv ook in vreemde valuta mag art. 2:178 lid 2. Let op:
minder storten op een aandeel dan het waard is, mag alleen bij aandelen op naam,
omdat daarbij steeds achterhaald kan worden wie nog een deel v/h bedrag
verschuldigd is. Art. 2:83 lid 3: aandelen aan toonder zullen meteen vol dienen te
worden gestort (volledig dienen te worden betaald). Het gehele bedrag dient
uiteindelijk te worden betaald art. 2:80/191 lid 2.
Verschil tussen nemen en verkrijgen van aandelen: wanneer aandelen voor het
eerst worden uitgegeven worden ze door de (eerste) aandeelhouders ‘genomen’. Als
aandelen daarna worden verkocht en geleverd, ‘verkrijgt’ de nieuwe aandeelhouder
ze door eigendomsoverdracht. Een aandeel jan je dus maar 1x nemen, maar kan
honderden keren worden verkregen. De stortingsplicht geldt bij het nemen v/h
aandeel. Mocht bedongen zijn dat er slechts een deel hoeft te worden gestort, maar
is het aandeel inmiddels verkocht, verkregen door derde, dan gaat de resterende
stortingsplicht over op nieuwe aandeelhouder. Een aandeelhouder kan hier van niet
ontheven worden en blijft hiervoor hoofdelijk aansprakelijk art. 2:90/199 BW.
,Soorten inbreng als storting op aandelen: storten van kapitaal dient ex. art. 2:80a/
191a lid 1 in geld te worden gedaan, tenzij een andere inbreng is overeengekomen.
Storting in vreemd geld kan voor of bij de oprichting slechts geschieden indien dit in
de oprichtingsakte is toegestaan. Latere stortingen kunnen alleen in vreemde valuta
indien de vennootschap ermee instemt lid 2. Met andere inbreng: art. 2:80b/191b.
Er kan ook in natura worden gestort: hiervoor geldt dat het aandeel altijd geheel dient
te worden volgestort. Recht op verrichten van werk of diensten kan niet worden
ingebracht. De inbreng anders dan geld dient op economische maatstaven te worden
gewaardeerd, vervolgens wordt vastgesteld hoeveel de inbreng waard is. Art. 2:94a/
204a licht toe hoe dit dient te gebeuren.
Voor de nv geldt dat een accountant moet verklaren hoeveel de inbreng waard is en
welke waarderingsmethode hij daarbij heeft gebruikt: beschrijving inbreng dient te
worden ondertekend door oprichters en aan oprichtingsakte te worden gehecht. Art.
2:204a is versimpeld voor de bv: er dient voor of bij oprichting slechts een
beschrijving v/d inbreng met de toegekende waarde en de bijbehorende
waarderingsmethoden te worden opgesteld door de oprichters en deze dient ook te
worden ondertekend en ter inzage te worden gelegd op het kantoor v/d
vennootschap. Er geldt niet dat de waarderingsmethoden i/h maatschappelijk verkeer
aanvaardbaar dienen te zijn, zoals wel bij nv. Bestuurders kunnen aansprakelijk
worden gesteld ex. het onjuist waarderen van inbreng, hetgeen alsnog een waarborg
vormt om de inbreng in natura correct te waarderen. Voor inbreng in natura op
aandelen die worden uitgegeven na oprichting geldt in wezen hetzelfde, alleen is er
dan geen sprake meer van oprichters. De taken worden dan verdeeld over de
vennootschap en haar bestuurders art. 2:94b/204b.
Minimale stortingsplicht bij de nv indien bedongen: slechts wanneer het
bedongen wordt, hoeft een aandeelhouder van (een/meer) aandelen op naam niet
gehele bedrag v/d nominale waarde v/d aandelen direct te storten art. 2:80/191 lid 1.
Het storten van enkel een deel v/d nominale waarde (minimale storingsplicht) dient te
worden afgesproken tussen vennootschap-aandeelhouder(s). Bij de bv mag zelf
worden bepaald hoeveel er wordt gestort, geen ondergrens. Bij de nv is het wettelijk
vereist dat altijd tenminste ¼ v/h nominale bedrag dient te zijn gestort art. 2:80 lid 1
enkel voor aandelen op naam, aan toonder meteen volstorten art. 2:83 lid 3; het
minimale kapitaal: het gestorte kapitaal nv dient ten minste 45.000 euro te zijn. De
nominale waarde is de waarde v/h aandeel die bij uitgifte a/h aandeel is
meegegeven. De waarde stijgt na een tijd. Als er dan een emissie van nieuwe
aandelen op naam plaatsvindt, dienen aandeelhouders naast de nominale waarde
ook het extra waarde te storten. Nominale waarde en agio vormen samen de
prijs/koers v/e aandeel. Is een aandeel verminderd waard geworden, dan wordt het
verschil tussen nominale waarde en werkelijke waarde ‘disagio’ genoemd. Disagio is
het negatieve verschil tussen de koers-nominale waarde. De nominale waarde v/e
aandeel is meestal vrij laag: dit komt omdat er dan veel aandelen kunnen worden
uitgegeven en dat kan handig zijn als je bijv. aan aandeelhouders een bepaald
percentage v/h kapitaal wilt kunnen geven. Kleine coupures (waarden) zorgen dus
voor meer flexibiliteit. Hoge nominale waarden hebben geen voordeel en daarom zijn
veel aandelen nominaal minder dan 1 euro waard, zowel bij de bv als nv. De
minimale stortingsplicht van 25% (wettelijke ondergrens) bij het nemen van een
aandeel die geldt voor de nv ex. art. 2:80 lid 1, enkel aandeel op naam. Bij
toonderaandelen meteen volstorten, ook agio moet meteen worden betaald: bv mag
later. Indien er bij de nv minder wordt gestort dan wettelijk vereist is, zijn de
, bestuurders hoofdelijk aansprakelijk, naast de vennootschap, voor elke tijdens hun
bestuur verrichte rechtshandeling waardoor de vennootschap wordt verbonden art.
2:69 lid 2 sub b BW: 25% moet gestort worden! Min. Kapitaal 45.000 euro. De
aandeelhouder zelf blijft altijd gehouden tot het volstorten, zelfs al heeft hij het
aandeel op naam reeds doorverkocht: dit is eveneens een hoofdelijke
aansprakelijkheid art. 2:90/199 BW. Voor de bv geldt geen
bestuurdersaansprakelijkheid bij te weinig kapitaal. Bij beide
kapitaalvennootschappen kan verschil bestaan in het betaalde (gestorte), gedeelte v/
d aandelen en het gehele nominale bedrag aan uitgegeven aandelen. Het gehele
nominale bedrag dat is uitgegeven aan aandelen, wordt het geplaatste kapitaal
genoemd.
3 Geplaatst kapitaal (gpk): vormt het kapitaal dat is uitgegeven aan aandelen,
oftewel dat door een emissie van nieuwe aandelen is ontstaan en bij aandeelhouders
is geplaatst. Het vertegenwoordigt geld of natura hetgeen ofwel op dit moment n
eigendom is v/d vennootschap, ofwel zodra gewenst in eigenkom kan worden
gebracht v/d vennootschap. Een deel v/h gpk kan immers nog niet gestort zijn, indien
het aandelen op naam betreft en storting in geld plaatsvindt. Mocht een deel v/h gpk
nog niet zijn gestort, omdat dat zo is afgesproken, dan betekent, dan betekent dat
niet dat de aandeelhouder daartoe niet meer gehouden is. Hij kan niet van deze
plicht ontheven worden art. 2:80/191 lid 2 BW, tenzij een besluit is genomen tot
kapitaalvermindering art. 2:99/208. Soms wil vennootschap gehele bedrag meteen:
vaak zijn het gpk en gsk dan ook hetzelfde bedrag, althans bij nv. Voor de bv geldt
geen ondergrens voor jet gestort kapitaal, en eveneens niet voor gpk. Voor nv geldt
gpk min. 45.000 euro.
4 Opgevraagd kapitaal: zodra de vennootschap het nog niet gestorte deel
opvraagt, ontstaat het opgevraagd kapitaal = het gedeelte v/h geplaatst kapitaal dat
nog niet is gestort, maar wel is opgevraagd, dus ieder moment kan worden gestort.
Zolang het nog niet gsk niet is opgevraagd, wordt dit ‘obligo’ genoemd.
Aandeelhouder zal deze obligo in beginsel niet zomaar uit zichzelf gaan storten.
Enkel indien hij tevens bestuurder is en meent dat het geld nodig om te groeien,
maar juridisch gezien zullen stortingen eerst dienen te worden opgevraagd. De
status v/h kapitaal verandert namelijk dan pas van obligo naar opgevraagd kapitaal,
en verdient daarmee een plaats op de balans v/d jaarrekening als onderdeel v/h
eigen vermogen. Vennootschap zal resterende bedrag aan kapitaal opdragen
wanneer zij deze nodig denkt te hebben: zij moet wel rekening houden dat dit een
normale vordering is: HR noemt het een rechtsvordering tot nakoming v/e verbintenis
uit een overeenkomst tot een geven. Deze vordering heeft ex. art. 3:307 BW een
verjaringstermijn van 5 jaar. Dit heeft de HR bevestigd in arrest De Rijk q.q./Van Roy.
Indien een aandeelhouder het opgevraagde kapitaal niet binnen 5 jaar stort, kan het
daarna dus niet meer worden afgedwongen, ook niet door curator bij faillissement ex.
art. 2:84/193 BW. Zodra het is opgevraagd, wordt het een vordering en valt het
onder eigen vermogen art. 2:373 lid ½ BW.
5 Maatschappelijk kapitaal (mk): betreft het maximale kapitaal waartegen statutair
aandelen kunnen worden uitgegeven zonder dat daarvoor een statutenwijziging
nodig is. Dit is het potentieel benodigde kapitaal, hetgeen betekent dat het gaat om
een fictief bedrag. Een bedrijf dat start als bv of nv zou de wens kunnen hebben om
te groeien, en het mk geeft aan waar het maximaal naartoe zou kunnen groeien
zonder dat het zijn statuten hoeft te wijzigen. Art. 2:67 lid 1 BW: het bedrag wordt