College-aantekeningen Stromingen in de
Orthopedagogiek
Hoorcollege 1 Inleiding systeemtheorie
20/4/2018
Hoe verhoudt deze cursus zich tot orthopedagogiek?
Orthopedagogiek = het classifceren, diagnostceren en interveniëren vanuit een orthopedagogische invalshoek
met gebruikmaking van verschillende hedendaagse invloedrijke wetenschappelijk-theoretsche stromingen
binnen werkvelden van de orthopedagogiek.
Deze werkvelden zijn:
- Jeugdzorg
- Leer- en onderwijsproblematek
- Zorg voor personen met verstandelijke, zintuiglijke en/of motorische beperkingen
Het classifceren, diagnostceren en interveniëren krijg je bij de vakken Diagnostek en Behandeling.
Stromingen: biologische invalshoek, (cognitevee gedragstherapie, systeemtheorie, psychodynamica.
Stromingen:
- Biologische invalshoek: gedrag is een uitkomst van aanleg.
- (Cognitevee gedragstheorie: gedrag is een uitkomst van leren.
- Systeemtheorie: gedrag is een uitkomst van interacte en transacte.
- Psychodynamica: gedrag is een uitkomst van intrapsychische conficten uit het verleden.
Eerste 2 komen terug in andere vakken volgend jaar, laatste 2 komen terug in dit vak.
Literatuur vandaag
Kritek: er wordt gedaan of het individueel denken en het systeemdenken bij elkaar komen in dit boek. Maar dit
is sowieso het geval bij orthopedagogiek! Je kijkt bij orthopedagogiek altjd naar het kind zelf en de omgeving
erom heen.
Ander punt van kritek: citaat uit boek “Niet alle kinderen met ADHD komen in de jeugdhulpverlening terecht”.
Hoe kom je ooit aan het stempel ADHD als je nog nooit in de jeugdhulpverlening bent geweest? Want dit is de
plek waar je de diagnose kunt krijgen. In dit boek wordt ook veel gereïfceerd.
Aanleiding systeemdenken
Jaren 50: individueel georiënteerde therapeuten liepen tegen probleem/symptoomverschuiving aan:
- Vrouw succesvol behandeld voor frigiditeit (aanraakfobiee vervolgens wordt echtgenoot impotent.
De frigiditeit verhulde dus dat de man impotent was. Alles hangt met elkaar samen; gedragingen
hebben vaak een functe ten opzichte van elkaar.
- Drifbuien ene kind behandeld ander kind gaat ze vertonen. In sommige gevallen hadden die
drifbuien een functe binnen het systeem van het gezin. Bijvoorbeeld: drifbuien verhullen dat vader
en moeder niet goed met elkaar kunnen opschieten.
De focus van hulpverlening verschoof van individu naar interactes en patronen binnen gezinnen.
Stromingen systeemtheorie
De algemene systeemtheorie (Von Bertalanfyy jaren 50 vorige eeuw)
Begrippenkader voor alle wetenschapsgebieden. Dit was een reacte op het reductonistsche oorzaak-gevolg
denken (oorzaak symptomen diagnose therapiee. In de gedragswetenschappen is dit denken namelijk
beperkt, want gedragingen hebben vaak meer dan één oorzaak.
Dit zorgt voor circulaire causaliteit: oorzaak en gevolg beïnvloeden elkaar voortdurend. Voorbeeld: mensen
kunnen elkaar versterken in gedragspatronen. Verandering in 1 subsysteem beïnvloedt het hele systeem.
Filmpje Operatoin Catdrop in Borneo: hieruit wordt duidelijk dat alles met elkaar samenhangt. Oplossing van
ene probleem kan andere problemen veroorzaken.
De structurele theorie (Salvador Minuchiny jaren 70)
1
,Bij behandeling van probleemjongeren vielen ze weer terug in oude patronen wanneer zij weer terug in de wijk
werden geplaatst.
Pathogene gezinsstructuren in het hier en nu zijn het uitgangspunt.
Gedragsstoornissen, eetstoornissen, psychomatsche stoornissen hebben volgens hem een functe. Kan
bijvoorbeeld het gevolg zijn van het niet krijgen van autonomie als kind.
Kluwen en los zand: kluwen zijn erg hechte gezinnen, bij los zand gaat iedereen zijn eigen weg en is weinig
hechtng binnen het gezin. Meeste gezinnen ziten hiertussen in.
Minuchin heef ook veel geschreven over hiërarchie: coalites (2 mensen binnen 1 systeem vormen samen een
bondje, en ze keren zich tegen iemand anders uit dat systeem (ouder spant samen met kind tegen de andere
ouder = perverse triadee en triangulate (beide ouders lopen aan het kind te trekken voor hun gelijk; kind kan
het dus nooit goed doene.
Joining vond hij ook belangrijk: je maakt veel contact met het gezin, door mimicry (taalgebruik en manier van
doen gezin zoveel mogelijk overnemene en tracking (veel belangstelling tonen voor persoonlijke wel en wee
van elk gezinslide.
Wat er gebeurt is belangrijker dan wat er tjdens een therapiesessie gezegd wordt. Voorbeeld: wat gebeurt er
als vader boos uit de kamer loopt, wat doet dit met rest gezin?
In principe hield Minuchin het bij het gezin, er werd geen groter sociaal netwerk bij de therapie betrokken.
De communicate/strategische theorie (Paul Watzlawicky jaren 70)
Hij is een psycholoog en taalkundige. Behoorde tot de Palo Alto groep: deze hebben veel onderzoek gedaan
naar problematsch gedrag dat voort komt uit disfunctonele communicatepatronen in het gezin. Therapeut
moet deze patronen bloot leggen en ze doorbreken.
Bij communicate hoort niet alleen verbale communicate, maar ook de nonverbale communicate.
Double bind: inconsistente communicate kan mogelijk oorzaak zijn van problematsch gedrag.
Double bind als een mogelijke oorzaak voor schizofrenie, inconsistente communicate zoals:
- Moeder zegt dat ze van zoon houdt, maar keert zich terwijl ze dat zegt van hem af (tegenstrijdigheid
van verbaal en nonverbale gedrage.
- “Wees nou eens spontaan” (paradoxale boodschap; bij direct doen ben je niet spontaan, maar bij niet
doen ben je ook niet spontaane.
- Kind heef 2 nieuwe truien. “Welke wil je aan?”. Kind kiest de blauwe. Moeder (teleurgestelde: “Vind je
de rode niet mooi?”
Bij double bind heef het kind de tegenstrijdigheden van de boodschappen niet in de gaten. Het is aan de
therapeut om dit bloot te leggen.
Deze theorie is inmiddels al wel achterhaald! Tegenwoordig wordt het gezien als een combinate van vele
factoren.
De contextuele intergeneratonele systeemtheorie (Ivan Boszormenyi-Nagy)
“I’m not a parentbeater’: Ik vind het niks om de ouders de schuld in de schoenen te schuiven.
Hij combineerde het systeemdenken met psychodynamische aspecten.
Kern van zijn theorie: hij kijkt over de generates heen. Je moet tenminste 3 generates betrekken bij analyse
van het probleem. Voorbeeld: hoe opa en oma hun kind hebben opgevoed, heef veel invloed op hoe ouders
het eigen kind opvoeden. Problemen schuiven vaak op met de generates.
Termen Nagy:
- Balans van geven en nemen: als je in een systeem zit, wil je evenveel krijgen als je zelf investeert. Zo
niet: dan voel je je niet pretg.
- Invisible loyality: je ziet veel loyaliteit van kinderen naar ouders, maar soms is dit niet direct zichtbaar.
Gedragsproblemen kind kan loyaliteit naar de ouders zijn om de aandacht af te leiden van het slechte
huwelijk van de ouders.
- Split loyality: kind wordt heen en weer geslingerd tussen loyaliteit naar vader of moeder.
- Parentfcate: kinderen gaan soms voor ouders zorgen als ouders niet meer voor de kinderen kunnen
zorgen. Bijvoorbeeld bij alcoholische ouders. Soms is het minder duidelijk: parentfcate is dan meer
dat het kind op de een of andere manier verantwoordelijk wordt gemaakt voor het geluksgevoel van
de ouders.
- Meerzijdige partjdigheid: als therapeut moet je afwisselend partjdig zijn. Je zorgt voor een goede
balans hierin bij de gezinstherapie.
2
, Systeemtheoretisch model Steven Pont
Systeem
Defnite van een systeem (van Vertalanyye: een systeem is iets dat bestaat uit meer dan één onderdeel.
In deze cursus: systeem = een groep mensen die een relate met elkaar aangaan.
Voorbeeld systeem: 4 gezinsleden die allemaal relates met elkaar hebben. Zij hebben samen een gevoel van
saamhorigheid. Maar elk gezinslid is ook weer onderdeel van andere systemen (werk, school etce.
Ieder systeem maakt dat je vaak een andere kant van jezelf ziet. Als moeder ben je anders dan als dochter.
Systeemdenken versus persoonlijkheidsdenken
Naar de kern van de persoonlijkheid wordt al lang gezocht. Al heel lang wordt geprobeerd om mensen in te
delen in typen personen.
Voorbeeld: Hippocrates met een indeling van 4 typen:
- Veel gele gal: prikkelbaar, opvliegend vuur
- Veel bloed: optmistsch, gepassioneerd lucht
- Veel zwarte gal: melancholisch aarde
- Veel slijm: fegmatsch, kalm water
Ander voorbeeld: Big Five, we zijn in te delen gericht op:
- Extraversie: gerichtheid op de buitenwereld
- Emotonaliteit: emotonele instabiliteit
- Consciënteusheid: gerichtheid op het resultaat
- Meegaandheid: gerichtheid op de ander
- Openheid: gerichtheid op het nieuwe
Maar weinig ondersteuning voor gevonden. Hangt af van de cultuur waarin je leef. Het is ook niet zo stabiel
als we denken; personen zijn dynamisch en veranderen voortdurend afankelijk van de context.
Het ik-denken kan je dus aan twijfelen. Misschien is het ‘ik’ minder belangrijk dan we altjd denken. Misschien
is de context waarin we functoneren wel veel bepalender voor ons gedrag.
Groepsdruk en conformate aan anderen
Experiment 1951 van Solomon Asch: 20/30 mensen in de rij voor de proefpersonen hoorden bij het
experiment. Vraag: welke lijn matcht met deze lijn. Alle mensen in de rij die bij experiment hoorden, gaven
3
, consequent het verkeerde antwoord. 1/3 van de proefpersonen ging hier in mee door de groepsdruk. Je durf
niet af te wijken van de rest.
Elektrische schok experiment van Stanley Milgram: systeemdrang
- Gedragsbepalende invloed die van het systeem uit gaat
- Ik en wat we doen is afankelijk van de omgeving waarin we verkeren
Filosofe Hannah Arendt: het rare aan Eichmann is dat hij zo vreselijk gewoon was. Een doorsnee ambtenaar die
gruwelijke dingen heef gedaan. Milgram experimenten leken een soort verklaring te geven waarom gewone
mannen in de oorlog mee hebben gedaan aan de vreselijke dingen banaliteit van het kwaad: het kwaad zit in
de gewone dingen. Een ambtenaar die gewoon bevelen opvolgt.
BELANGRIJK BIJ TENTAMEN! Rutger Bregman (de banaliteit van het goedee: het verhaal blijkt anders in elkaar
te steken dan hoe het de wereld over is gegaan. Milgram wordt genoemd als bewijs voor wat er gebeurt
wanneer de verantwoordelijkheid bij iemand boven ons ligt (65% is in staat om dodelijke schokken toe te
dienen omdat iemand in wite jas ons dit opdraagte. Als je dit allemaal nader analyseert, komt er een heel
andere conclusie naar boven. Milgram was nogal een haantje; wilde graag carrière maken en beroemd worden.
Dit experiment heef hij in verschillende varianten wel 23 keer gedaan. Als je daar nog eens naar kijkt, dan blijkt
het wel mee te vallen. Meer dan de helf van de proefpersonen stopte namelijk met het experiment. Dit was
nooit aan het licht gekomen. Het experiment heef namelijk nooit herhaald kunnen worden, vanwege het
ethische. Rutger heef ook Hannah Arendt nog eens goed gelezen. Hij heef geconcludeerd dat zij verkeerd
begrepen is met de conclusie betreyende Eichmann. Ook bleek dat die Eichmann helemaal geen normale
ambtenaar was, maar het was een extremist die dacht dat hij goed bezig was en dat hij een held zou worden
met het ombrengen van de joden. Die Eichmann bleek dus geen gedachteloze ambtenaar, Hannah Arendt wist
dit ook wel (zij bedoelde dat hij zich niet inleefdee, ook Milgram heef alles gemanipuleerd.
George Duckwitz: iedereen in Denemarken kwam in acte om de Joodse bevolking te redden door ze te helpen
vluchten naar Zweden.
Moraal van het verhaal (Bregmane:
- Goed is net zo besmetelijk als kwaad
- Verzet heef zin
Systeemdwang: systeem bepaalt deels gedrag
Kan positef en negatef zijn.
Wat betekent dat voor de hulpverlening aan gezinnen? Oog hebben voor de functe van het gedrag binnen het
systeem. Voorbeelden:
- Anorexia als machtsmiddel in de strijd om autonomie
- Gedragsprobleem kind leidt af van huwelijksprobleem ouders
- Innige band tussen moeder en dochter compenseert eenzaamheid moeder
Evenwicht/homeostase = het evenwicht waarbinnen het gezin een manier van leven met elkaar heef
ontwikkeld.
Als orthopedagoog kijken naar:
- Persoonlijke kenmerken kind
- Onderlinge relates
Onderscheid gemaakt tussen: binding, balans en ordening. Dit moet je als therapeut in kaart brengen, want
zegt veel over of het gezin in evenwicht is of niet.
- Binding: ‘lijm’/’sociaal magnetsme’ dat ervoor zorgt dat mensen bij elkaar betrokken blijven. Kan
positef of negatef zijn.
- Balans van geven en nemen: ieder geef en neemt even veel; uitwisseling is rechtvaardig.
- Ordening: vastliggende gedragspatronen maken relates binnen het systeem voorspelbaar en
betrouwbaar. Voorbeeld: machtsverhoudingen.
Deze 3 zaken hebben invloed op de homeostase. Dit is abstracte niveau en de betrekkingen en communicate
maken het concreter.
Samenvatng
Jullie weten nu:
- Waarom deze cursus over systeemtheorie en psychodynamica gaan: want het kwam verder weinig
aan de orde in de opleiding.
- Alvast iets over preoccupates van Freud: namelijk seks.
4