Samenvatting minor | Onderste extremiteit en lumbale wervelkolom
College 2 | Functionele anatomie en osteokinematica van de art. coxae
De spieren rond het gewricht zorgen voor momenten t.o.v. een of meer draaiassen. Het ellebooggewricht is een
gewricht met één draaias, de pols kan in twee richtingen draaien. De kracht van iedere spier zorgt voor een
moment een daarmee voor een draaiing van het bot om het gewricht. Moment = F x r (arm, meter). De arm (r) is
de afstand van het draaipunt tot de kracht die op het voorwerp werkt. Als de arm korter is of de kracht kleiner, is
de neiging om te draaien minder (moment).
• Bedenk waarom de adductoren wel/ niet het zwaarst belast worden tijdens een schopbeweging op het
moment dat de bal geraakt wordt
Artikel | Adductor longus mechanics during the maximal effort soccer kick
Beantwoord a.d.h.v. ‘Adductor longus mechanics during the maximal effort soccer kick’ de vragen:
• Wat zouden volgens de auteurs allemaal oorzaken voor liesklachten kunnen zijn? Probeer op basis van
de methode een globaal beeld te krijgen wat de auteurs precies gedaan hebben. Het stuk over data-
reduction mag je overslaan.
o Potential risk factors (groin injuries): previous strains, direct trauma, overuse and muscular
imbalance between abdominal muscles and adductors
o Common types of chronic groin injuries include dysfunction of the adductor longus
myotendinous unit, impingement of the inguinal nerves, posterior inguinal wall deficiency
(sportsman’s hernias), osteitis pubis, and abdominal strains near the insertion on pelvic floor
o A muscle is at greatest risk of injury when it is eccentrically contracting
• Waarom gebruik je elektromyografie? (spieractiviteit)
• Doorgrond het stukje over musculoskeletaal model, dat is belangrijk voor de resultaten
• Bestudeer figuur 3A-3E, maar m.n. 3D en 3E. Wat staat er op de x- en y-assen? Wanneer is de adductor
aan het verlengen/ verkorten? Wat voor contractie vindt er plaats? Probeer dit te verplaatsen in het
perspectief van soorten contracties die vaak geassocieerd worden met het ontstaan van een blessure
Artikel | Lower extremity muscle activation and alignment during the soccer instep and side-foot kicks
• Figuur 1: welke 5 fasen van ‘events’ zijn er te onderscheiden in de voetbalschop?
- Preparation (23,4%)
- Backswing (17,3%)
- Leg cocking (6,5%)
- Acceleration (4,8%, bewegingssnelheid het hoogst, kortst durende fase)
- Follow-through (48%, bewegingssnelheid het laagst, langst durende fase)
• Tabel 1: vorm een mening over de tijdsduur van de verschillende fasen. Is het logisch dat bepaalde
fasen lang/ minder lang duren?
1
,Spiermodel van Hill
• PEC: parallel elastische component (bindweefsel spieren dat parallel verloopt aan de spiervezels)
• SEC: serie elastische component (peesweefsel)
• CEC: contractiel elastische component (spierweefsel)
o CE1: kracht-snelheid relatie
o CE2: kracht-stimulatie en kracht-lengte relatie
De schopbeweging begint tijdens de toe-off fase van het schopbeen. Vervolgens ontstaat er een maximale
vooroverkanteling van het bekken, gevolgd door een maximale exorotatie van de heup van het schopbeen.
Maximale activatie van de m. adductor longus ontstaat met vervolgens ook de maximale lengte van de m.
adductor longus tijdens de schopbeweging. Vervolgens ontstaat er een maximale knieflexie van het schopbeen.
Tenslotte ontstaat er de maximale abductie van het schopbeen voordat het been richting de bal gaat. De
maximale heup extensie hoek, maximale lengte van de m. adductor longus en de maximale activatie van de m.
adductor longus vinden allemaal plaats binnen de 30-45% van de zwaaifase.
De m. adductor longus heeft het grootste risico op letsel tussen de 30-45% van de zwaaifase (swingfase). Op dit
moment in de schopcyclus is de adductor longus excentrisch het meest actief en op lengte.
- Maximale exorotatie van de heup op 18% van de zwaaifase
- Maximale endorotatie van de heup op 95% van de zwaaifase
- Maximale abductie van de heup op 80% van de zwaaifase
- Maximale extensie van de heup op 42% van de zwaaifase
- Maximale flexie van de heup op 100% van de zwaaifase
- Maximale excentrische lengte van de m. adductor longus op 42% van de zwaaifase
- Maximale concentrische lengte van de m. adductor longus op 100% van de zwaaifase
- Maximale activatie van de m. adductor longus op 30% van de zwaaifase.
Artikel | Three-dimensional kinetic analysis of side-foot and instep soccer kicks
• De “side foot” is de schoppende voet: op de x-as staat de fasen van het schoppen, waarbij 100% het
moment is waarop de side foor de bal raakt. Op de y-as staat links joint torque, dat in het NL vertaald
kan worden als biomechanisch moment; op de y-as aan de rechterkant staat angular velocity, wat
vertaald kan worden als hoeksnelheid. Kijkend naar de y-as aan de linkerkant: Hoe zwaar is de
contractie van de adductoren op 50% van de beweging? En op 100%? Kijken we vervolgens naar de y-as
aan de rechterkant: wat zou een negatieve hoeksnelheid kunnen betekenen, wetende dat de
hoeksnelheid zijn piek bereikt op het moment dat de bal geraakt wordt?
o Piek flexiemoment (excentrische contractie)
o Side foot kick events: heel strike – toe off – maximale heup extensie – maximale knie flexie –
ball strike – toe velocity inflection
Heup, kogelgewricht. Extra contactoppervlak door middel van het labrum met een ligamentair kapsel. Grote
range of motion (drie vlakken: frontaal, sagittaal en transversaal). Belangrijk om altijd te onderzoeken in de
keten. Vertrekpunt problematische activiteit: adductoren zijn flexoren bij de heup in extensie en exorotatie.
Excentrisch kan een spier meer kracht (force) genereren dan concentrisch.
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/17261557/ (Long-standing groin pain in sportspeople falls into three primary
patterns, a "clinical entity" approach: a prospective study of 207 patients)
Leerdoelen
• Kennis van de anatomie van de liesregio
• Kennis van de verschillende fasen van een schopbeweging tijdens het voetbal
• Kennis van de biomechanica van een schopbeweging
• Kan fysiologische principes van spiercontractie integreren in een klinische redenering omtrent
design van een interventie
• Heeft kennis van een functioneel range of motion en kracht onderzoek
2
, Training 1 | Onderzoeksmogelijkheden lies/ heup
Leerdoelen
• Kent de volgende oorzaken van heup-/ liesklachten:
o Heupartrose, corpora libera, labrum pathologie, letsel ligamentum teres, instabiliteit
(functioneel bij systeemaandoeningen), femoro-acetabulaire impingement, adductor-
gerelateerde pijnklachten, iliopsoas- en rectus abdominis gerelateerde pijnklachten
• Kan een relatie leggen tussen anamnestische gegevens en de klinische bevindingen tijdens
observatie en LO van een patiënt met heup-/ liesklachten (kent toegevoegde testen,
mobiliteitsonderzoek van de heup en uitspraak over de waarde van deze testen)
Zie overzicht heup-/ liesklachten uitgewerkt/ uitgeprint.
Er zijn verschillende (mogelijke) oorzaken van heup-/ liesklachten:
- Heupartrose, corpora libera, labrum pathologie, letsel van ligamentum teres, instabiliteit
(functioneel, bij systeemaandoeningen zoals Ehlers Danlos en Marfan), femoro-acetabulaire
impingement (FAI, CAM en Pincer), adductor-, iliopsoas- en rectus abdominis-gerelateerde
pijnklachten, gerefereerde pijn vanuit L1/L2, stressfracturen, dysplasie, pubic bone/ pubalgia
Artrose: ‘Normale leeftijdsgerelateerde verandering’. Synovia zit om de gewrichtskop van de heup, wat ervoor
zorgt dat het in rust heel stroperig is en tijdens beweging zoals olie. Bij artrose worden de kuiltjes/ vervormingen
(bijvoorbeeld golfbal) groter, dus de synovia trekt er meer in waardoor het langer duurt voordat synovia uit de
kuiltjes komt en dus olie wordt (vandaar ochtendstijfheid).
Been over andere been neerleggen, ‘Kun jij zelf al eens aanwijzen/ voelen waar de liesklachten zitten?’. Tijdens
het onderzoek. CAM/ Pincer beschrijven alleen de deformiteit, zijn er klachten aanwezig dan wordt het FAI.
Artikel | Chronic groin pain among athletes
Drie hoekpunten van de femorale hoek: SIAS, tuberculum pubicum en het midden van de rectus femoris.
Border Common Less common Not to be missed
Medial Adductors-related pubic bone Inferior pubic ramus stress Intra-abdominal pathology
stress injury fracture Radiculopathy
Nerve entrapment Avascular necrosis of
Obturator nerve femoral head
Ilioinguinal nerve Systemic diseases
Genitofemoral nerve Metastases
External iliac artery endofibrosis Tumours
Lateral Hip joint Iliotibial band friction syndrome
Femoroacetabular impingement Femoral neck stress fracture
3
, Labral injury Nerve entrapment
Osteoarthritis Lateral femoral cutaneus nerve
Superior Abdominal wall-related Nerve entrapment
Rectus abdominis Ilioinguinal nerve
Conjoint tendon Iliohpogastric nerve
External oblique Genitofemoral nerve
Hernia Lateral femoral cutaneous nerve
Within Iliopsoas-related Rectus femoris
Femoral hernia
Nerve entrapment
Genitofemoral nerve
Medial femoral cutaneous nerve
- Kent de toegevoegde tests en kan deze ook uitvoeren
- Kan een mobiliteitonderzoek uitvoeren van de heup binnen de keten
- Kan een uitspraak doen over de waarde van de tests voor de praktijk
https://www.physiotutors.com/questionnaires/hagos/
• 37-item vragenlijst ter beoordeling van pijn, Symptomen, fysiek functioneren in het dagelijks leven, in
sport en recreatie, deelname aan fysieke activiteiten en kwaliteit van leven bij patiënten met heup- en
liesklachten
Risicofactoren voor liespijn zijn: eerdere klachten (‘injury’), adductiekracht, mate van sport specifieke training
(onvoldoende in voorbereiding leidt tot een vergroot risico voor een liesblessure), niveau van sport,
abductiekracht en geslacht (mannen > vrouwen, factor 2,45).
Bij Pincer FAI is er sprake van een verdikking van de heupkom. CAM-impingement: de kop van het femur heeft
een vervorming. Deze CAM kan tegen de rand van de heupkom stoten en zo schade aanrichten aan het labrum
en het kraakbeen van de heupkom. De kop en de kom verbonden door: ligamentum teres.
Een vergroeiing (CAM/ PINCER), bijbehorende testen zijn de: FABER (flexie abductie exorotatie test) en de FADIR
(flexie adductie endorotatie test). Je probeert hierbij de herkenbare pijn te provoceren door herhaaldelijk
compressie tot stand te brengen tussen het femur en de gewrichtsrand van de heup. Rand aftasten, relatief
onbelast, zodat andere structuren minder geprovoceerd worden.
Zie hand-out klinische testen heup- en liesregio.
4