ook sneller laten lopen dan je doek. Hierdoor
Mechanische finish kun je een poleis effect krijgen. Door de extra
wrijving krijg je meer glans. Door extra hitte
Finishen is iets toevoegen of aanpassen aan een doek/ grondstof/ krijg je ook meer glans.
stof/ substraat wat je klant wil hebben. • Hard (heated) tegen zacht: glanzend effect
Chemisch en mechanisch wordt vaak apart gebruikt, maar kan ook samen in ➢ Chints: stof met bloemetjes patroon en
een proces voorkomen. Bij mechanisch = vooral het toepassen van frictie, het doek heeft glans. Glazed calander.
temperatuur, druk, spanning. Doel is om het doek functionele verandering of
➢ Polished cotton: platbinding of
verandering aan het uiterlijk van het doek. Dit is vaak een droogproces. Beter
bekend als ‘dry finishing’. LEES OOK TEXTILE REFERENCE BOOK PAGE 108. satijn binding. Met glazed
calendar.
Fleecedeken: is en esthetisch en funtioneel. → Gebruikt voor gordijnen,
Estetisch: het ruwen van je doek → wordt zacht en ziet er wollig uit. jurkjes, interieur, voering etc.
Functioneel: fleecdoek is ook functioneel → lekker warm, isoleren.
Ciré calendaring
Tijdelijk: goedje dat je op je schoenen spuit om deze vuil en water • Met een chemisch goedje dat je erop doet,
afwerend te maken. Wasverzachter ook tijdelijk. waardoor je nog meer glans krijgt, dan met
Permanent: brandwerendheid alleen glazed calendar.
• Voor katoen, polyester, nylon en blends.
Kalanderen, schuren, ruwen, krassen/borstelen, scheren, drogen, • Thermoplastische stoffen worden gemiddeld
dimensistabiliteit. waterafstotend, dit komt doordat het plat
wordt gedrukt, hierdoor komt er minder lucht
Kalander/ Calandaring (lees ook Textile Reference Book p. 108-111) en water door. Het wordt door de wrijving en
• Kalanderen in het algemeen: hitte in een lichte vorm aan elkaar gesmolten,
- De ‘rollers/walsen’ zijn de kalanders. waardoor het nog meer water afstotend wordt.
- Dit is een discontinu proces. Het gaat per stap.
- Kalanderen is dat het doek door de rollers/kalanders gaan. ➢ Ciré fabric: creëert een wetlook.
Hiermee creëer je een bepaald reliëf, gladheid, glans, etc. ➢ Ripstop: polyester. Bepaalde dichtheid bij garen.
aan je doek. Je voegt iets toe aan je doek. Als je dit doet,
verbeter je hoe de stof aanvoelt. Tegelijkertijd kun je de Embossed/ reliëf calendaring
stof ook meer of minder glans geven. • Patroon in je stof drukken. 3D design in je stof drukken
• De resultaten zijn afhankelijk van de: druk (kun je varieren), • Meestal hard en zachte rol. De harde rol drukt zijn reliëf in de
temperatuur, snelheid, type kalander en de volgorde van de zachte, waardoor er een reliëf ontstaat.
kalanders.
• Kijk uit dat je niet gaat ‘over kalanderen’. Dat je niet te veel
druk of temperatuur gaat gebruiken, want dan maak je je stof
kapot en maak je de garens zwak.
Roll calendaring:
• Hierbij passeert de stof op zijn minst 2 kalanders. Schreinier/ silk calendaring
• Elastische kalander = zacht • De fijne diagonale lijntjes geeft een zijde effect. Met glans.
• Stalen kalander = hard. Deze kun je verwarmen - Weefsels: meer textuur en betere
- Soft tegen soft: hij wordt mat en zachter drapeerbaarheid
- Hard (heated) tegen soft: krijg je glans. Ga - Breisels: meer textuur en zachtere greep
je deze rol verwarmen krijg je nog meer • Meer textuur waardoor de stof voller voelt.
glans. De garens in het doek zijn geplet, • De drapeerbaarheid van het doek wordt ook
hierdoor kan het licht makkelijker terug mooier.
gekaatst worden.
- Hard tegen hard: kan nooit, dat is te hard, ➢ Satin weave: is al plat, maar door dit effect
dan maak je je stof kapot. nog zachtere en mooiere glans. Door de lange
flotteringen. Van zijde of synthetische stoffen
➢ Cambric: licht, dun weefsel met een klein beetje glans. gemaakt.
Wol of katoen stof, platbinding. Voor interieur en kleding. ➢ Poplin: platbinding met crosswise ribs, omdat
de inslag garens dikker zijn dan de ketting
garens. Gemaakt van veel vezels en variaties
van gewicht.
Moiré calendaring
• Houtnerf structuur
< cambric, batiste> • Gebruik gemaakt van embossed en reliëf kalander
➢ Batiste: licht, dun (net niet transparant) weefsel met ook met houtnerf structuur.
een klein beetje glans. Katoen, wol, polyester, platbinding. • Gemaakt op synthetische,
Voor voering en lingerie. cellulose en proteïne stof.
→ Deze stoffen hebben een behandeling door rol
kalander gehad. ➢ Real moiré/ antique
moiré: is gemaakt met 2 ribstofjes, heel dun
Glans/ frictie calendaring geplet ribstofm op elkaar met de stof
• Hierbij passeert je stof op zijn minst 3 kalanders (met ertussen. Elke meter is hierin anders.
verschillende snelheden). ➢ Moiré stof: houtnerfstructuur.
• Doek loopt met bepaalde snelheid door de kalanders, normaal ➢ False moiré: is met een reliëf kalander.
gaat je doek net zo snel als je kalander, maar je kunt kalander
, • Deze weefconstructies zijn geschikt voor napping:
Chaising calendaring (mangel)
• Alle lagen worden samen door de kalander heen gehaald. Dit
heeft als effect dat het een zacht gevoel/feel creëert.
➢ Op een kettingkeper minder
effect
➢ Op een inslagkeper meer effect, omdat de inslag draden
daar meer bovenop liggen.
------------------------------------------------------------------------------------------- ➢ Op een gelijkzijdige keper, half half effect
➢ Op een inslagsatijn
• Kalander effect blijvend (permanent of tijdelijk). Ligt eraan of je ➢ Op een kettingsatijn
warmte, etc. gebruikt. En welke stof je gebruikt (katoen gaat na • Wil je veel napping dan kies je voor een inslag satijn/ keper,
wassen weer terug naar eigen vorm en polyester blijft meestal). want dan liggen er meer inslag draden bovenop.
• Als het chemisch gebonden is dan blijft de structuur erin zitten. (Lees ook Clot. Tech. p. 111)
➢ Flannel: warm en zacht. Keper of platbinding
• Washable calendar effect: gemaakt van katoen, katoen/wol,
→ Impregnation with resin (hars, chemisch) → wol/synthetic blends. Wordt gebruikt voor
drying → calendaring → heating. dekens, bed sheets en slaapkleding.
➢ French flannel: katoen/wol (50%/50%) in
keper binding, licht genapt. Ook wel bekend
als Viyella.
➢ Flannelette (katoenfluweel): licht gewicht
katoen platbinding, genapt aan één kant.
Gebruikt voor bed sheets.
PPT 2
➢ Molton: zwaardere versie van de flannel. Dikkere stof.
Sanding/ sueding = schuren (Textile Reference Book p. 112-113) Voor en achterkant hebben kort napping proces gehad.
• Schuurpapier op stof. Roterende rollen/ walsen met Katoen geweven doek. Meestal voor matras covers.
schuurpapier. Dit maakt het zachter en beter isolerend. Je krijgt ➢ Melton: mid-weight, kort genapt, weefsel. Wollen stof,
een wat meer wollig effect. lijkt op molton stof. Dikker, lekker warm. Is fulled → ga je
• Kan op weefsels en breisels. wol krimpen en onderdruk geperst met hitte. Hierdoor
• De kleine schuurwalsen krijg je een dichter en wolligere stof. Daarna nappen om
zitten om een grote wals de vezeltjes eruit te trekken waardoor je meer isolatie etc.
heen. Deze grote wals heet krijgt. Vaak gebruikt voor pakken, en dames en heren
Tamboer. De stof gaat om coats.
de kleine schuurwalsjes heen.
Napping/ raising = ruwen (Textile Reference Book 114-115)
• Tamboer met eromheen kleinere walsjes die bedekt zijn met
allemaal kleine naaldjes.
• Deze naaldjes hebben een bepaalde hoek en trekken vezeltjes
uit het doek. Nap = dat vezel half uit doek getrokken wordt. ➢ Duffel: dikke stof, zwaar, wol genapte doek,
• De Tamboer en de kleine walsjes meestal voor duffel coats. (Houtje-touwtje
draaien. Het doek krijgt een betere jassen)
isolatie, wordt zachter en ➢ Lambsdown: breisel, gemaakt van zacht
comfortabeler, de stof kan ook getwiste wollen garens en hard getwiste
beter vocht vasthouden. Vocht kan katoenen garens. Meestal genapt aan één kant
makkelijker in de vezeltjes trekken. dat geeft een spongy finish. Wol aan de
Wollig uiterlijk. Slechte kwaliteit van het voorkant en katoen aan de achterkant.
doek kun je hiermee een beetje
verhullen. En je stof is hiermee beter ➢ Ratiné or frisé: wollig dikkige structuur. Zware
beschermd tegen stof en vuil. stof in keper of satijn weefsel van wol. Na napping is
- Pile rollers (P) = streekwalsen mechanische finish voor gekruld en
- Counterpiles rollers (CP) = getwist effect. (Lees ook Clothing
tegenstreekwalsen Technologie Book p. 124)
Dit gebruik o Bij frisé krijg je meer
je samen. golvende structuur en bij
Ene wals in ratine meer nopjes.
pile direction
en andere in Brushing = borstelen (lees ook Clot. Tech. P. 120)
counterpil • Wordt vaak gedaan om je stof schoon te borstelen. Maar kan
direction. Je kunt ook variëren in hoe snel de walsjes draaien en ook om je machine schoon te maken.
de tamboer en hoe snel de stof erdoorheen gaat. • Vaak voor een smooth
• Door de richting van de naalden, hoe de machine gebouwd is, velvet of suede looking
snelheid en doek en garen constructie bepaald wat het oppervlak door te
resultaat is. borstelen/raising de naps
• Het heeft vooral invloed op de inslag garens, omdat de naaldjes in 1 directie.
een beetje langs de ketting glijden en dus daar niet zo veel
invloed op heeft.
