Samenvatting Uitzonderlijk geweld
Week 1
Liem, M.C.A. & Wilsem, J.A., van & Smit, P. & Nieuwbeerta, P. (2012). De daling van
moord en doodslag in Nederland. Tijdschrift voor Criminologie, 54 (1), 18-34.
Het aantal moorden in Nederland was een tijd stabiel en is de laatste jaren aanzienlijk
gedaald. Dit artikel gaat over de trends tussen 1990 en 2009. Ook kijken ze naar
verklaringen voor de daling.
Tussen 2004 en 2009 zijn er nog maar 178 slachtoffers per jaar gevallen van moord en
doodslag. Dit is 68 minder dat het decennium ervoor. De daling van het aantal slachtoffers
van moord en doodslag in de afgelopen jaren is opmerkelijk, want het is een omkering van
een stijgende lange termijn trend. Vanaf midden jaren 60 tot eind jaren 90 is er namelijk een
stijging geweest. Nu is het weer terug op het niveau van de jaren 70.
Is er ook een afname geweest in andere geweldsdelicten? Nee, er is juist een stijging. Dit
kan worden verklaard door de zogenoemde civilisatiehypothese: men wordt steeds minder
tolerant ten opzichte van bepaalde gedragingen en zal deze daarom sneller bestempelen als
een geweldsdelict.
De daling van levensdelicten in ons land vertoont een opmerkelijke overeenkomst met trends
in andere Europese landen en de VS. In dezelfde periodes daalde moord en doodslag, maar
stegen andere geweldsdelicten. In dit artikel wordt gefocust op Nederland.
Ze onderzochten in het bijzonder in hoeverre het dalende aantal levensdelicten in ons land
samenhangt met veranderingen in
(a) de situationele omstandigheden (afschrikking daders door strafrechtelijk beleid en door
problematisch alcohol- en druggebruik).
Cohen en collega’s stellen dat ontwikkelingen in een samenleving veranderingen in de
routineactiviteiten en gelegenheidsstructuren met zich meebrengen, die ervoor zorgen dat
mensen een grotere kans lopen slachtoffer van criminaliteit te worden. Op het gebied van
fataal geweld kan deze theorie worden vertaald naar de omvang van de populatie potentiële
moordenaars. Ook wordt er gedacht dat de politie tegenwoordig beter optreedt; ze zijn
gerichter en sluiten veelplegers langer op. Tevens kan het aantal potentiële moordenaars
worden beïnvloed door problematisch alcohol- en druggebruik.
(b) de mate van sociale desorganisatie (aandeel echtscheidingen)
Een tweede perspectief dat vaak gehanteerd wordt bij het verklaren van verschillen in trends
van levensdelicten tussen samenlevingen is de sociale-desorganisatietheorie, gebaseerd op
de ideeën van Wirth (1938) en Shaw en McKay (1942) over de relatie tussen de mate van
sociale veranderingen, sociale cohesie en criminaliteit in een samenleving. Volgens Wirth
(1938) beïnvloeden sociale risicofactoren, zoals de omvang en heterogeniteit in de
bevolking, de mate van sociale integratie en sociale controle. (Gewelds)criminaliteit is
volgens Wirth dan ook een gevolg van zwakke sociale controle. Shawn en Mckay vonden dat
structurele barrières in sociale gedesorganiseerde gebieden de ontwikkeling van formele en
informele controle belemmeren, waardoor er in dergelijke gebieden meer criminaliteit
voorkomt. Het onvermogen van een gemeenschap om zichzelf te reguleren is vaak het
meest zichtbaar bij gebrekkige ouderlijke controle van de jeugd. De meest consistente
voorspeller van de ontwikkeling in omvang van levensdelicten is gezinsontbinding.
(c) de mate van economische deprivatie (werkloosheid).
Mertons (1938) straintheorie richt de aandacht op potentiële criminogene invloeden van
, economische ontberingen en geblokkeerde mogelijkheden. Onderzoekers beargumenteren
dat economische spanning kan leiden tot frustratie en agressie, uitmondend in gewelddadig
gedrag. De meest gebruikte indicator voor de mate van economische deprivatie, waarvan
vaak verondersteld wordt dat deze samenhangt met moordcijfers, is de omvang van de
werkloosheid. Onderzoeksresultaten hierover zijn echter niet consistent. Moordcijfers hebben
niet altijd, soms zelfs een positieve, samenhang met moord en doodslag.
Kortom, de criminologische literatuur geeft een hoop verklaringen voor deze daling. Vaak
wordt er gekeken naar structurele condities in de samenleving.
In dit artikel wordt gebruik gemaakt van de moord en doodslag monitor, een database
bestaande uit meerdere bronnen (oa OM, elsevier, politie). er wordt alleen gekeken naar
voltooide levensdelicten. Er is bekend waar en wanneer het levensdelict heeft
plaatsgevonden en welk type wapen is gebruikt in het delict. Van slachtoffers en daders zijn
geslacht, leeftijd, etniciteit en de relatie tussen daders en slachtoffers bekend.
Wat zijn de verklarende indicatoren?
- Situationele omstandigheden: De invloed van veranderingen in beleidsvoering en
justitiële interventies en criminaliteitsontwikkeling en politieoptreden
- Gegevens over problematisch alcohol- en druggebruik als proxy voor het aantal
potentiële daders die overgaan tot fataal geweld onder invloed van alcohol en/of
drugs
- Sociale desorganisatie: gezinsontbinding door gebruik te maken van de proxy
echtscheidingspercentage
- Economische deprivatie: werkeloosheid percentage
Van 1990 tot 2009 zijn er gemiddeld 210 moorden per jaar. In het begin van de jaren
negentig werden er aanzienlijk meer moorden gepleegd dan aan het eind van die periode. In
1995 telden we de meeste slachtoffers van moordzaken, namelijk 281. Het laagste aantal
slachtoffers viel in 2006 – in dat jaar waren het er ‘slechts’ 140. Vanaf 2004 kwam de
sterkste daling.
Mogelijke verklaringen
Situationele omstandigheden
Indicatoren voor situationele omstandigheden omvatten, op basis van eerdergenoemde
theorieën, twee gebieden: de beleidsvoering en justitiële interventies
(ophelderingspercentages voor geweldsdelicten) en problematisch alcohol- en druggebruik.
In de onderzochte periode steeg het ophelderingspercentage voor geweldsmisdrijven van
onder de 50 procent naar bijna 60 procent. Het oplossingspercentage blijkt tevens een
negatieve invloed te hebben op het aandeel levensdelicten: hoe hoger het
oplossingspercentage in een bepaald jaar, hoe lager het aandeel levensdelicten het jaar
hierop volgend is. Door de pakkans te verhogen zou het aantal potentiële moordenaars
afgeschrikt worden en daarmee het aantal levensdelicten afnemen. Alcohol en drugsmisbruik
is wel omlaag gegaan, maar heeft geen significant effect.
Sociale desorganisatie
Kijkt naar het aandeel van echtscheidingen; het aantal is gestegen afgelopen jaren. Het
effect van het echtscheidingspercentage in een bepaald jaar lijkt geen significante indicator
te zijn voor het aandeel levensdelicten in het daaropvolgende jaar
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper eh1234. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.