Deze handige en zeer grondige samenvatting is gemaakt op basis van de examenleerdoelen per onderwerp. Per examen leerdoel zijn kleinere benoemde leerdoelen en die zijn vervolgens uitgewerkt in succescriteria.
Dus met deze samenvatting ga je goed voorbereid je (school)examen in, en heeft mijzelf...
Biologie samenvatting van leerdoelen Thema 2: Transport en afweer
Leerdoel 1: Kenmerken van bacteriën
1. Het verschil wordt gemaakt in dat prokaryoten geen celkern hebben en relatief simpele
bouw hebben en dat eukaryoten wel een celkern hebben en een complexere bouw hebben
met bijv. meer organellen.
2. De bacterie heeft geen celkern de dierlijke cel wel, de dierlijke cel heeft geen celwand de
bacterie wel, de dierlijke cel heeft veel meer celorganellen zoals ribosomen, mitochondriën
etc. wat de bacterie niet heeft.
3. Nuttige bacteriën zijn bacteriën die bijvoorbeeld in je darmflora zitten. Pathogene bacteriën
zijn bacteriën die in je lichaam als lichaamsvreemd worden gezien zoals Salmonella.
4. Kenmerken van de bacterie zijn: geen celkern, prokaryoot, DNA ligt los in het cytoplasma en
is een groot molecuul met kleine moleculen, celwand, flagel.
5. Plasmiden kunnen gecodeerd worden om bijvoorbeeld resistentie op te bouwen tegen
antibiotica, wat dus genetische modificatie is.
Leerdoel 3: Gaswisseling van O2 en CO2
1. 1 O2 + Hb HbO2
2 -CO2 + Hb HbCO2
-CO2 + H2O H2CO3 HCO3- + H+
3 H+ + Hb HbH+
De O2 komt de rode bloedcel in en bindt aan de hemoglobine en vormt HbO2 en dit gaat
door naar een ander orgaan dan longen.
Hier laat de HbO2 de O2 los en dit gaat dit orgaan in.
CO2 komt het orgaan in en bint met hemoglobine en vormt H2CO3 wat door reageert tot
HCO3- en H+.
H+ gaat reageren met de hemoglobine en vormt HbH+
Dan reageert dit weer helemaal terug en is er weer CO2 en dit verlaat het lichaam.
2. Deze gaswisseling gebeurt door het verschil in PO2 en PCO2. Hierdoor gaat de Co2 en O2 van
een hoog geconcentreerd gebied naar een laag geconcentreerd gebied. Hierdoor komt de
CO2 en O2 de rode bloedcel in en verlaat hij het ook weer.
3. O2 + Hb HbO2
4. Met een hogere pCO2, een lagere PH en een hogere temperatuur is er extra afgifte van O2,
dus verzwakt dit de bindingen van hemoglobine met zuurstof.
5. De rode bloedcellen bevatten hemoglobine waaraan CO2 zich bindt en dus transporteerbaar
is. Dus rode bloedcellen transporteren CO2.
6. Zie succescriteria 1
7. Zonder het binden aan Hb van H+ afkomstig van koolzuurvorming, zou de ph van het bloed
dalen naar 3, maar dit is werkelijk ongv 7,40. Dat komt doordat de heemgroepen van het
hemoglobine binden de meest H+-ionen. Ook andere eiwitten in het bloedplasma binden H+-
ionen. Hemoglobine en de andere eiwitten zijn bufferende stoffen en werken als PH-buffer.
8. Verschillen: Myoglobine heeft 1 heemgroep en hemoglobine heeft er 4, MB heeft een hogere
affiniteit voor O2 dan HB.
Overeenkomsten: Ze kunnen beide O2 binden, hebben beide heemgroepen en dus ook Fe2+
ionen.
9. Het Bohr-effect houdt in dat er extra O2 afgifte is door oxiHb vanwege een hogere pCO2, een
lagere ph en een hogere temperatuur. Dit betekent dus dat deze grafieken in deze
omstandigheden dus relatief lager liggen in vergelijking met de andere omstandigheden,
omdat hier dus veel O2 afgifte is en dus een lage O2-verzadiging is.
10. Zie succescriteria 1 (Is hetzelfde)
Leerdoel B3.6 (leerdoel 4 &5): Transport
1. Bij een gesloten bloedsomloop komt het bloed niet buiten de bloedvaten. Bij een open
bloedsomloop is dit wel het geval en komt het bloed buiten de bloedvaten.
2. Bij de enkelvoudige bloedsomloop gaat het bloed maar 1 keer door het hart en gaat het
zuurstofrijke bloed van uit bijvoorbeeld kieuwen direct door de rest van het lichaam. Terwijl
bij een dubbele bloedsomloop het bloed 2 keer door het hart gaat.
1 keer via de kleine bloedsomloop van de rechterkamer naar de longslagaders waar het
zuurstof opneemt en co2 afstaat en dan weer terugkomt in de linkerboezem.
En 1 keer via de grote bloedsomloop via de aorta door de organen en via de
onderste/bovenste holle ader weer in de rechterboezem komt.
3. Bouw van het hart
a. Rechterboezem
i. Krijgt O2- arm bloed uit de holle aders.
b. Rechterkamer
i. Pompt bloed de longslagaders in.
c. Linkerboezem
i. Krijgt O2- rijk bloed uit de longaders.
d. Linkerkamer
i. Pompt bloed de aorta in.
1. Zelfde hoeveelheid als de rechterkamer.
2. Met meer kracht.
a. Rechterkamer is minder gespierd dan linkerkamer.
i. Bloeddruk in aorta is hoger dan in longslagader.
2|Pagina
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Tygo06. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,99. Je zit daarna nergens aan vast.