Parodontologie - College 1 - microbiologie
Groei
Je kan de groei van bacteriën vastleggen op 2 manieren:
Vast → agar bodemplaat → petrischaaltje
Vloeibaar → mediumkweek
Groeiomstandigheden
Tempratuur → 37 graden, Thermofielen → een organisme die kan leven met hoge
thermofielen tempraturen
Zuurgraad → PH=7, acidofielen, Acidofielen →organisme die kunnen leven in hele zure
basofielen omgevingen
Basofielen→ organisme die kan leven in een niet zure omgeving
Zuurstofspanning → anaeroob of aeroob Anaeroob→ organisme die leeft zonder zuurstof
Aeroob → organisme die alleen leeft met zuurstof
Osmotische waarde → hypertoon, isotoon, Hypertoon→ met een hoge osmotische druk
hypotoon Isotoon→ gelijke osmotische druk
Hypotoon→ lagere osmotische druk
Aanwezigheid van Hoeveelheid van
specifieke nutriënten voedingsstoffen
Osmotische waarde →Met de term osmotische waarde van een enkele oplossing wordt de osmotische
druk aangeduid ten opzichte van het zuivere oplosmiddel.
Optimum → hier groeit het micro-organisme het beste (snelst), een
minimum de laagste waarde waarbij nog groei mogelijk is en het maximum
de waarboven geen groei meer mogelijk is.
→ Afhankelijk van de ligging van het optimum spreekt met van thermofiele,
mesofiele en psychrofiele micro-organismen
Thermofiele → het optimum ligt bij een warme tempratuur
Mesofiele → het optimum ligt bij een gemiddelde tempratuur (37 graden)
Pshychrofiele → het optimum ligt bij een lage tempratuur
*Eén bacterie vermenigvuldigt zich tot een kolonie.
Macronutriënten → nutriënten die de cel in grote hoeveelheden nodig heeft.
- Koolstof, stikstof, fosfor, zwavel etc.
Micronutriënten → nutriënten die de cel in kleine hoeveelheden nodig heeft
- Kobalt, zink, koper, mangaan etc.
→ Alle nutriënten moeten in het medium aanwezig zijn anders groeit de bacteriën niet.
Nutriënten worden gebruikt voor het metabolisme van de cel.
Metabolisme →stofwisseling, hoe sneller je metabolisme, hoe sneller je lichaam voedsel afbreekt en
omzet in energie.
,Metabolisme bestaat uit twee processen
Anabolisme
§ Proces waarbij nutriënten worden opgenomen en als bouwstof gebruikt worden voor de cel
onderdelen
→ kost energie
Katabolisme
§ Proces dat chemische verbindingen verbreekt en de vrijgekomen energie gebruikt als brandstof voor
bv. groei en beweging.
→ levert energie op
Hoe komt de bacterie aan zijn energie (ATP)?
Door katabole processen → Voedingsstoffen af te breken
Koolhydraten → suikers. (glucose)
Eiwitten → aminozuren
Vetten → glycerol en vetzuren
Afbreken van de voedingsstoffen
Het afbreken van de voedingsstoffen kan op 3 manieren:
§ Fermentatie (gisting)
§ Aerobe verbranding (O2)
§ Anaerobe verbranding (nitraat of sulfaat)
→ gaat vervolgens naar de glycolyse
Fermentatie
→ Worden de stoffen (vooral zetmeel en suikers) in het voedingsmiddel omgezet of afgebroken door de
enzymen van de aanwezige bacteriën of andere micro-organismen. Ook wel gisting
§ Dit levert slechts 2 ATP op
§ Hiervoor heb je geen zuurstof, citroenzuurcyclus of ademhalingsketen nodig.
§ Er zijn nog vele andere fermentatieprocessen die gebruikt worden door bacteriën
Vb: Pyruvaat wordt omgezet in lactaat (melkzuur), in alcohol, in azijnzuur en/of andere zuren.
Aerobe ademhaling Anaerobe ademhaling
Bestaat uit: § Hetzelfde proces als aerobe ademhaling,
§ Glycolyse behalve dat er, in plaats van zuurstof,
§ Citroenzuurcyclus (krebs-cyclus) nitraat of sulfaat wordt gebruikt.
§ Ademhalingsketen § Nitraatademhaling
→ Dit levert in totaal 38 ATP op § Sulfaatademhaling
→ Wel zuurstof nodig → Dit levert in totaal 38 ATP op
→ Hiervoor heb je dus geen zuurstof nodig
Dit gebeurt bij bacteriën in het celmembraan
(een bacterie heeft namelijk geen mitochondriën)
, Er zijn 3 soorten anaerobe bacteriën
- Obligate anaerobe → bij zuurstof gaan ze dood.
- Aerotolerante anaerobe → die kunnen geen zuurstof verdragen maar niet gebruiken
- Facultatieve anaerobe → die kunnen zuurstof gebruiken maar het hoeft niet
Microbiële ecosysteem → samenlevingsvormen van micro-organismen, waarbij er een harmonieuze
wisselwerking is tussen micro-organismen en hun directe omgeving
Omgeving bestaat uit: → Biotische factoren: andere soorten m.o. waarmee ze samenleven
→ A-biotische factoren: het milieu waar ze in leven bijv. temp, zuurgraad etc.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper leonique141. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €10,89. Je zit daarna nergens aan vast.