Hoofdstuk 1
Humanistssch syscologih (Maaslow)
legt de nadruk op menselijke mogelijkheden, de mogelijkheid
van de mens om te kiezen en zich te ontplooien.
Mensen hebben een aangeboren behoefe aan groei en
zelfontplooiing. Daarbij hoort een onderverdeling van menselijke
behoefen in 5 typen in een oplopende reeks, namelijk
1. Fysieke behoefe als eten, drinken en seksualiteit.
2. Behoefe aan veiligheid, huisvestng, zekerheid van zorg (bijv.
door je ouders), goed (politek) leefmilieu.
3. Behoefe aan liefde, behoefe om bij anderen te horen.
4. Behoefe aan erkenningen waardering, voor de ontwikkeling
van hun zelfrespect (complimentjes).
5. Behoefe aan groei en zelfverwerkelijking, zelfennis, inzicht in
de eigen persoonlijkheid. Daarvoor moet er eerst aan de
bovenstaande 4 behoefen zijn voldaan.
behoefehiërarchie. Lagere behoefen moeten eerst bevredigd worden, voordat een hogere
behoefe gerealiseerd kan worden.
De eerste vier zijn volgens Maslow dhfisiënthebhcohfthn. Behoefen die te maken hebben met het
ervaren van tekorten. Ze moeten steeds weer opnieuw bevredigd worden.
De laatste kan niet echt bevredigd worden, omdat iemand die met zelfverwerkelijking bezig is nieuwe
punten blijf vinden om in te verbeteren. Volgens Maslow komt maar 2% van de bevolking aan de 5e
behoefe toe. De rest blijf in het materiële hangen.
Dh systhhmtchorih: Bathson, Watzlawisk
De basis van de systeemtheorie is ontstaan uit de synthetsche benaderingswijze van Bertalanfy. Deze
benadering pleit er voor om vanuit het grotere geheel naar dingen of elementen te kijken.
Vanaf 1970 komt er veel literatuur uit op het gebied van gezinstherapie en het werken met de
systeembenadering en de praktjk. De focus gaat van het individu naar het gezin.
Het boek van Watzlawick e.a. heef een grote invloed gehad op bijvoorbeeld jeugdzorg. Er zijn sinds die
tjd veel minder uithuisplaatsingen geweest. nn plaats daarvan kwam er ondersteuning.
Hht kadhr hn dh sonthxt van dh systhhmtchorih:
- Objecten bestuderen door ze in een breder kader, in hun context te plaatsen.
- Meer naar dingen kijken via het omvatend geheel.
- Breder kader, waardoor men een beter begrip heef van de sociale werkelijkheid.
- Kijkt vanuit het geheel naar de delen, en probeert dingen synthetsch of vanuit het geheel te benaderen.
- Zien objecten als onderdelen van en beïnvloed door het systeem waarvan zij deel uitmaken.
- Veel aandacht voor de structuur waarbinnen deze dingen hun plaats en onderlinge verband hebben.
- Men moet de omgeving meenemen in zijn wijze van kijken en benaderen. Dit wordt bedoeld met ‘Anders
Kijken’.
Bhlangrijksth uitgangspunthn van dh systhhmtchorih:
- Het geheel is meer dan de som der delen. Het systeem heef een eigen karakter wat niet te herleiden is naar
de persoonlijke eigenschappen van de delen.
- Binnen het systeem zijn de delen afankelijk van elkaar. Alles hangt samen. Als er iets verandert, beïnvloed
dat het hele systeem.
- Het systeem bepaalt in belangrijke mate het gedrag van de individuen.
- Het systeem probeert zich op allerlei manieren aan te passen aan zijn omgeving, omdat het wil overleven.
- Een systeem heef de eigenschap zichzelf te handhaven en te blijven voortbestaan.
Fhhdebask als sphsifihkh vorm van informath:
Feedback is een begrip uit cybernetca. Het betekend terugkoppeling. nn staat zijn om informate uit het
systeem of daarbuiten te ontvangen en verwerken, waardoor ze het vermogen hebben om zichzelf te
verbeteren en hun eigen functoneren bij te sturen. Het begrip feedback betekend binnen de systeemtheorie
iets anders dan de algemene betekenis. Feedback binnen de systeemtheorie richt zich op een bepaald proces
van informateverwerking, waarbij de informatestroom in cirkels verloopt. Er worden constant berichten heen
en weer gestuurd binnen het systeem en naar de omgeving.
,Nhgathvh fhhdebask is gericht op verandering tegen te gaan.
osithvh fhhdebask gericht om het systeem te veranderen.
Positieve feedback is de vorm van feedback is gericht op het systeem dat
verandert en
dat een bepaalde systeemnorm, die tot dan toe gold, wordt losgelaten.
Negatieve feedback draagt bij aan de bestendiging van de situatie, aan het
voortbestaan van de bestaande toestand van het systeem.
Hhrcaling, ebhphrking, voorsphlebaarchid, rhdundanth hn patroon
Hoewel zich in systemen allerlei veranderingen voordoen, is herhaling het kenmerk
waaraan men een systeem herkent.
Bhphrking = als er in de loop van het kennismakings- en samenlevingsproces
eenmaal een bepaald traject is afgelegd en een aantal wissels is genomen,
behoort 80 a 90% niet meer tot de waarschijnlijk realiseerbare optes.
Rhdundanth = steeds grotere voorspelbaarheid van systemen. De term geef aan
dat veel informate binnen het systeem overbodig is, geen nieuwe informate
bevat, zichzelf herhaalt en volledig past in het patroon dat ons al bekend was.
Jh chrkhnt hhn systhhm aan chrcaling.
Rhdundanth=patroon: Het systeem is voorspelbaar. Veel informate binnen het systeem is overbodig,
bevat geen nieuwe informate, herhaalt zichzelf en past volledig binnen het patroon dat ons al bekend
was. Patroon en redundante zijn binnen de systeemtheorie synoniemen.
Binnen de systeemtheorie is allh ghdrag sommunisath. De volgende begrippen hebben binnen de
systeemtheorie dezelfde betekenis sommunisath=inthrasth=ghdrag=ebhïnvlohding.
Communicate is informate die gevolgen heef. Ook asociaal gedrag is communicate. nemand helpen is
communicate maar ook voordringen in een rij is communicate. Een brief schrijven is communicate maar ook
een brief niet beantwoorden is communicate. Al je daden zorgen ervoor dat het communicate tot gevolg
heef.
1. Individughrisct VS systhhmghrisct
syscoanalysh: nndividugericht, mensen die geen aanhangers zijn van de systeemtheorie vinden in het individu
de basis van waaruit ze het gedrag, dat ze waarnemen, kunnen verklaren.
Systhhmghrisct: Aanhangers van de systeemtheorie zoeken hun aanknopingspunten voor de verklaring
van het gedrag van mensen in de omgeving of het systeem.
2. Intra- psyscissch vhrsus inthr- phrsoonlijkh ebhnadhringswijzh
syscoanalysh: nntra- psychisch, de ‘gewone’ psychologie gaat over drifen, motvates, verlangens, emotes en
frustrates wanen illusies etc. van de persoon die bevinden of afspelen; de psycholoog neemt aan dat de sleutel tot
het gedrag van zijn cliënt zich binnen in de persoon bevindt. Dit wordt een intrapsychische benadering genoemd.
, Systhhmtchorih: nnter- persoonlijk, kijkt naar het netwerk van de relate en de wijze van communicate.
(het gaat om relates en patronen tussen mensen)
3. Niht waarnhhmebaar ghdrag vhrsus waarnhhmebaar ghdrag
Dh psyscoanalysh betref feiten over niet-zichtbare zaken (motvate, drifen, cognites)
Dh systhhmtchorih: heef belangstelling voor zichtbare zaken (gedrag, relates, coalites)
4. Hht vhrlhdhn van ebhlang vhrsus cht vhrlhdhn niht of nauwhlijks van ebhlang
syscoanalysh: de oorzaken van psychische ongemakken zoeken ze in het verleden
Dh systhhmtchorih: gaat ervan uit dat de problemen van nu ook in het hier en nu moeten worden opgelost.
5. Dh vhrsscillhndh typhn ‘waarom’ vraghn
syscoanalysh: is geïnteresseerd in angsten, gedachten, moteven en persoonlijke
problemen van personen en in het ‘waarom’ van deze zaken.
Dh systhhmtchorih: stelt eerder vragen die in het teken staan van de analyse van het
systeem en die gaan over het communicatepatroon, over de wijze waarop de relates
binnen een systeem zich manifesteren en de wijze waarop ze functoneren.
6. Wat is normaal, wat is aebnormaal?
syscoanalysh: nemand met psychische problemen die behandeling nodig heef is immers
‘ziek’. Als je ziek bent moet je naar de dokter en dien je een behandeling te ondergaan.
De scheiding tussen ‘normaal’ en ‘abnormaal’ gedrag en tussen ‘gezonde’ en ‘zieke’
mensen wordt door de systhhmtchorih niet vruchtbaar geacht en daarom niet gehanteerd.
7. Oorzaak hn ghvolg
syscoanalysh: Linhairh sausalithit = A veroorzaakt B. Hier komt verder geen reacte op. Een appel valt van de
kerktoren. A oefent een bepaalde invloed op B uit. B ondergaat deze invloed en veranderd er door.
Systhhmtchorih: Cirsulairh sausalithit = A veroorzaakt B en B veroorzaakt weer A. A -> B -> A -> B.
Doordat elk deel van de interacte zowel oorzaak als gevolg is, wordt er binnen de systeemtheorie
eigenlijk niet over oorzaak en gevolg gesproken.
oorzaak=gevolg=oorzaak=gevolg=oorzaak etc. (een cirkel kent geen begin en een einde).
De systeemtheorie gaat nergens over en heef geen echt onderwerp. Systeemtheorie is een wijze van
benaderen. Het gaat om een bril waardoor je naar de werkelijkheid kunt kijken.
Systeemtheorie wordt ook wel metatheorie genoemd is een theorie van een hoger abstracteniveau. Dan de
gewone inhoudelijke theorie.
Hoofdstuk 2 (ebhlangrijksth khnmhrkhn van hhn ophn systhhm)
Dhfinith systhhm
Een systeem is een samenstel van elementen en van betrekkingen tussen die elementen,
dat als geheel functioneert door de onderlinge afhankelijkheid van de elementen en dat
voor de betrokken elementen bepaalde functies vervult (een gezin, leefgroep, team,
organisatie).
Het gaat om de betrekkingen die deze individuen onderling met elkaar onderhouden.
Tijdselement
Hht tjdshlhmhnt = Een systeem heef altjd een zekere wordingsgeschiedenis die een bepaalde tjdsduur
impliceert. Mensen die samen op de bus staan te wachten zijn geen systeem.
Voor hhn systhhm is hhn ebhpaaldh ondhrlingh afankhlijkchid hn hhn ebhpaaldh ondhrlingh strustuur nodig.
Deze totstandkoming heef tjd nodig. Een systeem moet tot ontwikkeling komen. Een groep eerstejaars
studenten kan in september nog geen systeem zijn, maar een aantal maanden later wel. Hier spreken we van
thamebuilding en grohpsvorming; dit zijn woorden waarmee het proces wordt aangeduid waarin mensen van
losse individuen tot een samenhangend systeem ontwikkelen.
Het tegenovergestelde van een systeem is hhn coop; een losse verzameling elementen zonder enige
samenhang.
Totalithit
Duidt aan dat als er een verandering optreedt in een deel van het systeem, dat weerslag heef op het gehele
systeem en dat deze verandering ook veranderingen teweeg zal brengen in alle andere delen van het systeem.
Alles hang met alles samen.