'CHAPTER 6 - ETHICS AND POLITICS IN SOCIAL RESEARCH'
Hoofdstuk 6.1
Introduceert de belangrijke aspecten en debatten over ethiek waarmee alle sociale onderzoekers rekening
moeten houden. Zo zijn ethische overwegingen een essentieel onderdeel van het onderzoeksproces: als je een
voorstel schrijft voor een afstudeerproject, moet je hoogstwaarschijnlijk de ethische kwesties benadrukken die je
onderzoek mogelijk tegenkomt. Het toenemende gebruik van online gegevens, zoals op sociale media, in
sociaal-wetenschappelijk onderzoek heeft specifieke ethische implicaties die we zullen bespreken.
Het is belangrijk op te merken dat het hoofdstuk niet probeert de complexe ethische kwesties die hier worden
gepresenteerd op te lossen. Ethiek is ingewikkeld en sommige benaderingen die je zou kunnen kiezen bieden
onderzoekers geen duidelijke richting. We zullen echter genoeg schetsen van de ethische principes bieden die
betrokken zijn bij sociaal onderzoek, zodat je het bewustzijn en de kennis hebt die je nodig hebt om
geïnformeerde beslissingen te nemen over je eigen werk.
In sociaal onderzoek draaien ethische overwegingen voornamelijk om zaken als:
• Hoe moeten we omgaan met de mensen met wie we onderzoek doen?
• Zijn er activiteiten waaraan we wel of niet moeten deelnemen met degenen die we bestuderen?
De focus ligt op de principes die de relatie tussen onderzoekers (ons) en degenen die worden onderzocht
(deelnemers) sturen. Naast dergelijke ethische kwesties moeten we ook overwegen hoe de politiek van
onderzoek (waarmee we bedoelen hoe macht wordt uitgeoefend, eerder dan partijpolitiek en bestuur) invloed
kan hebben op hoe we nadenken over, ontwerpen, uitvoeren en delen van ons onderzoek.
Discussies over ethiek in sociaal onderzoek kunnen frustrerend zijn om vier redenen.
1. Er is vaak aanzienlijke onenigheid tussen schrijvers over ethische kwesties en vragen. Verschillen in
opvattingen over wat ethisch aanvaardbaar is en verschillende standpunten worden regelmatig
aangetroffen.
2. In vergelijking met de beperkte aandacht voor ethische kwesties in sociaal onderzoek tijdens de jaren
1960, zijn ethiek nu centraal in discussies binnen sociaal onderzoek. Sommige studies die in dit
hoofdstuk worden besproken, zouden vandaag de dag niet worden uitgevoerd. Dit benadrukt dat
ethische normen in de loop der tijd kunnen en zullen veranderen.
3. Ethische kwesties in sociaal onderzoek zijn meestal niet zo extreem als de meest besproken gevallen
zouden suggereren. Vaak wordt verwezen naar bekende, zelfs beruchte, voorbeelden van ethische
overtredingen bij deze debatten. Deze voorbeelden zijn echter extreem en weerspiegelen niet
nauwkeurig de soorten kwesties die de meeste onderzoekers moeten overwegen.
4. Gerelateerd aan het vorige punt is het feit dat deze extreme gevallen van ethische overtreding vaak
worden geassocieerd met specifieke onderzoeksmethoden, met name heimelijke observatie en het
gebruik van bedrog in experimenten. Het probleem met het koppelen van bepaalde studies en
methoden aan ethische kwesties is dat het de suggestie wekt dat sommige methoden waarschijnlijk
geen ethische zorgen zullen oproepen. Het zou echter onjuist zijn om aan te nemen dat methoden zoals
vragenlijsten of openlijke observatie immuun zijn voor ethische problemen, vooral omdat ethische
problemen vaak voortkomen uit de gestelde vragen.
Hoofdstuk 6.2
Behandelt bestaande ethische richtlijnen die van belang zijn voor jou als sociaal onderzoeker. Voordat we dieper
ingaan op ethische kwesties en debatten, is het cruciaal om op de hoogte te zijn van formele ethische
begeleiding die beschikbaar is. Deze begeleiding komt voornamelijk in twee vormen:
- gedragscodes uitgegeven door professionele organisaties
- richtlijnen van je universiteit, zowel in geschreven vorm als via ethische commissies.
Richtlijnen van professionele verenigingen
Verschillende professionele verenigingen hebben openbaar toegankelijke ethische gedragscodes opgesteld.
Deze bronnen zijn zeer nuttig omdat ze bespreken wat als best practice wordt beschouwd binnen een
gemeenschap van wetenschappers. Hoewel ze ons misschien niet altijd precies vertellen wat te doen
(beslissingen kunnen afhangen van de context), helpen ze vaak om te identificeren waar ethische kwesties zich
kunnen voordoen.
,Ondanks dat deze kaders belangrijke bronnen van ethische begeleiding blijven, brengt het recente gebruik van
online gegevens, met name gegevens van sociale media, nieuwe ethische uitdagingen met zich mee. Dit is
vooral het geval omdat deze gegevens natuurlijk voorkomen (Edwards et al. 2013) en niet worden gegenereerd
als onderdeel van een onderzoeksproject.
Het hoofdstuk benadrukt ook dat er een groeiend corpus aan academisch werk is dat specifiek kijkt naar ethische
kwesties in sociaal mediaonderzoek, waarbij de focus ligt op de ontwikkeling van het vakgebied, waar ons
ethisch denken (wat we zouden moeten doen) gelijke tred houdt met onze technische mogelijkheden (wat we
kunnen doen).
Richtlijnen van jouw instelling
Naast het bekend zijn met de gedragscodes geproduceerd door professionele verenigingen, dien je bekend te
zijn met de ethische richtlijnen van jouw universiteit of hogeschool. De meeste instellingen voor hoger onderwijs
hebben ethische commissies die richtlijnen uitvaardigen over ethisch onderzoek, met indicaties van welke
praktijken ethisch onaanvaardbaar worden geacht. Deze richtlijnen zijn vaak gebaseerd op of beïnvloed door de
codes die zijn ontwikkeld door professionele verenigingen. De ethische commissie en de richtlijnen die zij
produceert, zijn er om onderzoek deelnemers te beschermen tegen onethische en potentieel schadelijke
onderzoekspraktijken. Niettemin dienen ze ook ter bescherming van instellingen en onderzoekers. Ze streven
ernaar onderzoekers te helpen voorkomen dat ze zich op ethisch onaanvaardbare manieren gedragen, wat
negatieve gevolgen kan hebben voor hun universiteit of hogeschool (ethisch ongepast gedrag kan leiden tot
juridische stappen tegen de instelling of negatieve publiciteit), of dat de reputatie van de onderzoeker zelf zou
schaden en/of hen in een kwetsbare positie zou plaatsen.
Als student-onderzoeker kan je vooral in aanraking komen met de ethische commissie van jouw instelling door
de ethische richtlijnen te lezen en op te volgen. Echter, vaak moet je jouw voorgestelde onderzoek indienen bij
de commissie voor beoordeling. De ethische commissie vraagt onderzoekers vaak om aan te geven of hun
onderzoek procedures of activiteiten omvat die ethisch problematisch kunnen zijn. Dit proces omvat doorgaans
het invullen van een formulier waarop je laat zien dat je potentiële ethische kwesties hebt overwogen. Het
formulier bevat waarschijnlijk vragen als 'Zal er potentieel schade, ongemak, of fysieke of psychologische risico's
zijn voor deelnemers aan het onderzoek?' waarop de onderzoeker 'Ja' of 'Nee' moet antwoorden.
Als er een mogelijkheid is dat je betrokken bent bij zo'n praktijk, wordt het voorgestelde onderzoek vervolgens
'gemarkeerd' voor volledige beoordeling door de ethische commissie. In zo'n geval moet de onderzoeker een
volledige beschrijving van het onderzoek geven en de rechtvaardiging voor het gebruik van ethisch dubieuze
praktijken. In dergelijke gevallen kan het langer duren dan verwacht om ethische goedkeuring te ontvangen, en
de commissie kan meerdere keren om aanvullende informatie vragen. Daarom is het belangrijk om je project
altijd met voldoende tijd te plannen om ethische goedkeuring te verkrijgen.
Vijf verschillende standpunten (stances) van ethiek in sociaal onderzoek zijn te onderscheiden:
Universalisme, Situationele ethiek, Breedverspreide ethische overtreding, 'Anything goes' (min of meer), en
Deontologische versus consequentialistische ethiek.
Universalisme:
● Stelt dat ethische regels nooit mogen worden overtreden.
● Erkenning dat absolute universaliteit soms onpraktisch is.
Situationele ethiek:
● Ondersteunt een casus-voor-casusbenadering, waarbij de context bepaalt wat ethisch
aanvaardbaar is.
● Het doel rechtvaardigt de middelen volgens sommigen.
● Soms is er geen keuze, en misleiding is noodzakelijk voor onderzoek.
Breedverspreide ethische overtreding:
● Stelt dat bijna al het onderzoek op de een of andere manier ethisch twijfelachtig is.
● Erkenning dat enige vorm van dissimulatie inherent is aan sociaal onderzoek.
'Anything goes' (min of meer):
, ● Pleit voor flexibiliteit in ethische besluitvorming zonder dat alles acceptabel is.
● Benadrukt dat de deceptie van onderzoekers triviaal is in vergelijking met die van machtige
instellingen.
Deontologische versus consequentialistische ethiek:
● Deontologische ethiek ziet bepaalde handelingen als intrinsiek goed of slecht.
● Consequentialistische ethiek kijkt naar de gevolgen van een handeling om te beoordelen of
deze juist of fout is.
● Meestal overheersen deontologische argumenten in sociaal onderzoek, maar soms worden
consequentiegerichte argumenten ook naar voren gebracht.
Deze stances weerspiegelen de complexiteit van ethische overwegingen in sociaal onderzoek en laten zien dat
er verschillende perspectieven zijn over wat als ethisch acceptabel wordt beschouwd.
In het kader van ethische principes voor sociaal onderzoek zijn er vier hoofdgebieden geïdentificeerd door
Diener en Crandall (1978):
Vermijden van schade aan deelnemers:
● Schade kan fysiek, psychologisch, ontwikkelingsgerelateerd of zelfs moreel zijn.
● Makkelijker om kwantitatief onderzoek anoniem te maken dan kwalitatief. → Dit probleem brengt
specifieke problemen met zich mee met betrekking tot de secundaire analyse van kwalitatieve
gegevens, aangezien het zeer moeilijk is - hoewel zeker niet onmogelijk - om veldnotities en
interviewtranscripten op een manier te presenteren waarbij mensen en plaatsen niet geïdentificeerd
kunnen worden.
Vermijden van schade aan onderzoekers:
● Risico's omvatten emotionele druk bij het onderzoeken van gevoelige onderwerpen en de
veiligheidsuitdagingen van alleen werken op locatie. Eigen kenmerken, zoals geslacht of achtergrond,
kunnen ook invloed hebben op veiligheid.
Informed consent:
● Veel van de discussie richt zich op wat wordt genoemd 'vermomde' of 'covert' observatie, wat zowel
vermomde participerende observatie kan inhouden, als eenvoudige of kunstmatige/ gemanipuleerde
observatie waarbij de ware identiteit van de onderzoeker onbekend is.
● Het verkrijgen van geïnformeerde toestemming is cruciaal voor ethisch verantwoord onderzoek. (dit lukt
niet bij covert observaties)
● Moeilijk om potentiële deelnemers alle informatie te geven die ze mogelijk nodig hebben om een
geïnformeerde beslissing te nemen over hun betrokkenheid. (In feite komen relatief kleine overtredingen
waarschijnlijk veel voor in sociaal onderzoek, zoals opzettelijk het geschatte tijdsbestek van een
interview of vragenlijst onderschatten, zodat mensen niet worden afgeschrikt om geïnterviewd te worden
of de vragenlijst in te vullen, en niet alle details over het onderzoek geven uit angst om de antwoorden
van mensen op vragen te beïnvloeden).
● Sommige onderzoekers zullen diverse mensen tegenkomen, en het is praktisch onmogelijk om iedereen
de kans te geven om geïnformeerde toestemming te geven, wat verstorend zou zijn. (Dit is een
veelvoorkomend probleem voor etnografen, die kortstondige contacten kunnen hebben met mensen in
hun onderzoek, waardoor het verkrijgen van geïnformeerde toestemming lastig is).
Invasie van privacy:
● Respect voor de privacy van deelnemers is van essentieel belang. (wanneer ze bijvoorbeeld
bepaalde vragen niet willen beantwoorden)
Deceptie/ bedrog:
● Het gebruik van misleiding (over bijvoorbeeld het werk van de onderzoeker) kan ethische
zorgen veroorzaken.
, ● Overlapping met informed consent, aangezien misleiding en geïnformeerde toestemming
moeilijk samengaan.
Voor online onderzoek, zoals op sociale media, worden specifieke ethische dilemma's aangestipt. De
moeilijkheid van het verkrijgen van geïnformeerde toestemming en privacykwesties worden benadrukt, met
voorbeelden van de uitdagingen waarmee onderzoekers te maken krijgen bij het begrijpen van de voorwaarden
van online platforms. Er is aandacht voor de evoluerende bewustwording van gebruikers over de implicaties van
hun deelname aan onderzoek.
In het algemeen blijft geïnformeerde toestemming een betwist gebied binnen de onderzoeksethiek, vooral bij
geheime observatie. Het is moeilijk om alle benodigde informatie aan potentiële deelnemers te verstrekken, en
soms zijn onderzoekers beperkt door praktische overwegingen, zoals het vermijden van verstoring in alledaagse
contexten. De complexiteit wordt verder vergroot in online onderzoek, waar het begrip van privacy en
geïnformeerde toestemming ingewikkelder is. Overwegingen rondom geïnformeerde toestemming moeten
flexibel zijn en rekening houden met de aard van het onderzoek en de context waarin het plaatsvindt.
Privacy
Privacy vormt het derde gebied van ethische zorg en heeft betrekking op onze plicht om de privacy van
deelnemers te beschermen. Het recht op privacy is nauw verbonden met geïnformeerde toestemming. De
deelnemer erkent door geïnformeerde toestemming te geven dat ze hun recht op privacy voor beperkte tijd
opgeven. Covert methoden, zoals geheime observatie, worden beschouwd als schendingen van het
privacyprincipe omdat deelnemers niet de kans krijgen om inbreuken op hun privacy te weigeren. Privacy is ook
gekoppeld aan anonimiteit en vertrouwelijkheid in het onderzoeksproces.
Anonimiteit en vertrouwelijkheid zijn niet uniek voor geheime observatie, maar zijn van toepassing op alle
onderzoeksmethoden. Online data brengen specifieke uitdagingen met zich mee, zoals het doorzoekbaar zijn
van citaten, zelfs met een pseudoniem, en het naleven van de voorwaarden van online platforms. Studenten
maken soms fouten door anonimiteit te beloven, terwijl dit praktisch onmogelijk is, zoals bij het verzamelen van
e-mailadressen voor een prijstrekking bij online enquêtes. Hierdoor is de respons niet langer anoniem. Het
benadrukt de noodzaak om realistisch te zijn over wat kan worden beloofd en gehandhaafd in termen van
anonimiteit en vertrouwelijkheid.
Deceptie
Deceptie in onderzoek doet zich voor wanneer onderzoekers hun werk representeren als iets anders dan het
daadwerkelijk is. De ethische bezwaren tegen deceptie zijn gebaseerd op het feit dat het niet wenselijk is en dat
het de reputatie van sociaal onderzoek kan schaden. Het blijft echter een uitdaging om de grens te bepalen,
aangezien soms enige mate van deceptie noodzakelijk kan zijn.
Het benadrukt de complexiteit van het omgaan met de ethische kwesties rond deceptie, vooral in
laboratoriumexperimenten waar het vermijden van een 'onnatuurlijke respons' een overweging kan zijn.
Hoewel deceptie in sommige situaties als gerechtvaardigd wordt beschouwd, benadrukken ethische richtlijnen
het belang van het vermijden van methoden die menselijke waarden en gevoeligheden schenden. Het blijft een
voortdurende uitdaging om ethische normen te handhaven, gezien de vaak onvermijdelijke beperkingen bij het
volledig informeren van deelnemers over het onderzoek.
6.5 The difficulties of ethical decision-making
Wordt benadrukt dat hoewel vier belangrijke ethische principes zijn uiteengezet.
Als VB een ethisch dilemma tijdens haar postdoctoraal onderzoek met alleenstaande moeders, waarbij haar
dubbele rol als onderzoeker en vrijwilliger een uitdaging vormde. De moeder die ze interviewde overwoog zich
terug te trekken en leek bezorgd dat Sarah haar niet zou steunen als vrijwilliger als ze dat deed. Sarah moest
geruststellen dat ze haar hoe dan ook zou steunen, waarna de moeder besloot zich terug te trekken. Dit
illustreert dat ethiek gedurende het hele onderzoeksproces moet worden toegepast en verder moet gaan dan
alleen het stadium van geïnformeerde toestemming.
Het belangrijkste leerpunt hier is dat ethiek niet alleen aan het begin van een project wordt behandeld, maar een
doorlopende kwestie is die constant aandacht en monitoring vereist. Er worden verschillende voorbeelden