Module 6
Naam: Anna den Boer
Studentnummer: 493188
Opleiding: HBO-Verpleegkunde deeltijd
Klas: DTM5-07
Tutor: Ans Tordoir
Werkbegeleiders: Diederik Janssen en Els Frenken
Examinator: Janine Roenhorst
Datum: 09-11-2016
Naam: Anna den Boer
Studentnummer: 493188
Opleiding: HBO-Verpleegkunde deeltijd
Klas: DTM5-07
Tutor: Ans Tordoir
Werkbegeleiders: Diederik Janssen en Els Frenken
Examinator: Janine Roenhorst
Datum: 09-11-2016
Naam: Anna den Boer
Studentnummer: 493188
Opleiding: HBO-Verpleegkunde deeltijd
Klas: DTM5-07
Tutor: Ans Tordoir
Werkbegeleiders: Diederik Janssen en Els Frenken
Examinator: Janine Roenhorst
Datum: 09-11-2016
Naam: Anna den Boer
Studentnummer: 493188
Opleiding: HBO-Verpleegkunde deeltijd
Klas: DTM5-07
Tutor: Ans Tordoir
Werkbegeleiders: Diederik Janssen en Els Frenken
Examinator: Janine Roenhorst
Datum: 09-11-2016
Naam: Anna den Boer
Studentnummer: 493188
Naam: Opleiding:
Anna den Boer
HBO-Verpleegkunde deeltijd
Studentnummer: 493188
Klas: DTM6-07
Opleiding: HBO-Verpleegkunde
Tutor: deeltijd
Marie Thérese Pannekoek
Klas: DTM6-07
Werkbegeleiders: Diederik Janssen en Els Frenken
Tutor: Marie Thérese Pannekoek
Examinator:
Werkbegeleiders:
Datum: Diederik Janssen en
Els Frenken
Examinator: Michèl van Driel
Datum: 19-04-2017
,Inhoudsopgave
Inleiding..................................................................................................................................................3
Hoofdstuk 1 Gezondheidskundige analyse.............................................................................................4
1.1 Casuïstek......................................................................................................................................4
1.2 Analyse gezondheidsprobleem.....................................................................................................4
1.3 Gezondheidsindicatoren...............................................................................................................4
Mortaliteit......................................................................................................................................4
Morbiditeit.....................................................................................................................................5
Verloren levensjaren......................................................................................................................5
Ziektelast........................................................................................................................................5
1.4 Invloed gezondheidsprobleem op kwaliteit van leven..................................................................5
1.5 Complexiteit van de patint..........................................................................................................5
Hoofdstuk 2 Gedragsanalyse en omgevingsanalyse...............................................................................6
2.1 Gedragsanalyse.............................................................................................................................6
2.2 Omgevingsanalyse........................................................................................................................6
Hoofdstuk 3 Mogelijkheden en belemmeringen....................................................................................7
3.1 Fase van het veranderingsproces.................................................................................................7
3.2 Zorgtechnologie............................................................................................................................7
Hoofdstuk 4 Defniiren van gedrags- en veranderdoelen......................................................................8
4.1 Einddoel........................................................................................................................................8
4.2 Gedragsdoelen en veranderdoelen..............................................................................................8
4.3 Motvate......................................................................................................................................9
Hoofdstuk 5 Gezondheidsbevorderend plan........................................................................................10
5.1 Methoden en theoriein.............................................................................................................10
Risicopercepte.............................................................................................................................10
Acton planning.............................................................................................................................10
5.2 Interventes.................................................................................................................................10
Hoofdstuk 6 Uitvoering........................................................................................................................11
6.1 Motverende gespreksvoering....................................................................................................11
6.2 Eigen regie en zelfmanagement.................................................................................................11
6.3 Patintenvoorlichtng.................................................................................................................11
Hoofdstuk 7 Evaluate...........................................................................................................................12
7.1 Product.......................................................................................................................................12
1
, 7.2 Proces.........................................................................................................................................12
7.3 Structuur.....................................................................................................................................13
7.4 Samenwerking............................................................................................................................13
Hoofdstuk 8 Refecte...........................................................................................................................14
8.1 Praktjksituate............................................................................................................................14
8.2 Refecteverslag...........................................................................................................................14
8.3 Kwaliteiten en aandachtspunten................................................................................................15
Kwaliteiten....................................................................................................................................15
Literatuurlijst........................................................................................................................................16
2
,Inleiding
Deze leertaak staat in het teken van de CanMEDS rollen gezondheidsbevorderaar en
communicator. Tijdens deze leertaak staat het bevorderen van gezondheidsgedrag bij een
individuele patiënt centraal. De stappen van Intervention Mapping zijn de leidraad voor het
verslag. Intervention Mapping is een protocol voor het ontwikkelen van interventies om het
zelfmanagement van de patiënt te bevorderen. Met Intervention Mapping wordt stapsgewijs
een gezondheidskundige interventie ontwikkelt om zelfmanagement te optimaliseren
(Sassen, 2017, p. 242). Het verslag is opgebouwd uit verschillende onderdelen. De
onderdelen die aan bod komen zijn: een gezondheidskundige analyse, een gedrags- en
omgevingsanalyse, de mogelijkheden en belemmeringen, de gedrags- en veranderdoelen,
een gezondheidsbevorderend plan, de uitvoering van het plan en een evaluatie op product,
proces en structuur. De reflectie is geschreven volgens de cirkel van Korthagen (1998). De
rollen van gezondheidsbevorderaar en communicator komen hierin naar voren.
Bij de rol gezondheidsbevorderaar staan twee kernbegrippen centraal: ‘preventiegericht
analyseren’ en ‘gezond gedrag bevorderen’. De verpleegkundige bevordert de gezondheid
van de patiënt door het organiseren en toepassen van passende vormen van preventie, die
zich ook richten op het bevorderen van het zelfmanagement en het gebruik van een eigen
netwerk van de patiënt.
Bij de rol communicator staan twee kernbegrippen centraal: ‘persoonsgerichte communicatie’
en ‘inzet informatie- en communicatietechnologie (ICT)’. De verpleegkundige communiceert
op persoonsgerichte en professionele wijze met de patiënt en diens informele netwerk,
waarbij voor optimale informatie-uitwisseling wordt gezorgd.
Deze casuïstiek speelt zich af in het Canisius Wilhelmina Ziekenhuis (CWZ) in Nijmegen op
de afdeling neurologie. De afdeling neurologie is een afdeling waar patiënten opgenomen
worden met een neurologische aandoening. Bij een neurologische aandoening kan men
onder andere denken aan een herseninfarct, een hersenbloeding of multiple sclerose.
3
,Hoofdstuk 1 Gezondheidskundige analyse
Hoofdstuk één tot en met hoofdstuk drie beschrijven Intervention Mapping stap één. Dit
wordt ook wel de gezondheidskundige analyse genoemd. Hierin wordt gekeken of
gezondheidsbevordering kan bijdragen aan de oplossing van het gezondheidsprobleem
(Sassen, 2017, p. 154).
1.1 Casuïstiek
Op 11 januari 2017 wordt mevrouw (mw.) K. wakker met een zwaar gevoel in haar hoofd.
Mw. merkt dat het lopen niet goed gaat. Mw. heeft een valneiging naar links en kan haar
evenwicht moeilijk houden. Ondanks deze klachten is mw. de hond gaan uitlaten. Tijdens het
uitlaten van de hond merkt mw. dat haar linkerbeen sleept. Mw. heeft de huisarts gebeld en
haar klachten benoemt. Mw. komt op de eerste hulp terecht. Na verschillende onderzoeken
komt de neuroloog tot de conclusie dat mw. een herseninfarct heeft doorgemaakt in de
rechter hemisfeer. Mw. wordt opgenomen op de afdeling neurologie. Gedurende opname is
de uitval aan de linkerkant van het lichaam verergerd, mw. heeft een halfzijdige verlamming
links en is afhankelijk van anderen. Mw. is snel afgeleid en overprikkeld. Na vier weken gaat
mw. revalideren in de Sint Maartenskliniek.
1.2 Analyse gezondheidsprobleem
Mw. is 47 jaar oud en tien jaar geleden gescheiden. Mw. heeft een hond en drie kinderen:
twee zoons van 21 en 18 jaar en een dochter van 16 jaar. De kinderen wonen bij mw. thuis.
De moeder van mw. leeft nog, haar vader is overleden aan longkanker. Mw. heeft één zus
waar zij geen contact mee heeft. Sinds de scheiding hebben de kinderen geen contact meer
met hun vader. Mw. heeft een klein sociaal netwerk. Mw. is opgegroeid in een flat in een
achterstandswijk. Hieruit concludeert de verpleegkundige dat de sociaal economische status
(SES) laag is. Mw. heeft de opleiding verpleegkunde niveau vier afgerond op haar twintigste.
Mw. heeft tien jaar in een verpleeghuis gewerkt als verpleegkundige, daarna is mw. een
aantal jaar werkeloos geweest. Momenteel is mw. zelfstandige zonder personeel (Zzp)
verpleegkundige. Mw. werkt gemiddeld 36 uur per week. Karaktereigenschappen: snel
gestresst en perfectionistisch. Mw. staat positief in het leven en mw. kan moeilijk grenzen
aangeven, hier gaat mw. regelmatig overheen. Mw. heeft altijd veel gesport, maar de laatste
vijf jaar niet meer. Hierdoor zit mw. niet lekker in haar vel. Mw. is de laatste vijf jaar twintig
kilo aangekomen. Op de middelbare school is mw. begonnen met roken. Gemiddeld rookt
mw. vijftien tot twintig sigaretten per dag.
Tijdens het eerste gesprek geeft mw. aan te willen stoppen met roken. Mw. is tot dit besluit
gekomen, omdat de neuroloog haar heeft gewaarschuwd voor een tweede herseninfarct.
Mw. geeft aan dat zij afgelopen twee jaar regelmatig heeft geprobeerd om te stoppen met
roken. Dit is niet gelukt. De kinderen van mw. roken niet en zijn er fel op tegen.
1.3 Gezondheidsindicatoren
Gezondheidsindicatoren geven cijfermatig inzicht in het niveau van gezondheid en ziekte
onder de bevolking (Sassen, 2017, p. 36). Roken is de grootste risicofactor voor het krijgen
van een herseninfarct, het bevordert klontvorming en tast de bloedvaten aan (Nederlandse
CVA-vereniging, 2014). Onderstaande gezondheidsindicatoren acht mw. van belang.
Mortaliteit
Ruim de helft van de mensen die blijft roken, sterft aan de gevolgen hiervan. In Nederland
zijn dit jaarlijks ongeveer 20.000 mensen van twintig jaar en ouder. Zij overlijden aan een
ziekte die door roken is veroorzaakt (Trimbos-instituut, z.d.).
4
, Morbiditeit
In 2015 rookt 26,3 procent van de Nederlandse bevolking van achttien jaar en ouder (RIVM,
2015). Van deze rokers rookt 74,4 procent dagelijks. Er roken meer mannen dan vrouwen
(Volksgezondheidenzorg, z.d.).
Verloren levensjaren
Gemiddeld sterven rokers tien jaar eerder dan niet-rokers (Trimbos-instituut, z.d.). Ongeveer
21 procent van de verloren levensjaren is te wijten aan roken (NHG, 2017).
Ziektelast
Ziektelast wordt uitgedrukt in Disability Adjusted Life Years (DALY) en is opgebouwd uit het
aantal verloren levensjaren, door vroegtijdige sterfte en het aantal jaren geleefd met
gezondheidsproblemen, gewogen naar de ernst van de ziekte. In de DALY wordt informatie
over mortaliteit, morbiditeit en kwaliteit van leven gecombineerd (Sassen, 2017, p. 40). Ruim
dertien procent van de ziektelast uitgedrukt in DALY’s is toe te schrijven aan roken
(Volksgezondheidenzorg, z.d.).
1.4 Invloed gezondheidsprobleem op kwaliteit van leven
Mw. vertelt dat roken een goede invloed op haar kwaliteit van leven heeft. Het geeft mw.
structuur en mw. wordt er rustig van, het reduceert stress. Mw. weet dat roken een grote
risicofactor is voor het krijgen van een herseninfarct. Mw. is erg geschrokken en wil zo snel
mogelijk stoppen met roken. Mw. ervaart haar kwaliteit van leven voor het herseninfarct als
goed. Momenteel ervaart mw. haar kwaliteit van leven als onzeker. Mw. weet niet hoe haar
toekomst eruit gaat zien.
1.5 Complexiteit van de patiënt
Wat maakt dat deze casus complex is?
- Gezondheidstoestand en gedrag zijn wisselend en onvoorspelbaar. Uitval van de
linker lichaamshelft kan verergeren of afnemen. Mw. is in korte tijd grotendeels
afhankelijk geworden van anderen.
- De gevolgen van het herseninfarct zijn ingrijpend en belastend. Mw. is Zzp
verpleegkundige, hierdoor heeft mw. momenteel geen inkomen. Daarnaast heeft mw.
een hond en drie kinderen thuis wonen.
- Mw. communiceert adequaat maar mw. is snel afgeleid en overprikkelt.
- De motivatie om te stoppen met roken wordt door angst en onzekerheid beïnvloed.
Mw. geeft aan dat zij bang is voor gewichtstoename als zij stopt met roken.
- De situatie verloopt voor mw. moeizaam. Mw. is emotioneel en kan de situatie
moeilijk accepteren. Mw. geeft aan bang te zijn voor de toekomst.
- De zorgverlening biedt min of meer voortdurend acute intensieve zorg en
begeleiding. Mw. heeft hulp nodig bij de Algemene Daglijkse Levensverrichtingen
(ADL), toiletgang, mobiliseren, enzovoort.
- In deze casuïstiek zijn meerdere disciplines betrokken. De verpleegkundige,
fysiotherapeut, ergotherapeut, revalidatiearts, neuroloog en maatschappelijk werk.
- De familie van mw. behoeft voortdurend begeleiding. De moeder en drie kinderen van
mw. vinden het lastig om mw. zo te zien. Zij geven aan het prettig te vinden ook eens
met maatschappelijk werk te spreken.
- Mw. heeft een klein sociaal netwerk, haar moeder en drie kinderen.
- De context waarin de zorg verleend wordt is wisselend.
(CurriculumCommissie HBO-Verpleegkunde HAN, 2014)
5