Pathologie
Onderdeel 1: genezing – 5 leerdoelen
Deelonderwerp 1: infecties en ontstekingen – 3 leerdoelen
1. Je kan de begrippen infectie en ontsteking en de pathofysiologie ervan omschrijven.
2. Je kan de symptomen bij acute en chronische ontstekingen benoemen.
3. Je kan de complicaties van een ontsteking benoemen.
Leerdoel 1: je kan de begrippen infectie en ontsteking en de pathofysiologie ervan omschrijven
- Ontsteking = aspecifieke reactie van het lichaam op beschadiging van weefsels of op prikkels
van buiten, beschermingsmechanisme van het lichaam, niet specifieke afweer (aspecifiek)
- Infectie = als micro-organisme of virus het lichaam is binnengedrongen en zich vermeerdert.
De pathofysiologie:
Terminologie:
- Idiopathische ziekten: oorzaak aandoening onbekend
- Latrogeen: veroorzaakt door medisch handelen (bijv. katheter verkeerd geplaatst)
Verloop ziekte:
- Acute start (in 1x)
- Chronisch verloop (langdurig, bijv. ms of parkinson)
- Remissie fase vermindering van ziekte verschijnselen (bijv. borstkanker nog niet helemaal
genezen maar tumor aan slinken door behandeling)
- Exacerbatie fase met toename van ziektesymptomen (al bekend met longklachten en
daarna ineens longontsteking)
Beschermingsmechanismen:
- Mechanische barrieres: huid. Slijmvliezen, speeksel, tranen
- Aspecifieke afweer: ontsteking
- Specifieke afweer: immuniteit
- Oorzaken ontstekingen: te weinig zuurstof voor cellen cellen dood en veroorzaken
ontsteking, extreme kou/hitte, weefselbeschadiging (splinter), enkelbandletsel.
Leerdoel 2: je kan de symptomen bij acute en chronische ontstekingen benoemen.
Acute ontsteking:
- Warmte (door ontsteking die op gang komt gaan vaten verwijden)
- Roodheid (meer bloed doorheen dus roder)
- Pijn (boodschap dat er daar hulp nodig is, aspecifieke cellen komt er op af om te helpen)
- Zwelling (vaten gaan openstaan, afweercellen uit bloed naar weefsel kunnen)
- Functieverlies (door zwelling, pijn, trauma etc.)
Chronische ontsteking:
- Langdurig, als niet alles is opgeruimd
, - Als reactie op chronische irritatie als steeds irritatie wordt toegediend (bijv. door roken of
immuunrespons)
Acuut = 0-6 weken en daarna wordt het chronisch
Chronisch met acuut vergelijken:
- Chronisch minder zwelling
- Minder exsudaat (uittreden vocht)
- Meer cellen
- Meer collageen
- Meer littekenweefsel
- Granuloonvorming (bijv. bij glassplinter muurtje omheen gebouwd als splinter er in blijft
zitten)
Leerdoel 3: je kan de complicaties van een ontsteking benoemen
Cytokinen (alarm afgeven):
- Histamine: uitzetten vaten en vergroten doorlaatbaarheid vaten
- Bradykinine: pijnreceptoren geactiveerd, meer histamine vrijgemaakt
- Prostaglandine: ontstekingsfase wordt voortgezet, bijv. koorts, ontstekingsproces voortgezet.
Fase 1 ontstekingsreactie: cytokinen etc. hierboven
- Vasodilatatie: calor, rubor
- Verhogen permeabiliteit exsudaat (pus) tumor
- Effect zenuwen dolor
Exsudaat (vloeistof die uit wond komt)
- Sereus (waterig) bijv. bij allergie
- Fibrineus (littekenweefsel, bijv, bij korstje afkrabben)
- Purulent (pus, stel dode cellen/bacteriën bij elkaar)
- Haemorrhagisch (bloederig, bij beschadiging bloedvaten)
Fase 2:
- Cytokinen diapedese leucocyten opruimen
- Vasolidatie calor, rubor
- Verhogen permeabiliteit exsudaat (pus) tumor
- Effect zenuwen dolor
Fase 3: proliferatie fibroblasten (bindweefselcellen gaan nieuw weefsel maken, denk aan litteken
herstellen
Fase 4:
- Resolutie = herstel (bijv. bij milde verbranding door zon kunnen cellen nog herstellen)
- Regenaratie = nieuwgroei (niet altijd functioneel)
- Replacement = vervanging (littekenweefsel)
Herstel: litteken, regeneratie (nieuwe cellen), resolutie (cellen gaan zelf herstellen)
Effecten ontsteking:
- Koorts/verhoging
- Malaise (niet vooruit te branden)
, - Moeheid
- Eetlustverlies
- Hoofdpijn (vochttekort)
Complicaties ontsteking:
- Locaal, afhankelijk van functie weefsel:
Bijv. bij spier: spierspasme
Vermindering longfunctie of hartwerking
Je kan er secundaire infectie van krijgen of chronische wonden
Complicatie chronische ontsteking: ulcus, perforatie (bijv. in darmwand steeds dunner of scheurt)
Deelonderwerp 2: genezing wond – 2 leerdoelen
1. Je kan de wijze waarop wondgenezing plaats vindt, waarbij diverse factoren aan de orde
komen die dit genezingsproces beïnvloeden toelichten.
2. Je kan de vertraagde wondgenezing en de complicaties ervan (zoals littekenvorming,
contracturen) toelichten.
Leerdoel 1: je kan de wijze waarop wondgenezing plaats vindt, waarbij diverse factoren aan de orde
komen die dit genezingsproces beïnvloeden toelichten.
Soorten wonden:
- Gesloten wonden: intern letsel huid niet kapot (fractuur, luxatie, verzwikking, kneuzing,
ruptuur)
- Open wonden: snij, schaaf, scheur, brand, bijtwonden
Wondgenezing:
- Primaire wondgenezing: schoon, wondranden scherp, wondranden bij elkaar
- Secundaire wondgenezing: grote, diepe wonden, gecontamineerd (vervuild), wondranden
niet bij elkaar te krijgen
Ad primam: granulatie en Ad primam: litteken
Ad primam: wond + ontsteking
epitheelgroei
Leerdoel 2: je kan de vertraagde wondgenezing en de complicaties ervan (zoals littekenvorming,
contracturen) toelichten.
, Wondgenezing:
- Gunstig: jong, goede voeding, hemoglobine, schone wond, geen infectie/ander letsel
- Ongunstig: ouder, slechte voeding, anemie (laag hemoglobine), chronische ziekte, infectie
etc.
Complicaties littekenweefsel:
- Hypertrofisch litteken: rood, verdikt, binnen oorspronkelijke wondgrenzen
- Keloid litteken: overmatig littekenweefsel buiten de oorspronkelijke wondgrenzen, kan ook
zonder huidwond ontstaan
Onderdeel 2: orthopedie
Deelonderwerp 1: fractuurleer – 5 leerdoelen
1. Je kan de genezingsprincipes en de fases in het genezingsproces van fracturen benoemen.
2. Je kan het verschillen tussen open -en gesloten fractuurbehandelingen omschrijven.
3. Je kan de complicaties en symptomen van fracturen toelichten.
4. Je kan de nomenclatuur en indelingen van fracturen toelichten.
5. Je kan de onderzoeksdiagnostiek van fracturen uitleggen.
Leerdoel 1: je kan de genezingsprincipes en de fases in het genezingsproces van fracturen benoemen.
5 stadia genezing:
1. Hematoom
2. Ontsteking/granulatieweefsel
3. Zachte callus (procallus): granulatieweefsel verandert in zachtbenig weefsel, is nog niet
belastbaar, je kan er nog niet op staan, eerste stadium tot botvorming is gecreeërd.
4. Harde callus: hard bot wat belast mag worden
5. Remodellering
Fases uitgelegd:
Fase 1 hematoom en fase 2 ontstekings/granulatieweefsel:
- Vorming hematoom door bloeding
- In periosteum en in bot
- Ontstekingsreactie als gevolg van trauma en celdood
Fase 3 zachte callus en fase 4 harde callus:
- 2 botuiteinden komen samen door (pro) callus vorming
- Is niet gewichtdragend
- Daarna harde callusvorming waarin osteoblasten van periosteume en endosteum nieuw bot
aanmaken.
Leerdoel 2: je kan het verschillen tussen open -en gesloten fractuurbehandelingen omschrijven.