Dit is een samenvatting van ALLE tentamenstof van het vak seksuologie. De samenvatting bevat zowel alle hoorcolleges als het boek. Ook bevat de samenvatting plaatjes ter verduidelijking. Verder is het duidelijk geschreven en opgedeeld in duidelijke kopjes.
Seksuologie HC
Hoofdstuk 1 – seksualiteit in perspectief
Seksuologie: interdisciplinair: biologisch, psychologisch, antropologisch, etc.
Definities:
o Sex /seks = seksuele anatomie (sekse) en seksueel gedrag
o Gender = de staat van een man of vrouw zijn (of een andere gender)
Gender binary = je bent ofwel een man ofwel een vrouw
o Seksueel gedrag = gedrag dat opwinding produceert en de kans tot een orgasme vergroot.
Religie is een belangrijk onderdeel van seksuologie. Religie heeft niet in gelijke mate invloed op de
seksuologie. Per cultuur en per tijd verschilt dit. Verschillende geloofsovertuigingen hebben een
verschillende kijk op seksuologie:
o Oude Grieken: waren zeer tolerant. Zij verklaarden homoseksualiteit aan de hand van
‘dubbele wezens’. Deze dubbele wezens werden opgesplitst door goden. Wanneer je een
man/man opsplitst zal deze man altijd op zoek blijven naar een man.
o Christenen in de 15e eeuw: waren totaal niet tolerant. Natte dromen waren een vorm van
hekserij. Dit werd dan ook bestraft.
o Moslims: seksuele interactie is een van de ‘finest pleasures’.
Belangrijke onderzoekers:
1) John Harvey Kellogg: arts die geen voorstander was van seksuele activiteit, in het bijzonder
van masturbatie. Jongens die masturbeerden moesten besneden worden zonder verdoving,
meisjes kregen een stofje over de clitoris. Hij dacht dat bepaald voedsel tot mindere
seksualiteit zou leiden en dit waren de cornflakes.
Mensen dachten in deze tijd dat je ziektes kon krijgen van masturbatie.
2) Sigmund Freud: theorie over seksualiteit
3) Henry Havelock Ellis: arts die erg vooruitstrevend was voor zijn tijd. Hij vond dat vrouwen net
zoals mannen seksuele wezens waren. Ook vond hij masturbatie heel gewoon. Volgens hem
speelden fysieke en psychologische factoren een rol bij seksuele problemen. Ook waren
afwijkingen van de norm niet zo schadelijk en riep hij de maatschappij op om toleranter te
zijn.
4) Richard vond Krafft-Ebing: introduceerde allerlei termen zoals sadisme, masochisme,
pedofilie, homoseksualiteit, heteroseksualiteit.
5) Magnus Hirschfeld: introduceerde de term travestie. Zelf was hij homoseksueel en travestiet.
, 6) Alfred Kinsey: deed zelf onderzoek naar seksuologie omdat hij de opdracht kreeg hier een
cursus over te maken. I.p.v. ‘heb je wel een gemasturbeerd’ vroeg hij ‘wanneer heb je het
voor het laatst gemasturbeerd’ zorgde voor hele andere cijfers.
Kinsey scale: zette homoseksualiteit en heteroseksualiteit op een schaal van 7 punten niet
meer slechts categorisch.
7) Masters & Johnson: kwamen met de seksuele responscyclus (onderzoek tijdens seksuele
activiteit).
Constructivisme: sociale seksuologie
Medicalizatie: de opkomst van viagra en aids
Er bestaat een stroming in de seksuologie die kijkt naar de invloed van media op seksuologie.
Invloeden:
o Cultivatie: je denkt dat wat je ziet op de media de werkelijkheid is. Dat de media
representatief is voor de mainstream.
o Agenda setting / framing theory: het idee dat de media definieert wat belangrijk is en wat
niet belangrijk is door de onderwerpen waar het over bericht. De media maakt keuzes voor
ons.
o Social cognitive theory: het idee dat de media rolmodellen presenteert die we vervolgens
gaan imiteren. Het rolmodel van de Nederlandse media is heel Nederlands.
o Selectiviteit: dit is meer vanuit de persoon zelf: de persoon kiest zelf waarnaar die kijkt.
o Reinforcing spiral theory: je sociale identiteit voorspelt waarnaar je kijkt. Wat je vervolgens
kijkt heeft ook weer invloed op jou. Wederkerige invloed dus.
o Differential susceptibility model: niet iedereen reageert op dezelfde manier wanneer ze
ergens naar kijken. Sommige mensen worden bijv. agressief van agressieve programma’s.
Etnocentrisme = de neiging om de eigen cultuur als de beste / de standaard te zien. Je eigen cultuur
is leidend.
Wanneer je alle culturen naast elkaar legt kom je er achter dat alle cultureel wel iets doen om
seksualiteit op een of andere manier te reguleren.
Incest taboos: we zijn tegen op seks met bloedsverwanten.
,Maatschappijen verschillen in hun reactie op:
o Seksuele technieken: zoals tongzoenen, sabbelen op lippen
o Masturbatie
o Premarital seks
o Extramarital seks
o Seks met mensen van hetzelfde geslacht
o Standaarden van aantrekkelijkheid
Waarom is het belangrijk om naar verschillende culturen te kijken: cross-culturele studies:
o Laat variatie in seksueel gedrag zien
o Zet persoonlijke standaarden en gedragingen in perspectief
o Geeft bewijs voor het belang van cultuur
Seksueel gedrag wordt ook gezien onder dieren:
o Masturbatie
o Homoseksuele seks
o Sexual signaling: flirten
o Vreemdgaan
Seksueel gedrag is meer hormonaal gecontroleerd (instinctief) onder lagere diersoorten en
meer gecontroleerd door hogere breinfuncties onder hogere diersoorten.
o Sociobiology = je kijkt naar het gedrag van dieren en mensen. Evolutie en selectie staan
centraal. Veel eigenschappen zijn adaptief en zijn daardoor gevormd zoals ze zijn.
Er worden nu ook neushoorn/olifaten geboren zonder hoorn. Hoornen zorgden namelijk voor
een grotere kans op sterven.
o Deze theorie zegt iets over de inschatting of iemand een goede partner is of niet, is iemand
fit?
o Waarom zijn veel gezinnen opgebouwd uit een vader, moeder en kinderen? Moeders zorgen
voor de zorg voor de kind en vaders hebben weer andere taken. Zo wordt het kind
beschermd.
o Parental investment = wie investeert nou wat? Zorgt de vader voor zijn biologische kinderen
of zorgt de vader meer voor zijn stiefkinderen? Vaders blijven wel zorgen voor biologische
kinderen maar zorgen ook veel voor de stiefkinderen. De stiefkinderen vallen wel weg
wanneer deze relatie uitgaat.
o Seksuele selectie = mannen en vrouwen verschillen in wat ze doen om aan een partner te
komen. Mannen zijn vooral bezig met te laten zien wat ze allemaal hebben (geld, auto’s).
Terwijl vrouwen wel weten waar ze op vallen, zij doen dit niet.
-Intraseksuele competitie = competitie onder mensen van hetzelfde gender.
-Interseksuele competitie = het proces van partner selectie.
o Evolutionaire psychologie = zit ook in de lijn van de evolutie maar kijkt meer naar de
psychologie. karakteristieken die mensen hebben moeten wel een bepaalde waarde hebben,
anders zouden deze niet zijn ontstaan.
o Patricia Gowaty: vond dat dit anders zat, zij vond dat mensen vooral flexibel moesten zijn om
zich aan te passen.
, Psychologische theorieën:
o Sigmund Freud: introduceerde de term libido. Hij focuste zich ook op verschillende regio’s die
bekend waren als erogenous zones.
-Id: impulsen, driften
-Ego: de ik, het evenwicht tussen id en superego
-Superego: het moraal
De latente fase (waarin seksuele ontwikkeling stilt staat) lijkt volgens onderzoek helemaal
niet te bestaan.
o Problemen met Freuds theorie:
-Freud onderscheidde twee vrouwelijke orgasmes. Hij zei dat het orgasme door de clitoris
alleen plaats vond wanneer vrouwen nog niet ‘rijp’ (onvolwassen) waren.
-De meeste van zijn concepten kunnen niet wetenschappelijk onderzocht worden.
-Zijn data kwam af van zijn (verstoorde)patiënten.
-Het is een man-gecentreerde theorie die schade brengt aan vrouwen.
o Leertheorieën: hoewel het grootste gedeelte van seksueel gedrag biologisch is
gecontroleerd, blijkt dat veel is geleerd. Dit is ontstaan uit de behavioristische beweging:
waarneembaar gedrag moet de primaire analyse-eenheid zijn. Ons (seksuele) gedrag
vertegenwoordigt grotendeels aangeleerde associaties. Nieuwe associaties zijn altijd te leren.
-Klassieke conditionering (Pavlov): wanneer een voorheen neutrale stimulus (
geconditioneerde stimulus) herhaaldelijk gepaard gaat met een andere stimulus. Uiteindelijk
ontstaat er een respons (geconditioneerd) die al kan worden opgeroepen door de tweede
stimulus.
-Operante conditionering (Skinner): bekrachtigd gedrag neemt in frequentie toe, gestraft
gedrag neemt af. Gevolgen zijn het meest effectief bij het vormgeven van gedrag als ze zich
onmiddellijk voordoen na het gedrag. Vergeleken met beloningen zijn straffen niet erg
effectief in het vormgeven van gedrag.
Behavior modification: een set aan operante conditionering technieken gebruikt om
menselijk gedrag te vergemakkelijken. Kan worden gebruikt om problematisch seksueel
gedrag te bewerken.
o Sociaal leer theorie (Bandura, Ross): we leren door anderen te observeren. Gebaseerd op
principes van operante conditionering.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ingridvmeurs2. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,39. Je zit daarna nergens aan vast.