Volledige samenvatting van de leerstof voor de kennistoets ADD (afasie, dysarthrie en dysfagie) uit jaar 3 van de opleiding logopedie aan de HU.
Bevat:
- Uitwerking van de leerdoelen.
- Uitleg van Ellis & Young model.
- Info over afasiesyndromen, herstelverloop en onderzoeken.
- Uitwerkingen van d...
De student kent de factoren die van invloed zijn op de prognose van het
herstel van hersenletsel.
o Ernst en aard van de afasie:
Ernst bepaalt mate van herstel, dus: patiënten met een ernstige afasie hebben
een langere herstelperiode nodig dan patiënten met een lichte afasie en ze
komen er uiteindelijk ook slechter uit. De kans dat een patiënt met een globale
afasie volledig herstelt is veel kleiner dan iemand met een amnestische afasie.
o Leeftijd:
De leeftijd zelf zegt niks over het herstel, maar de onderliggende factoren die
samenhangen met de leeftijd wel.
o Geslacht:
Het is niet bekend of het geslacht een prognostische factor is wat betreft het
herstelverloop. Onderzoeken spreken elkaar tegen.
o Links- of rechtshandig:
Dit is niet bekend. Van mensen die rechtshandig zijn weten ze wel zeker dat het
taalcentrum links ligt opgeslagen, maar bij linkshandige mensen weten ze niet
zeker of het taalcentrum links ligt opgeslagen. Bij linkshandigen is de
hersenstructuur anders. Bij hen kan ook overal een beetje opgeslagen liggen
verspreid.
o Psychosociale factoren:
Hebben invloed, maar dit is onvoorspelbaar. We weten niet precies hoe deze
invloed hebben. De kans dat ze invloed hebben is groot, maar dat verschilt heel
erg per persoon.
o Slikstoornis:
Als een patiënt ook nog een slikstoornis heeft duidt dat vaak op een slechte
prognose.
o Aantal keren hersenletsel:
Is dit de eerste keer dat iemand hersenletsel heeft of is dit al meerdere keren
gebeurd? Naar mate er meer beroertes plaats hebben gevonden, wordt de
prognose uiteraard slechter.
o Algemene gezondheid:
Als iemand nog allerlei andere gezondheidsklachten erbij heeft, kan dit het
herstel beïnvloeden. Of bijv. mensen die terminaal ziek zijn, zoals ALS patiënten,
zullen alleen maar achteruit gaan qua behandeling i.p.v. verbeteren. Bovendien
wil je iemand die terminaal is niet nog gaan lastig vallen met therapie. Je kijkt
ook naar de conditie van het brein zowel voor als na de beroerte.
De student kent de factoren die van invloed zijn op het herstelverloop
van afasie.
o Tijd post onset:
,Hoe lang is het geleden dat de patiënt de beroerte kreeg? Het meeste spontane
herstel vindt plaats in de eerste 3 maanden na de beroerte. 3-6 maanden na de
beroerte wordt het spontane herstel aanzienlijk minder en na ongeveer een jaar
is er geen spontaan herstel meer mogelijk. De precieze momenten hiervan
verschillen per persoon. Je weet dat er geen herstel meer mogelijk is op het
moment dat er geen signifcante vooruitgang meer te zien is bij je
evaluatiemoment.
o Tijdig starten met de behandeling:
Zoals hierboven beschreven is het meeste spontane herstel te behalen in de
eerste 3 maanden. Belangrijk is dus dat tijdig wordt gestart met de behandeling
van de afasie.
o Neuromechanismes van herstel:
Spontaan herstel heeft de volgende 3 fases:
1. Het bloedvat gaat kapot, overal zit bloed. Hierdoor ontstaat er een
vochtophoping wat leidt tot een zwelling. Oftewel; oedeem
(vochtophoping) wordt afgevoerd.
2. Het afgestorven hersendeel (=alles wat beschadigd is) wordt
afgevoerd. Dus je hebt daarna als het ware een soort gat.
3. Bloedcirculatie wordt beter
o Hersenplasticiteit:
Spontaan herstel kan op één of meerdere van de volgende manieren
plaatsvinden
1. Diaschisis = een deel van de hersenen is dood en de omringende gebieden
raken als het ware in shock, waardoor deze tijdelijk ook stoppen met werken.
Hierdoor lijkt in eerste instantie de schade vaak groter dan deze eigenlijk is. Na
verloop van tijd gaat de “shock” over en dan gaan de omringende gebieden weer
werken.
2. Sprouting = de omringende hersengebieden maken nieuwe verbindingen met
elkaar, oftewel: veranderingen in connecties tussen de neuronen/intacte cellen.
De functies worden hersteld.
3. Substitution = een ander deel van de hersenen neemt de taken van het
afgestorven deel over. Vaak neemt de rechter hersenhelft het over.
Dus zowel de structuur van het brein als de plaats van de functies kunnen
veranderen.
De bovenstaande begrippen zijn geen opvolging van elkaar! Het kan ook zo zijn
dat het allemaal plaatsvindt. Het zijn verschillende manieren van bijdragen aan
de hersenplasticiteit.
De student benoemt de defnitie van verschillende niet-logopedische
fysieke en cognitieve gevolgen van CVA die van invloed zijn op de
communicatie en/of onderzoek en behandeling.
Fysieke gevolgen CVA
o Paralyse = verlamming
o Parese/ hemiparese/ hemibeeld = gedeeltelijke verlamming van spieren
aan 1 kant van het lichaam
o Hemiplegie = halfzijdige verlamming van spieren aan 1 kant van het
lichaam.
, o Hemianopsie = halfzijdige blindheid (visusstoornis)
o Spasticiteit = toenemende spierspanning, spieren zijn zwak en stijf.
Bewegen gaat moeizaam.
Oriëntatie in tijd dat je weet hoe laat het is, welk seizoen, etc. welk
tijdsframe we leven.
o Diagnostiek: nee
o Behandeling: nee. je zal m wel moeten ophalen, anders komt ie niet op tijd
voor de behandeling.
o Communicatie: je gaat er niet slechter van spreken of begrijpen maar het
kan wel voor verwarring zorgen.
Oriëntatie in tijdsinschatting duur van een activiteit kunnen inschatten.
o Diagnostiek: kan voelen dat het al heel lang duurt, dus patiënt kan willen
stoppen met de test. dan gaat het langer duren voor je je testen hebt
afgenomen.
o Behandeling: kan voelen dat het te lang duurt dus patiënt kan willen
stoppen.
o Communicatie: nee
Oriëntatie in persoon iemand herkent voor hem bekende personen. herkent
nieuwe personen de volgende dag. mensen weten vaak niet meer wie je bent. ze
herkennen je wel maar hebben geen idee meer of jij nou de logo bent of de ergo
of fysio bijv.
o Diagnostiek: even uitleggen weer dat je van de logo bent
o Behandeling: nee. je zal wel je doel uiteindelijk hoger stellen doordat
eigenlijk iedereen een onbekend persoon is voor de patiënt.
o Communicatie: ja, als je mensen niet herkent praat je of niet tegen ze, of
anders tegen ze.
Oriëntatie in ruimte iemand kan de weg vinden in een voor hem bekende
ruimte. In een instelling kan een patiënt, afhankelijk van de complexiteit van de
instelling, na een aantal dagen bekende routes herkennen. ruimte = binnen het
gebouw.
o Diagnostiek: nee
o Behandeling: nee
o Communicatie: nee
Oriëntatie in plaats iemand weet waar hij is (ziekenhuis bijv.) en waar deze
gevestigd is (stad, dorp, etc.). Als je naar huis gaat welke kant dat op is, etc.
o Diagnostiek: nee
o Behandeling: nee
o Communicatie: nee
Aandacht
Belangrijk bij waarnemen, denken, handelen en (her)leren van vaardigheden.
40% van de CVA-patiënten vertoont stoornissen en beperkingen in de
aandachtsfuncties.
Tempo van informatieverwerking is hierbij belangrijk.
Gevolg als je je aandacht er niet bij kan houden = je mist belangrijke informatie.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper deniseruijer. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.