SAMENVATTING INLEIDING IN DE PSYCHOLOGIE
HOOFDSTUK 1: GEEST, GEDRAG EN PSYCHOLOGISCHE WETENSCHAP
Figuur 1.3
,Begrippen
Tabel 1
Begrip Betekenis
Afhankelijke variabele De variabele die wordt gemeten of geobserveerd. Binnen een
experiment wordt de afhankelijke variabele door het manipuleren van
de onafhankelijke variabele beïnvloed. De eventuele variatie in de
waarde van de afhankelijke variabele is het effect waarin de
onderzoeker geïnteresseerd is.
Anekdotisch bewijsmateriaal Getuigenissen die ervaringen van iemand of enkele personen
schetsen, maar ten onrechte voor wetenschappelijk bewijs worden
aan gezien
Behaviorisme Een historische school die ernaar streefde om van de psychologie een
objectieve wetenschap te maken die zich alleen op gedrag richtte (en
niet op de mentale processen)
Behavioristisch perspectief Een psychologische invalshoek die de bron van onze handelingen
zoekt in stimuli vanuit de omgeving, in plaats van innerlijke mentale
processen
Bias Een vooroordeel, vervorming of vertekening van een situatie meestal
op basis van persoonlijke ervaringen en waarden
Biologisch perspectief Het psychologische perspectief dat de oorzaken van gedrag zoekt in
het functioneren van de genen, de hersenen, het zenuwstelsel en het
hormoonstelsel
Cognitief perspectief Een van de belangrijkste psychologische perspectieven, waarbij de
, nadruk ligt op mentale processen, zoals leren, geheugen, perceptie en
denken als vormen van informatieverwerking
Confirmation bias (bevestigings- De neiging om informatie die niet bij je opvattingen aansluit te
bias) negeren of te bekritiseren en om in plaats waarvan informatie te
zoeken waar je het wel mee eens bent
Controleconditie Omstandigheden waaraan de leden van de controlegroep tijdens het
experiment aan worden blootgesteld. Deze condities zijn. Op bijna elk
onderdeel identiek aan de experimentele conditie, met uitzondering
van de speciale behandeling, die alleen de experimentele groep
ontvangt.
Controlegroep Proefpersonen die worden gebruikt als vergelijkingsmateriaal naast de
experimentele groep. De controlegroep krijgt niet de speciale
behandeling waar men meer over wil weten
Correlatieonderzoek Vorm van onderzoek waarbij de relatie tussen variabelen wordt
bestudeerd zonder een onafhankelijke variabele in een experiment te
manipuleren. Uit correlatieonderzoek kan geen oorzaak-gevolgrelatie
worden afgeleid
Cross cultureel psycholoog Een psycholoog die werkt in dit specialisme is geïnteresseerd in de
manieren waarop psychologische processen verschillen tussen
mensen van verschillende culturen
Cultuur Een complexe mix van taal, opvattingen, gewoonten, waarden en
tradities die worden ontwikkeld door een groep mensen die wordt
gedeeld met anderen in dezelfde omgeving
Data Informatie, in het bijzonder gegevens die door een onderzoek zijn
verzameld en die worden gebruikt om een hypothese te toetsen
Docent psychologie Psycholoog met als primaire taak het geven van onderwijs op
bijvoorbeeld een hbo- of bacheloropleiding aan de universiteit
Dubbelblindonderzoek Experimentele procedure waarbij zowel de onderzoekers als de
proefpersonen niet weten wie welke onafhankelijke variabele krijgt
toegediend
Emotionele bias De neiging om vooroordelen te vellen gebaseerd op attitudes en
gevoelens, in plaats van op een rationele analyse van het
bewijsmateriaal.
Empirisch onderzoek Onderzoeks benadering waarbij gegevens worden verzameld door
middel van objectieve informatie uit de eerste hand, gebaseerd op
sensorische ervaring en observatie
Evolutionaire psychologie Een relatief nieuw specialisme in de psychologie dat gedrag en
mentale processen beschouwt op basis van hun genetische
aanpassingen aan overleving en voortplanting
Expectancy bias (verwachtingsbias) De waarnemer staat toe dat zijn of haar verwachtingen de resultaten
van een onderzoek beïnvloeden
Experiment Type onderzoek waarbij de onderzoeker gebruikmaakt van
vergelijkbare groepen en alle omstandigheden controleert en
rechtstreeks manipuleert, inclusief de onafhankelijke variabele
Experimenteel psycholoog Psycholoog die onderzoek doet naar elementaire psychologische
processen – in tegenstelling tot een toegepast psycholoog
Experimentele conditie Omstandigheden waaraan de leden van de experimentele groep
tijdens de speciale behandeling worden blootgesteld
Experimentele groep Proefpersonen die worden blootgesteld aan de speciale behandeling
die men onderzoekt
Functionalisme Historische stroming binnen de psychologie die meende dat
psychische processen het beste begrepen kunnen worden in het licht
van hun adaptieve nut en functie
Geen correlatie Een correlatiecoëfficiënt die aangeeft dat de variabelen geen relatie
hebben met elkaar
Gevalstudie Onderzoek van een enkel object (of een zeer gering aantal objecten)
, Holisme Visie die de totaliteit altijd belangrijker vindt dan de som der delen
Humanistische psychologie Een klinische benadering die de nadruk legt op mogelijkheden, groei,
potentie en vrije wil van de mens
Hypothese Voorspelling van de uitkomst van een wetenschappelijk onderzoek;
een bewering over de relatie tussen variabelen in een onderzoek
Introspectie Beschrijving van je eigen innerlijke, bewuste ervaringen
Natuurlijke observatie Vorm van correlatieonderzoek waarbij gedrag van mensen of dieren in
hun eigen omgeving wordt geobserveerd
Negatieve correlatie Een correlatiecoëfficiënt die aangeeft dat variabelen tegelijkertijd in
verschillende richtingen variëren: als de ene variabele groter wordt,
wordt de andere kleiner
Neurowetenschap Het vakgebied dat zich richt op begrip van hoe de hersenen
gedachten, gevoelens, motieven, bewustzijn, herinneringen en andere
mentale processen creëren
Onafhankelijke variabele Variabele die zo genoemd wordt omdat de onderzoeker hem
onafhankelijk van alle andere, zorgvuldig gecontroleerde
experimentele omstandigheden kan manipuleren
Ontwikkelingsperspectief Een van de zes belangrijke perspectieven van de psychologie, dat zich
onderscheidt door de nadruk op erfelijkheid en omgeving, en op
voorspelbare veranderingen die zich voordoen tijdens de levensloop
Operationele definitie Objectieve beschrijving van een concept dat bij een wetenschappelijk
onderzoek hoort. Operationele definities kunnen concepten die
worden bestudeerd herformuleren in gedragsmatige termen (angst
kan bijvoorbeeld operationeel worden gedefinieerd als ‘zich van een
stimulus afbewegen’). Operationele definities zijn ook exacte
omschrijvingen van de manier waarop een experiment moet worden
uitgevoerd en waarop belangrijke variabele moeten worden gemeten
(aantrekkingskracht kan bijvoorbeeld worden gemeten door de
hoeveelheid tijd die iemand naar een ander kijkt)
Perspectieven vanuit de gehele Een aantal psychologische perspectieven die draaien om een globaal
persoon (‘whole person’) inzicht in de persoonlijkheid, waaronder de psychodynamische
psychologie, humanistische psychologie en psychologie van
karaktertrekken en temperament
Placebo Substantie die op een medicijn lijkt, maar het niet is. Placebo’s
worden ook wel suikerpillen genoemd, omdat ze in plaats van een
echt geneesmiddel alleen suiker bevatten
Positieve correlatie Een correlatiecoëfficiënt die aangeeft dat de variabelen tegelijkertijd
in dezelfde richting variëren: als de ene variabele groter of kleiner
wordt, verandert de andere in dezelfde richting
Pseudopsychologie Niet-onderbouwde psychologische aannamen die als
wetenschappelijke waarheden worden gepresenteerd
Psychiatrie Een medisch specialisme dat zich richt op de diagnose en behandeling
van mentale stoornissen
Psychoanalyse Een benadering van de psychologie die is gebaseerd op de
veronderstellingen van Freud, die de nadruk legt op onbewuste
processen. De term verwijst zowel naar Freuds psychoanalytische
theorie als naar zijn psychoanalytische behandelmethode
Psychodynamische psychologie Een benadering die de nadruk legt op het begrijpen van het menselijk
functioneren in termen van onbewuste behoeften, verlangens,
herinneringen en conflicten
Psychologie Wetenschap van gedrag en mentale processen
Psychologie van karaktertrekken en Een psychologisch perspectief dat gedrag en persoonlijkheid zicht als
temperament producten van fundamentele psychologische kenmerken
Randomisering Procedure waarbij volledig door het toeval wordt bepaald of
proefpersonen de experimentele groep of aan de controlegroep
worden toegewezen; kan ook betrekking hebben op een procedure