,Vastgoedmanagement 2
Week 1)
Portefeuillemanager,
Assetmanager, werkt vooral vanuit het objectbeleid. (Bijvoorbeeld onderhoud, renovatie, aan
en verkoop).
Propertymanager, exploitatie op operationeel niveau (verhuur, verkoop, financieel beheer,
marketing).
Deelmarkten binnen het vastgoed:
Kantoren
Woningmarkt
Bedrijfsruimtemarkt
Winkelmarkt
Maatschappelijk vastgoedmarkt (overheid, gemeenten, woningcorporaties).
In dit moduul staat de woningmarkt centraal.
Wanneer een woning wordt verkocht betekent dit dat de woning verdwijnt uit de
huurwoningenmarkt.
Bij de koopwoningenmarkt ontstaat een impuls en op de huurwoningenmarkt ontstaat een tekort.
Nationale hypotheek garantie is een soort van vangnet. Op het moment dat je je hypotheek niet
meer kan betalen op welke manier dan ook dan staat dat fonds gerant voor de restschuld.
Volkshuisvesting
Volkshuisvesting Nederland is bedoeld voor iedereen die zich bezighoudt met wonen:
woningcorporaties, gemeenten, provincies, makelaars, investeerders en andere betrokkenen.
Wonen is een grondrecht in Nederland. De taak van de overheid is om te zorgen dat er genoeg
woningen zijn. Bijvoorbeeld door woningcorporaties en marktpartijen te stimuleren meer te bouwen.
En afspraken te maken met provincies en gemeenten. Die woningen moeten ook betaalbaar en van
goede kwaliteit zijn. En de omgeving waar de woningen staan moet bereikbaar zijn, en voldoende
groen en voorzieningen in de buurt hebben.
Wonen is een grondrecht → het betekend niet dat je zomaar een woning kan opeisen, maar wel dat
de Nederlandse staat wel de verplichting de inspanning te leveren. (Een van de hoofdwerkzaamheden
van de staat).
2
,Woningmarkt in Deelmarkten
Markt voor koopwoningen
Markt voor huurwoningen
Valt de woning buiten de huursector → dan is sprake van de vrije huursector.
Gebonden aan een maximale huurprijs indien de woning binnen de huursector valt.
Buiten de kaders van de sociale huisvesting valt, dan ben je vrij om te vragen voor de woning wat je
wil.
Nieuwbouw
Bestaande bouw
Hoekwoningen
Vrijstaande woningen
Appartementen
Actoren op de woningmarkt
Partijen op de woningmarkt
Overheid
Woninginrichters
Makelaar
Bouwers
Projectontwikkelaars
Vastgoedmanagementorganisaties
Gemeenten
Beleggers → institutionele, particulieren en woningcorporaties.
De woningmarkt is belangrijk voor iedereen→ huisvesting, huisvesten van de bevolking raakt
iedereen.
“In de huisvesting gaan miljarden euro’s om, er zijn miljoenen huizen en bewoners. Elke beslissing
over eisen aan de bouw, over criteria voor woonruimteverdeling, over de hoogte van huren,
toeslagen, hypotheekeisen en belastingen heeft grote gevolgen voor de mensen die er (gaan) wonen.
Volkshuisvesting is een heel belangrijk onderwerp, in de politiek en in de levens van mensen.”
Essentie VM II: woningmarkt
→ huisvesting en
woningcorporaties!
Geen eigenaar = gebruiker →
als je een eigenaar bent van
een woning en je gaat de
woning verhuren.
3
, Geschiedenis Volkshuisvesting in Nederland
Opkomst volkshuisvesting (tot 1945)
De glorietijd van de sociale woningbouw (1970-1995)
Van huren naar kopen (vanaf 1995)
Opkomst van de volkshuisvesting tot 1945
Periode 1850-1900
Hoe het begon
Industrialisatie (van landbouw → stand, nieuwe uitvindingen, steden gingen groeien).
Nachtwakersstaat (gebied van zorg, veiligheid, gezondheid overheid was hier
verantwoordelijk voor maar voor de huisvesting niet echt).
Te weinig goedkope woningen (woningen moesten er wel komen, revolutiebouw).
Gevolg: revolutiebouw, inferieure bouwmaterialen, hoog tempo, slechte kwaliteit, slecht geschoolde
arbeiders en bouwfraude (kleine) woningen werden gesplitst.
De gegoede burgerij en fabrikanten → ingrijpen.
1e coöperatieve bouwvereniging in 1852
(1899→ 112 verenigingen (met gemiddeld 70 woningen in bezit).
Verzuiling
Wat zouden de redenen geweest kunnen zijn om de woningbouwverenigingen op te richten?
→Arbeiders die goed wonen, goed slapen en niet ziek zijn gaat de arbeidsproductiviteit van omhoog.
(Ook stukje eigenbelang van de fabrikanten).
Motieven om te interveniëren:
Sociale bewogenheid van deel van gegoede burgerij
Eigen belang van de fabrikanten (gezonde werknemers kunnen harder werken)
Politieke verschuivingen, arbeidersverenigingen begonnen druk uit te oefenen voor betere
huisvesting.
Angst voor revolutie.
Risico’s volksgezondheid
Periode 1850-1900
Te weinig gebouwd voor de behoefte
Woningopzichteressen….
4