100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Sociologie en Sociale Psychologie periode 2 jaar 1 Sociale Studies €5,92   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Sociologie en Sociale Psychologie periode 2 jaar 1 Sociale Studies

 14 keer bekeken  0 keer verkocht

Hierbij Sociologie en Sociale Psychologie, maar door het koppelen van 1 boek en 1 vak staat er geen sociologie bij die er wel bij zit. Geschikt voor periode 2, jaar 1, Social Work op de Fontys

Voorbeeld 3 van de 17  pagina's

  • Nee
  • Hoofdstuk 3, 4, 6, 7, 8 en 13
  • 30 januari 2024
  • 17
  • 2023/2024
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (13)
avatar-seller
famkevandeneinden
Sociologie - psychologie
Week 1: sociologie
Sociologie kijkt naar het macro niveau, sociale
psychologie naar het micro niveau.

sociologie = de wetenschap van de manieren waarop
mensen met elkaar samenleven




Met de inleiding van sociologie gaat het voornamelijk over deze driehoek. De invalshoeken van de
samenleving/het sociale:

- Cultuur
- Interactie
- Interdependentie

cultuur:
= het aangeleerde gedragsrepertoire dat mensen behorend tot een bepaalde groep of samenleving
gemeen hebben.

- Cultuur beïnvloedt onze interactie.
- Bv baby’s hebben wel een aangeboren aanleg tot gedrag. Maar hoe ze zich ontwikkelen is
afhankelijk van de cultuur en de samenleving waarin ze leven en opgroeien.
- Socialisatie en internalisatie spelen een belangrijke rol
o Socialisatie: het proces van overdracht van de cultuur van de groepen en de samenleving waar
mensen toe behoren
 Ondanks dat over 100 jaar de samenleving wel veranderd, is er ook veel hetzelfde. Door
socialisatie  het steeds doorgeven van onze ‘regels’
o Internalisatie: sommige regels hebben we door socialisatie eigen gemaakt



Interactie:
We praten met elkaar, we appen, kijken elkaar aan. Allemaal vormen van interactie

- Max Weber zei: al het handelen van de mens is op de ander gericht  sociaal handelen
- Interactie wordt gestuurd door cultuur
- Instrumenteel: interactie die niet als interactie bedoeld is. Bv als je iets moet kopen in de
supermarkt. Je hebt interactie maar het doel is iets kopen.



Interdependentie:
= onderlinge afhankelijkheid of samenhang.

,Volgens sociologie kun je gedrag alleen beschouwen in samenhang met anderen. Voorbeeld  als je
een voetbalwedstrijd kijkt snap je het spel, maar als je maar naar 1 persoon kijkt, snap je er de ballen
van.



Je hebt 4 soorten bindingen:

- Politieke: afhankelijkheden die betrekking hebben op de fysieke dwang die mensen op andere
mensen kunnen uitoefenen
- Economische: afhankelijkheden die te maken hebben met de productie en distributie van
schaarse goederen, als kleding, voedsel en onderdak
- Affectieve: afhankelijkheden m.b.t. positieve en negatieve gevoelens die mensen voor elkaar
koesteren
- Cognitieve: afhankelijkheden die voortvloeien uit processen van kennisvorming en
kennisoverdracht



Over sociologie:
Er zijn 3 basiscondities voor het menselijk samenleven:

- biologische basisgegevens (geslacht en leeftijd)
- demografische basisgegevens (bevolkingsomvang en -dichtheid)
- geografische basisgegevens (fysiek milieu en verstedelijking)



Bestuderen 2 soorten vragen:

- sociale problemen: maatschappelijk ongewenste situaties die we door gezamenlijke acties willen
verbeteren. ‘hoe …. op te lossen’. Praktisch en gericht op beleid.
- sociologische problemen: kennisvraagstukken. Antwoord op een specifieke vraag die niet direct
bijdraagt aan een oplossing. Beschrijven, verklaren, gericht op kennisverwerving



Hoe houden we orde in de samenleving?

- Sociale zorg
o Kinderen opvoeden
o Elkaar steunen
o Iets voor je buurvrouw doen
o Huisartsen, sociaal werkers, psychiaters
- Sociale controle
o Niet houden aan bepaalde wetten
o Informeel aan regels houden
 Bv nare blik geven als iemand iets anders doen
o Gedrag laten aansluiten bij normen en waarden in de samenleving



Relatieve autonomie van sociale processen: sommige processen in de samenleving zijn redelijk
autonoom, niet echt te plannen. Bv een financiële crisis.

, Week 2: sociale psychologie
Sociale cognitie
Sociale cognitie = De manier waarop mensen over zichzelf en de sociale wereld denken. Hoe mensen
sociale informatie selecteren, interpreteren, herinneren en gebruiken om oordelen te vormen en
beslissingen te nemen



Je hebt 2 typen van sociale cognitie:

- Automatisch denken; denken dat onbewust, onopzettelijk, onwillekeurig en zonder inspanning
plaatsvindt
- Gecontroleerd denken; denken dat bewust, opzettelijk en uit vrije wil plaatsvindt en dat
inspanning vereist



Automatisch denken
Schema’s:

- = basiskennis en indrukken die we gebruiken om onze kennis over de sociale wereld te
organiseren en om nieuwe situaties te interpreteren
- Ze helpen ons de wereld te organiseren, te begrijpen en om de gaten in onze kennis op te vullen
(oplossen van ambiguïteit)
- Sociale categorisatie; complexe sociale wereld begrijpelijker maken, door mensen in te delen in
categorieën op basis van enkele kenmerken  gaat alleen over mensen categoriseren
- Toegankelijkheid van schema´s: mate waarin schema’s en concepten zich op de voorgrond van
ons bewustzijn bevinden
- Hoe lang toegankelijk?
o Blijvend  door eerdere levenservaringen. Ze zijn constant actief en gereed voor gebruik
o Tijdelijk  op dat moment een doel nastreeft of andere recente ervaringen in je hoofd zit
- Perseveratie-effect: fenomeen dat de opvattingen die mensen hebben over zichzelf en de sociale
wereld aanhouden, ondanks bewijzen van het tegendeel
o Schema’s leiden hun eigen leven, ondanks ze volledig weerlegd zijn



Bestraffingseffect  het fenomeen dat positieve opvattingen over de sociale wereld waarvan
bewezen wordt dat ze onjuist zijn, kunnen omslaan naar zeer negatieve opvattingen.

Negativiteitsbias  het verschijnsel dat we negatieve gebeurtenissen en informatie gemakkelijker
opmerken dan positieve, dat die ons sterker beïnvloedt en dat we ons deze gemakkelijker herinneren



Selffulfilling prophecy: ‘Als je doet wat je deed, krijg je wat je kreeg’

Uitkomsten  overtuigingen (schema’s)  verwachtingen  gedrag  uitkomsten  etc…

Bijvoorbeeld:

Slecht punt  ik kan het toch niet  ik zal dit ook wel niet kunnen  minder leergedrag  slecht
punt  etc…

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper famkevandeneinden. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,92. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 83507 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,92
  • (0)
  Kopen