Jurisprudentie Europees hof
Euro Park Service
Het kan zijn dat je aan de toegangseisen van een verdragsvrijheid voldoet, maar er toch geen beroep
op kunt doen. Dit is onder andere het geval indien er sprake is van uitputtende harmonisatie: als een
regel discrimineert, maar zijn oorsprong vindt in Europese wetgeving, dan mag dat. De nationale
regel die je wilt bestrijden kun je dan toetsen aan de Europese regels, maar niet meer aan de
verdragsvrijheden. Tenzij er echt sprake is van een kennelijke onredelijkheid (marginaal
toetsingsrecht van het Hof).
A-Fonds
Het kan zijn dat je aan de toegangseisen van een verdragsvrijheid voldoet, maar er toch geen beroep
op kunt doen. Dit is ook het geval indien een regeling onderdeel is van een staatssteunregeling. Het is
aan de Europese Commissie om staatssteun te toetsen, je kunt dan geen beroep doen op de
verdragsvrijheden om te voorkomen dat de commissie en de rechter in elkaars vaarwater liggen.
Avoir Fiscal & Elisa
Van de vrijheid van vestiging mag niet worden afgeweken vanwege het risico dat belasting wordt
ontgaan. De specifieke vrijheidsbepalingen hebben een direct werking, je kunt daarom in een proces
er een beroep op doen.
Garcia Avello & Mertens
Discriminatie is het ongelijk behandelen van gelijke gevallen, maar ook het gelijk behandelen van
ongelijke gevalle.
Denkavit
Er is geen ondergrens. Hoe klein de nadelige behandeling ook is, je kunt je altijd beroepen op het vrij
verkeer.
Gielen
Het feit dat discriminatie voorkomen had kunnen worden als de belastingplichtige een andere route
had gekozen, is geen rechtvaardiging voor ongelijke behandeling. Dus geen ‘eigen schuld, dikke bult’.
Van Hilten
Omgekeerde discriminatie, het slechter behandelen van je eigen onderdanen ten opzichte van de
buitenlandse situatie, is geen discriminatie en dus niet in strijd met de EU-regels. Omgekeerde
discriminatie mag Europeesrechtelijk, hiermee kan je naar de rechter maar dat zal niet uitmaken.
D-Zaak
Als horizontale discriminatie voortvloeit uit een belastingverdrag, is het geen verboden discriminatie.
Bijvoorbeeld: als een Duitser in Nederland op grond van het verdrag NED-DUI slechter wordt
behandeld dan een Belg in Nederland op grond van het verdrag NED-BEL, is dit geen discriminatie.
Sopora
Als horizontale discriminatie voortvloeit uit de nationale wet, kan het wel verboden discriminatie
vormen indien het onderscheid is gebaseerde op de nationale wet. In deze zaak ging het om de 30%
regeling waar alleen gebruik van kon worden gemaakt buiten een straal van 150 kilometer van de
grens met Nederland. Volgens het Hof was dit an sich geen discriminatie (het is een neutrale regel)
maar het kan wel discriminatie worden indien het ertoe leidt dat bijvoorbeeld Belgen niet van de
regels gebruik kunnen maken maar Duitsers wel.
Pot/Van der Weegen
Je kon in België renteaftrek krijgen als je lening aan bepaalde voorwaarden voldeed. Deze
voorwaarden waren echter zo opgesteld dat een lening in de Belgische markt er bijna altijd aan zou
,Jurisprudentie Europees hof
voldoen en een buitenlandse lening nagenoeg nooit. Het Hof zei dat er weliswaar sprake was van een
neutrale regel, maar deze wel belemmerend was en daarom verboden.
National Grid Indus
Als er sprake is van een objectieve rechtvaardigingsgrond, moet de discriminerende maatregel ook
evenredig en proportioneel zijn. Dat wil zeggen: de doelstelling kan niet op minder bezwarende wijze
worden bereikt. In deze zaak was de directe afrekening bij een exitheffing te bezwarend en moest er
uitstel worden verleend.
Futura
De aftrek van buitenlandse verliezen van een niet-inwoner niet toestaan en van een inwoner wel
toestaan is geen discriminatie op grond van het territorialiteitsbeginsel
FII 2
Als hoofdregel kijkt het HvJ EU naar de ratio van de maatregel om te bepalen of er sprake is van een
maatregel die specifiek ziet op doorslaggevende zeggenschap, namelijk zodanige invloed dat de
activiteiten van het lichaam kunnen worden bepaald, dan is enkel de vrijheid van vestiging van
toepassing, waarop in derde landen situaties geen beroep kan worden gedaan. Indien de maatregel
specifiek gericht is op minderheidsbelangen, waarbij geen sprake is van doorslaggevende
zeggenschap, is enkel de vrijheid van kapitaal van toepassing, waarop in derde landen wel beroep
kan worden gedaan. Als sprake is van een generieke maatregel en in derde lande situaties, is er
toegang tot de vrijheid van kapitaalverkeer ongeacht de feitelijke omvang van het belang in casu
Gilly
Discriminatie vloeit niet voort uit een dispariteit tussen twee belastingstelsels. In deze zaak gaf
Frankrijk ordinary tax credit en geen full tax credit dus was er geen volledige geld teruggave vanwege
het hogere tarief in Duitsland.
Bosal
De rentekosten van de moeder in verband met de verwerving van de dochter zijn niet aftrekbaar bij
de dochter omdat dit een andere juridische entiteit is. Deze kosten zijn wel aftrekbaar bij de moeder,
al gelden er soms aftrekbeperkingen zoals de earningstrippingregel van art. 15b Wet Vpb.
Cadburry Schweppes
De CFC-wetgeving mag niet worden toegepast indien een structuur waarmee geschoven wordt
voldoende economische realiteit heeft. Vaak wordt de economische realiteit getoetst door de
aanwezigheid van een bepaalde substance. Deze eis staat ook opgenomen in art 13ab Wet Vpb.
X GmbH
Als de CFC-wetgeving zowel op meerderheids- als minderheidsbelangen wordt toegepast, dan moet
onder bepaalde voorwaarden de CFC ook bij winsten uit een niet EU-land worden toegepast. Ook in
gevallen van onvoldoende economische realiteit moet altijd een tegenbewijsmogelijkheid worden
geboden aan een belastingplichtige om het tegendeel te bewijzen.
HvJ Futura
Een Franse vennootschap heeft een VI in Luxemburg. Op het niveau van het Franse hoofdhuis wordt
een verlies geleden, op het niveau van de Luxemburgse VI een winst. Belastingplichtige wilde in de
Luxemburgse vennootschapsbelasting haar Franse verlies tegen de Luxemburgse winst afzetten.
Luxemburg wil het Franse verlies niet in aftrek toestaan op basis van het territorialiteitsbeginsel,
alleen het Luxemburgse verlies zou van de Luxemburgse vennootschapsbelasting aftrekbaar moeten
, Jurisprudentie Europees hof
zijn. In een binnenlandse situatie met een binnenlandse moedermaatschappij hadden het winst en
verlies wel verrekend kunnen worden. Is dit in strijd met de vrijheid van vestiging?
Uitwerking:
- Allereerst: er is toegang tot de vrijheid van vestiging (art. 49 VWEU), want er is sprake van
een EU-onderdaan (Futura is gevestigd in Frankrijk) en de grensoverschrijdende
onderneming is volledig binnen de EU.
- HvJ: er is hier geen sprake van discriminatie:
o Er is weliswaar een ongelijke behandeling tussen een buitenlandse situatie en een
volledig binnenlandse situatie (waarin de verliezen van een moeder en de winst van
een dochter wel verrekend hadden kunnen worden).
o Op grond van het territorialiteitsbeginsel zijn echter inwoners en niet-inwoners in
zoverre niet vergelijkbaar. Een binnenlands belastingplichtige is in Luxemburg
immers belast voor zijn wereldwinst, een buitenlands belastingplichtige slechts voor
zijn Luxemburgse winst.
o Er zijn ongelijke gevallen en die mogen daarom ongelijk behandeld worden.
Conclusie:
Op grond van het territorialiteitsbeginsel zijn er hier ongelijke gevallen en het onderscheid is daarom
geoorloofd. Winsten horen in Luxemburg thuis en de verliezen in Frankrijk. Het HvJ volg hier dus nog
het territorialiteitsbeginsel.
HvJ Philips Electronics, C-18/11
Er is een Nederlandse onderneming met het hoofdkantoor in Nederland. Deze onderneming heeft
een VI in Engeland. Daarnaast heeft de onderneming ook nog een andere deelneming in Engeland.
De dochter in Engeland maakt winst, de VI lijdt een verlies. Engeland ken zogenaamde group relief
regels: winsten ven verliezen binnen een groep mogen tegen elkaar afgezet worden. In principe zou
het verlies van de VI op basis van deze regeling tegen de winst van de dochter afgezet mogen
worden. Echter: de group relief kent een uitzondering. De verliezen/winsten mogen niet onderling
verrekend worden, als het verlies (van in dit geval de VI) in een ander land in aanmerking kan komen.
Ten tijde van deze casus kende Nederland de objectvrijstelling nog niet, waardoor het verlies van de
VI inderdaad in aftrek kon komen bij het Nederlandse hoofdhuis. Engeland stond daarom
verliesrekening van het VI-verlies met de winst van de dochter niet toe. Het verlies wordt immers al
in een andere staat in aanmerking genomen. In een geheel binnenlandse situatie zou er wel recht op
verliesverrekening zijn geweest. Is dit een belemmering van de vrijheid van vestiging?
Uitwerking:
- Wederom moet er eerst worden vastgesteld dat er sprake is van toegang tot de vrijheid van
vestiging van art. 49 VWEU. Er is sprake van een EU-onderdaan (een Nederlandse
onderneming) en de grensoverschrijdende onderneming is volledig binnen de EU. Engeland
was ten tijde van deze casus ‘gewoon’ nog een EU-lidstaat.
- HvJ: er is hier inderdaad sprake van een belemmering:
o Er is hier sprake van een verlies in de bronstaat (in tegenstelling tot bijvoorbeeld HvJ
Futura). De group relief regels zijn erop gericht om winsten en verliezen in Engeland
onderling te verrekenen, zodat over de Engelse winst van de groep wordt geheven.
o Of het verlies in het buitenland wel of niet in aanmerking kan worden genomen,
maakt voor het idee van deze regeling niet uit. Het verlies van de VI hoort thuis in
Engeland. Met andere woorden: uitgaande van het territorialiteitsbeginsel is de
Engelse niet logisch.