Bloed
Bloedcirculatie – HC 19
In het lichaam zijn er 2 circulatee ie eamengaan: e longcirculate en e hartcirculatee
1) Zuuretof komt in het bloe terecht oor ifueie vanuit alveoli in e capillairen, oor at in e
longen e pO2 heel hoog ie en in het bloe ie eze laage
2) Zuuretof wor t in bloe getraneporteer : opgeloet in het plaema of gebon en aan Hb voor
traneporte
3) Vanuit e capillairen ifun eert zuuretof e weefeele in, oor at pO2 in e weefeele lager ie an
in het bloe e
4) Afvalpro uct CO2 ifun eert uit e cellen in het bloe e
5) CO2 wor t getraneporteer ale opgeloete etof, gebon en aan Hb of ale HCO3-e
6) Vervolgene komt CO2 weer in e alveoli vanuit e capillairen, oor at pCO2 in het bloe hoger ie
an in e capillairene
Functee van bloe
Transport: van O2, CO2, voe ingeetofen, afvaletofen, hormonen
Regulatie: temperatuur, pH, vloeietofvolume
Bescherming: bloe verliee, infectee traneport van immuuncellen en antlichamen)
Samenetelling bloe
Aan bloe wor t vaak een antetollingemi el toegevoeg – voor traneplantateee
Wanneer je bloe af raait, ie bovenop het plasma te zien en on erop liggen zware componenten, e
rode bloedcellen en bloe plaatjeee
Plaema = 55% van het bloe
Ro e bloe cellen = 44% van het bloe
Bloe plaatjee en leukocyten = <1%
Hematocriet (Ht) is het percentage erythrocyten op totaal bloedvolume.
Plasma beetaat voornamelijk uit water grootete eel, 92%), eiwitten en zouten, organieche
moleculen en gaeeene
Eiwitten in bloe en e functee
Wanneer bloe plaema wor t geïeoleer en e eiwitten wor en geechei en, wor en eze eiwitten
aangetrofen, van veel naar min er voorkomen :
Albumine
o Veroorzaken colloï oemoteche ruk
De kracht ie no ig ie om uitgetre en weefeelvloeietof weer terug in e
capillairen te krijgen via oemoee)
o Traneport van bilirubine, vetzuren en ruge
o Bufering
Globulinen
o Traneport van traneferrine
o Afweer: antlichamen
Fibrinogeen
o Bloe etolling, bloe etelping
An ere eiwitten
o Stollingeeiwitten, fbrinolyee, enzymen, traneporteiwitten, complement-eyeteem,
hormonen etce
De eiwitconcentrate ie variabel in het bloe e
, Bloe cellen
Er zijn verechillen e bloe cellen: witte en ro e bloe cellen en bloe plaatjeee
Witte bloe cellen kunnen wor en opge eel in lymfocyten / monocyten / 3 soorten granulocyten
eoeinofel, baeofel, neutrofel)e Monocyten, ie kunnen iferentiren tot macrofagen, en
neutrofele granulocyten zijn fagocytene
Bloe cellen kunnen wor en on erechei en op baeie van:
Aanwezighei en vorm Aanwezighei en vorm
Grootte kern granula
Erythrocyten 7,5 micrometer Geen Nee
Lymfocyten 10 micrometer Ron Nee
Baeofel 15 Tweelobbig Ja
Eoeinofel 15 Tweelobbig Ja
Neutrofel 20 Meerlobbig ja
Monocyt 25 micrometer Niervormig Nee
Voorkomen: erythrocyt – neutrofel – lymfocyt – monocyt – eoeinofel – baeofel
ELN – monkeys eat bananas
Wanneer e bloe eamenetelling niet ie zoale je verwacht, kan er een efect zijn: bijvoorbeel meer
aanwezighei van lymfocyten of neutrofelene
Erythrocyten
Ery’e hebben een biconcave vorm en ze hebben geen celorganellen: alleen hemoglobine en
enzymene Dit bepaalt e viscositeite Karakterietek ie at ery’e zon er celkern erg stevig en toch
flexibel zijn, oor at ze een epeciale membraan hebbene
Eiwitten van e membraan zijn veranker aan eiwitten van het cytoekelete Daar oor kan e cel
makkelijk in euken en terugveren bij traneport oor vatene
FUNCTIE: traneport van O2 en CO2 waarbij gebruik wor t gemaakt van hemoglobinee Het ijzeratoom
in het mi en kan zuuretof bin ene In totaal kunnen er aan 1 molecuul 4 moleculen O2 gebon en
wor en Hb(O2)4
Door at zuuretof ruk in e arteriin lager ie at e zuuretof ruk in e longen, vin t er uitwieeeling
van zuuretof plaatee Door bin ing van zuuretof aan Hb blijf e zuuretof ruk in e arteriin laag er
kan meer zuuretof getraneporteer wor ene
In het weefeel neemt e zuuretof ruk enorm afe Eeret ie 100% van e Hb zuuretof gebon ene In het
weefeel ie elechte 70% van Hb zuuretofgebon en 30% van e zuuretof wor t afgegeven, ue niet
alle zuuretofe
Bij eport wor t een groter eel van e zuuretof afgegeven, tot wel 65%e