Werken aan
gezondheid
Polikliniek XXXX, Assen
Naam:
Studentnummer:
Docentbegeleider:
Werkbegeleiders:
Studieonderdeel: Stage PLP3
Datum: 2023
Periode: 04/09/2023 – 02/02/2024
Osiriscode: HVVB18MWAG
,Inhoudsopgave
Inleiding..................................................................................................................................................3
Werken aan gezondheid.........................................................................................................................4
Hoofdstuk 1 – Vertrouwen opbouwen...................................................................................................6
1.1 - Presentiebenadering..................................................................................................................6
1.2 - Vertrouwensrelatie.....................................................................................................................6
1.3 – Shared decision making.............................................................................................................6
1.4 – Toepassing op de casus..............................................................................................................7
Hoofdstuk 2 – Anamnese.......................................................................................................................8
2.1 – Casusbeschrijving.......................................................................................................................8
2.2 – Gezondheidspatronen van Gordon............................................................................................9
Hoofdstuk 3 – Gedragsanalyse.............................................................................................................11
3.1 – Stages of change......................................................................................................................11
3.1.1 – Fase stages of change cliënt..............................................................................................12
3.2 – Verklaring huidig gedrag..........................................................................................................12
3.2.1 – ASE-model.........................................................................................................................13
3.2.2 – Conclusie verklaring gedrag..............................................................................................15
Hoofdstuk 4 – Verpleegkundige diagnoses stellen...............................................................................17
4.1 – hypothetische diagnoses.........................................................................................................17
4.2 – Prioriteren................................................................................................................................17
4.3 – NANDA diagnoses....................................................................................................................19
Hoofdstuk 5 – Zorgresultaten...............................................................................................................20
Hoofdstuk 6 – Interventies...................................................................................................................21
Hoofdstuk 7 – Evaluatie........................................................................................................................23
Hoofdstuk 8 – Handelen in de praktijk.................................................................................................25
Hoofdstuk 9 – Reflectie en waarderingsformulier werken aan gezondheid.........................................27
9.1 – Reflectie...................................................................................................................................27
9.2 – Waarderingsformulier..............................................................................................................27
Hoofdstuk 10 – Reflectie en waarderingsformulier vanuit de tussenevaluatie....................................27
10.1 – Reflectie.................................................................................................................................27
10.2 – Waarderingsformulier............................................................................................................27
Literatuurlijst........................................................................................................................................28
Bijlage 1................................................................................................................................................30
Bijlage 2 – Antiplagiaatverklaring.........................................................................................................32
2
,Inleiding
Dit portfolio is geschreven tijdens de praktijkleerperiode bij het XXXX te Assen. Er
werd stage gelopen op de polikliniek, waar cliënten komen die naast een licht
verstandelijke beperking ook een psychische aandoening hebben. Tijdens deze
praktijkleerperiode zijn drie modules op eindniveau uitgewerkt.
De modules ‘werken aan gezondheid’, ‘regisseren van zorg’ en ‘borgen van
kwaliteit en veiligheid’ zijn uitgevoerd, uitgewerkt en opgenomen in dit portfolio.
Van de overige modules, die in een eerdere stage zijn afgerond, zijn de
reflectieverslagen en waarderingsformulieren geplaatst in dit portfolio.
Voor de module ‘werken aan gezondheid’ is de casus van een cliënt uitgewerkt
waar de student een regisserende rol in had. Het gedrag van deze cliënt wordt
geanalyseerd en verklaard en er wordt een behandelplan opgesteld gericht op
preventieve zorg.
Aan de module ‘regisseren van zorg’ is gewerkt door de regie te voeren over
twee cliënten, van intake tot het einde van de praktijkleerperiode. In de module
wordt onder ander beschreven welke disciplines werkzaam zijn binnen het XXXX
en welke betrokken zijn bij de casussen, wordt het begrip shared decision making
uitgelegd en komen overdrachtsvormen en rapportages aan bod.
Tot slot is voor de module ‘borgen van kwaliteit en veiligheid’ gewerkt aan een
implementatieplan voor de positieve gezondheidsvragenlijst, waarin de focus
wordt gelegd op de communicatie en behoeften van de eindgebruikers, de
vakgroep verpleegkundigen en agogen.
Voor elk van bovengenoemde modules is een reflectie geschreven en zijn
waarderingsformulieren gebruikt. In het hoofdstuk ‘overig materiaal’ worden de
reflecties en waarderingsformulieren van de niet af te toetsen modules
weergegeven, evenals de competentiescan en reflectie op het
bekwaamheidsplan SLO/VCM.
Deze inleiding is gebruikt in het portfolio waarin de module Werken aan
gezondheid is opgenomen. Ik heb deze laten staan om een idee te geven hoe dit
eruit zou kunnen zien. Voor de module zelf is hieronder een inleiding geschreven.
Het voorblad die je hieronder ziet is ook afkomstig uit het portfolio.
3
,Werken aan
gezondheid
4
,Inleiding
De module ‘werken aan gezondheid’ wordt uitgevoerd binnen het XXXX te Assen,
op de polikliniek. Op de polikliniek van het XXXX komen cliënten bij wie naast een
(meestal) licht verstandelijke beperking ook psychische problematiek speelt. In
deze module ‘werken aan gezondheid’ komt het gehele verpleegkundig proces
aan bod. De student heeft de regie gehad over twee cliënten tijdens de
stageperiode en een van deze casussen is gekozen om uit te werken voor de
module. Het is een casus waarbij de hulpvraag bij de intake erg duidelijk was,
maar waar het gedrag een grote rol speelt in het zorgproces, waardoor de casus
complex genoeg werd bevonden voor de module.
Bij de uitwerking van de module ‘werken aan gezondheid’ zijn er enkele
CanMEDS-rollen die een centrale rol spelen, namelijk die van zorgverlener en
gezondheidsbevorderaar. Dit zijn twee van de zeven CanMEDS-rollen die
Lambregts, Grotendorst en Merwijk (2016) beschrijven in hun opleidingsprofiel
voor verpleegkundigen.
De module wordt uitgewerkt door de zes stappen van het verpleegkundig proces
te doorlopen. Hiervoor zijn de zes fasen van Wilkinson, Nieweg en Paans (2013)
gebruikt. Het verpleegkundig proces is een systematische methode om
(potentiële) gezondheidsbelemmeringen te beoordelen, te preveniëren of aan te
pakken (Wilkinson et al., 2013). De patiënt staat hierbij centraal. De zes fases
van het verpleegkundig proces zijn als volgt:
- Anamnese
- Diagnose
- Planning van de resultaten
- Planning van de interventies
- Uitvoering
- Evaluatie
In de anamnesefase worden gegevens verzameld over de patiënt door
observatie, gesprekken en het lezen van het medisch dossier (Wilkinson et al.,
2013). Vervolgens worden de gegevens geordend, geclusterd en volgen hier
verpleegkundige diagnoses uit die vaak middels NANDA-I worden uitgewerkt
(Herdman & Kamitsuru, 2017). Voor de planning van de resultaten wordt
gekeken welke resultaten gewenst zijn om te behalen (Wilkinson et al., 2013).
Deze doelen kunnen worden uitgewerkt middels de Nursing Outcomes
Classification (NOC) (Moorhead, Johnson, Swanson, & Maas, 2016). In de fase
voor planning van de interventies wordt opgesteld hoe aan de gewenste
resultaten voldaan gaat worden en welke interventies er toegepast gaan worden.
Deze interventies kunnen onder andere opgesteld worden middels de Nursing
Interventions Classification (NIC) (Bulechek, Butcher, Wagner, & Dochterman,
2016). Vervolgens wordt de zorg uitgevoerd, vastgelegd in het medisch dossier
en geëvalueerd of er aan de gewenste resultaten is voldaan (Wilkinson et al.,
2013).
In hoofdstuk 1 wordt ingegaan op het opbouwen van vertrouwen en waar
rekening mee gehouden dient te worden. In hoofdstuk 2 is de anamnesefase
beschreven, waarna in hoofdstuk 3 een analyse volgt van het geobserveerde
gedrag van de cliënt. In hoofdstuk 4 worden verpleegkundige diagnoses
opgesteld aan de hand van de NANDA-I, gevolgd door hoofdstuk 5 en 6, waar
respectievelijk de zorgresultaten en interventies worden besproken. Het slot van
het verpleegkundig proces, de evaluatie, is te lezen in hoofdstuk 7. In hoofdstuk
5
, 8 wordt het handelen van de student in de praktijk beschreven en in hoofdstuk 9
en 10 volgen reflecties en waarderingsformulieren over het uitvoeren van de
module.
Hoofdstuk 1 – Vertrouwen opbouwen
In dit hoofdstuk wordt de essentie van de presentiebenadering beschreven.
Daarnaast wordt uitgelegd wat het belang is van het opbouwen van een
vertrouwensband met de cliënt en wordt kort stil gestaan bij het begrip shared
decision making. Tot slot wordt beschreven hoe met deze begrippen in de
praktijk rekening is gehouden.
1.1 - Presentiebenadering
Binnen de GGZ wordt veel gebruik gemaakt van de presentiebenadering. De
presentiebenadering gaat uit van het voortdurend aansluiten bij de leefomgeving
van de ander, om zo de ander beter te kunnen begrijpen en kan ondersteunen op
een voor hem of haar passende manier (Movisie, 2016). Daarvoor is het van
belang je open te stellen voor de ander en het netwerk rond deze persoon en
nabijheid te bieden, zodat de ander zich gezien en gehoord voelt. Elkaar eerst
leren kennen en een relatie opbouwen is belangrijk om vervolgens inzicht te
krijgen in wat er moet gebeuren en hier passende interventies op toe te passen
(Presentie, 2021). Enkele kenmerken van presentie zijn dat je zo open en
onbevangen mogelijk naar iemand kijkt, dat je aansluit bij wat de ander
bezighoudt, dat je rekening houdt met het tempo van de ander en je daaraan
aanpast en dat je de ander trouw blijft en niet verlaat (Presentie, 2021). Wanneer
presentie goed wordt toegepast ervaren zorgvragers onder andere dat zij
gesteund en gehoord worden, merken zorgverleners dat zij professioneel en met
betrokkenheid hun vak kunnen uitvoeren en op organisatieniveau wordt onder
andere gezien dat werknemers hun verantwoordelijkheden meer nemen en het
werkplezier stijgt (Presentie, 2021).
1.2 - Vertrouwensrelatie
Als zorgverlener is het belangrijk een vertrouwensrelatie op te bouwen met de
zorgvrager (Ten Have, 2016). Wanneer de zorgvrager vertrouwen heeft in de
zorgverlener, zal de bereidheid van de cliënt groter zijn, bijvoorbeeld om een
behandeling te volgen of adviezen aan te nemen. Een voorwaarde voor het laten
groeien van een vertrouwensrelatie met de zorgvrager is respect (Ten Have,
2016). Wanneer de verpleegkundige de zorgvrager respectvol behandeld, geeft
dat de cliënt ruimte om onder andere dingen ter sprake te brengen die hij of zij
daarvoor wellicht niet durfde. Uit het onderzoek van Movisie, geschreven door
Van Arum et al. (2018) wordt een persoonlijke bejegening door de professional
benoemd voor het bevorderen van vertrouwen en veiligheid bij de cliënt, evenals
het nakomen van afspraken. Ook is een alliantie tussen cliënt en zorgverlener
van belang, zowel een persoonlijke- als taakalliantie (Van Arum et al., 2018).
1.3 – Shared decision making
Bij shared decision making, ofwel gezamenlijke besluitvorming, nemen de
zorgvrager en zorgverlener samen besluiten over onder andere de diagnostiek,
behandeling en begeleiding van de patiënt (VGZ, z.d.). De zorgverlener geeft
uitleg over de behandelmethoden en bespreekt de mogelijke voor- en nadelen
van de behandeling (Emmens en van der Meulen, 2019). De cliënt kan hierover
6