traditionele peer-to-peer interacties en door peers geleide groepen, en het is mogelijk dat de focus van
de groep zou zijn veranderd als de interacties volledig door leken waren geleid. Vanuit een co-design
perspectief liet deze inclusie zowel insider- als outsider-perspectieven toe om peer-leren aan de ene kant
en informele gezondheidsbevordering aan de andere kant te bieden.
Er waren beperkingen aan dit project. Ten eerste zou het kleine aantal deelnemers hebben kunnen
resulteren in het niet behandelen van kwesties die mantelzorgers graag hadden willen bespreken.
Desalniettemin was het eindprogramma ontworpen als gespreksstarters en hadden deelnemers tijdens
de uitvoeringsfase de mogelijkheid om andere kwesties op te nemen die ze hadden willen bespreken.
Ten tweede resulteerde de vooraf bepaalde duur van het programma (6 weken) in groepen die geen tijd
hadden om alle tijdens het co-designproces geïdentificeerde onderwerpen te bespreken.
Conclusie
Technologie biedt mogelijkheden om innovatieve diensten te creëren en te leveren. Telehealth stelde
ons in staat om mantelzorgers over een grote afstand te betrekken bij het ontwerpen van een
interventie. De inclusie van mantelzorgers uit verschillende locaties versterkt de geschiktheid van het
programma voor het hele land. Deze studie toonde aan dat veilige en samenhangende relaties kunnen
worden opgebouwd met behulp van telehealth en dat via het co-designproces langdurige virtuele
netwerken voor peer-ondersteuning kunnen worden opgebouwd.
Literatuur week 4
Artikel: Bolinski et al (2021) Physiological and self-reported arousal in virtual
reality versus face-to-face emotional activation and cognitive restructuring in
university students: A crossover experimental study using wearable monitoring.
Introductie
Virtual Reality (VR) kan breed geïnterpreteerd / gedefinieerd worden als een “real-time presentation of a
computer-generated environment to a human user”. Een VR gebaseerde blootsteltherapievorm is VRET
(Virtual Reality Exposure Therapy). VRET laat veelbelovende resultaten zien op de behandeling van angst
en angst gerelateerde stoornissen. Daarnaast zijn er studies die effecten laten zien van VRET op de
behandeling van pijn en psychose.
In veelgebruikte hedendaagse blootstellingstherapie, met als doel cognitieve reconstruering, wordt
veelal gebruik gemaakt van verbeeldingsoefeningen. Het is hierbij tevens lastig om vast te stellen in
hoeverre de vereiste mate van immersie van de beschreven situatie plaatsvindt bij de patiënt. Mede
door de subjectieve aard (en individuele variabiliteit) van verbeeldingsvermogen en inlevingsvermogen.
Dit nadeel zou met VR verholpen kunnen worden.
In de studie zijn ecologische instrumenten gebruikt om hartslag (HR) en huid conductie (SR) te meten.
Dit omdat beiden markers zijn van een emotionele opwindingsrespons. De onderbouwing hiervoor is dat
een sterkere emotionele respons bij blootsteltherapie gezien kan worden als een voorspellaar van
therapie effectiviteit. Het resulteert namelijk sterker in de activatie van het geheugensysteem en sterkere
consolidatie. Dit kan behulpzaam zijn bij de consolidatie van gereconstrueerde cognities.
Doel en methode studie:
,Studie onderzoekt in hoeverre emotionele activatie van negatieve cognities en bijbehorende
reconstructie vanuit VR resulteert in een grotere toename van opwinding, als vergeleken met een F2F
(face to face) verbeeldingsbenadering uit traditionele CBT.
Om dit te onderzoeken zijn ecologische draagbare instrumenten en vragenlijsten gebruikt. Het draagbare
instrument werd aan de niet dominante pols gevestigd en mat huid conductie en hartslag. De
vragenlijsten betroffen:
Zelf gerapporteerde opwinding
Emoties
Depressie en angst
Voor de VR omgeving werd een speciaal ontworpen programma, Lunchroom Zondag, gebruikt. Dit is een
VR omgeving waarbij deelnemers in als serveerder in een lunchroom werken en worden geconfronteerd
met diverse realistische situaties, die kunnen resulteren in de activatie van depressie / angst
gerelateerde cognities, zoals uitgelachen worden. Tijdens deze blootstellingen kregen de deelnemers
diverse vragen van de onderzoekers. Waarna de deelnemers vragenlijsten invulde.
Voor de verbeeldingsbenadering werd het zelfde idee gebruikt. Alleen kregen deelnemers hierbij de
situaties voorgelezen.
De studie bestond uit een non-klinisch proef groep van VU studenten. In totaal 41 participanten,
waarvan 34 vrouwen en 7 mannen. Verder is het een within subjects design, wat betekent dat elk
subject beiden condities ondergaat.
Discussie
Metingen op alle drie de fysiologische metingen lieten significant hogere opwindingseffecten zien bij de
VR conditie, als vergeleken met de F2F conditie. Daarnaast laten de resultaten significant meer huid
conductie scores zien bij de VR conditie als vergeleken met de VR tutorial.
Verder werden er geen verschillen gevonden in zelf gerapporteerde metingen van opwinding tussen de
VR en F2F conditie. Daarnaast correleerde de zelf gerapporteerde metingen van opwinding niet met de
fysiologische metingen.
Verder lieten deelnemers die startten met F2F en eindigde met VR hogere huid conductie scores per
minuut zien en hogere hartslag scores tijdens de mid-beoordeling. Een mogelijke verklaring voor het
eerste is het contact met de therapeut. Tweede kan te maken hebben met de anticipatie op het gebruik
van VR.
De PANAS laat een geleidelijke afname zien in negatieve emoties tijdens de behandelprocedure, en laat
zien dat patiënten die eindigden met het VR component significant meer positieve emoties ervaarde bij
de post-beoordeling.
Wel bleek zelf-gerapporteerde opwinding hoger te zijn bij de VR conditie bij de subjects die begonnen
met de F2F conditie. Mogelijke verklaring hiervoor is het contrast dat subjects ervaarde tussen de twee
condities, en mogelijke verwachtingen omtrent een hogere opwinding in VR.
Limitaties studie
, De resultaten dienen met zorg worden geïnterpreteerd door diverse limitaties:
1. Non-klinische sample, dus niet generaliseerbaar naar klinische populatie
2. De fysiologische data, met name de huid conductie meting, was minder valide dan de versie die
gebruikt wordt in laboratoria
3. De tijdsduur van de scenario’s waren redelijk kort
4. De ecologische meetinstrumenten waren niet gevoelig genoeg om verschillen tussen situaties
per conditie op te merken.
5. In de zelf-gerapporteerde metingen was geen ruimte om onderscheid te maken tussen positieve
en negatieve opwinding
Vervolgstappen
Behoud van de therapeutische content onderzoeken.
Conclusie
Emotionele activatie gevolgd met cognitieve reconstruering in VR leid tot significant hogere niveaus van
fysiologische opwinding, als vergeleken met de F2F procedure. Dit effect is per sé niet toe te schrijven
aan de opwinding als gevolg van het gebruik van VR, door het verschil in opwinding tussen de VR tutorial
en VR conditie. Er zijn verder geen verschillen gevonden in termen van zelfgerapporteerde opwinding.
Artikel (optioneel): Donker, T., Cornelisz, I., Van Klaveren, C., Van Straten, A.,
Carlbring, P., Cuijpers, P., & Van Gelder, J. L. (2019). Effectiveness of self-guided
app-based virtual reality cognitive behavior therapy for acrophobia: a randomized
clinical trial.
Inleading
Toegang tot op bewijs gebaseerde psychologische behandeling voor psychische aandoeningen is
wereldwijd een uitdaging vanwege hoge behandelingskosten en de beperkte beschikbaarheid van
geestelijke gezondheidsprofessionals. De behandelsdekking is vaak minder dan 50%. Nieuwe
technologieën kunnen op belangrijke manieren bijdragen aan toegankelijke en betaalbare
behandelopties.
Specifieke fobieën behoren tot de meest voorkomende psychische aandoeningen, waarbij hoogtevrees
de meest voorkomende subtype is. Deze fobieën kunnen het risico op het ontwikkelen van andere
angststoornissen en ernstige depressie vergroten. Er bestaan verschillende op bewijs gebaseerde
therapieën, waarvan de meeste cognitieve gedragstherapie (CGT) gebruiken, waarbij individuen worden
blootgesteld aan hun gevreesde object of situatie. Een opkomende vorm van blootstelling is virtuele
realiteit blootstellingstherapie (VRET), waarbij immersieve virtuele omgevingen echte
blootstellingsinstellingen vervangen. Meta-analyses geven aan dat VRET even effectief is als
conventionele blootstellingstherapie, met grote effectgroottes en vergelijkbare uitval- en
verslechteringspercentages. Tot nu toe vereiste VRET echter therapeutenbetrokkenheid en gebruik van
geavanceerde virtual reality-apparatuur.
Recentelijk zijn er inspanningen geleverd om de therapeutenbetrokkenheid bij VRET te verminderen.
Deze studie testte de effectiviteit en gebruiksvriendelijkheid van ZeroPhobia, een volledig zelfgeleide VR