les Ziektebeeld
1 M. Crohn en colitus ulcerosa
2 Levercirrose
3 Pancreatitis (en pancreasca).
4+ Heelkunde vh
Samenvatting pathofysiologogle
5 spijsverteringskanaal
Leo 1 – IBD (M. Crohn en cogltuo ugcerooa)
De dio
1.kent de fysiologie van het maag-darmkanaal.
2. kan de werking van de darmen verklaren vanuit de bouw van de darmen.
3.kan het ontstaan, de diagnose, de symptomen en de behandeling van respectievelijk de ziekte van
Crohn en colitis ulcerosa koppelen aan de pathofysiologie.
4.kan fysiologische veranderingen als gevolg van een stoma koppelen aan de anatomische ingreep
van een stoma.
Fysiologie en anatomie – bastiaanssen
10.12 Oesofagus (slokdarm)
De oesofagus fungeert als een ongeveer 25cm lange gespierde transportbuis tussen keerholte en maag. In
de thoraxholte (borstholte) ligt de oesofagus tussen de wervelkolom en de trachea (luchtpijp) Hij
doorboord het diafragma in de Spier lagen aan de achterzijde en gaat dan na ongeveer 3 cm over in de
maag. De peristaltische bewegingen, waarbij de spieren boven de spijsbrok contraheren en de spieren
onder de spijsbrok verslappen, wordt het voedsel voortgestuwd in de richting van de maag. De
voedselpassage door de oesofagus duurt ongeveer 10 seconden.
De wand van het spijsverteringskanaal heef ten aanzien van alle onderdelen hetzelfde bouwplan. De
wand van de oesofagus is hierbij van binnen naar buiten opgebouwd uit de volgende lagen:
- muscosa (slijmvlies); het bevat meerlagig plaveiselepitheel met uitzondering van het gedeelte vlak voor
de inmonding in de maag, waar het slokdarmepitheel eenlagig en cilindrisch is
-submucosa (bindweefsellaag); dit is een bindweefsellaag onder de mucosa en bevat bloedvaten,
lymfevaten en zenuwen. In deze laag bevinden zich talrijke slijmklieren
-muscularis (spierlaag) dit is het gespierde gedeelte van de wand, bestaande uit een laag kringspieren en
een laag lengte spieren aan de buitenzijde. Het bovenste deel van de oesofaguswand bevat, evenals de
farynxwand, dwarsgestreept spierweefsel. De overige spieren zijn glad (onwillekeurig)
10.14 dunne darm
De dunne darm zorgt voor de eindvertering, de resorptie van het verkeerde voedsel en voor het transport
van het onverteerbare en onverteerde voedsel maar het calon.
Bouw en de ligging: De dunne darm heef een lengte van ongeveer 6 m, terwijl de diameter ongeveer 3
cm bedraagt. Hij is opgebouwd uit de volgende drie delen:
- duodenum (twaalfvingerige darm); de lengte bedraagt ongeveer 20-25 cm. Het duodenum ligt
retroperitoneaal, terwijl de rest van de dunne darm intraperitoneaal ligt. Het duodenum heef een
hoefijzervorm.
- jejunum (nuchtere darm): dit gedeelte ontleed zijn naam aan het feit dat bij overledene dit gedeelte van
de dunne darm meestal leeg (nuchter) is. Er is geen duidelijke overgang naar het ileum. De lengte
bedraagt ongeveer 2.5 meter
- ileum (kronkel darm) dit gedeelte is zo genoemd naar de vele kronkels die voortdurend van vorm
wisselen door de darmperistaltiek. Het ileum is het langste deel van het derde Daan (ongeveer 3.5 meter)
bij de overgang van het ileum naar de blindedarm bevindt zich een klep. Deze klep belet dat de inhoud
van de dikke darm terugvloeit naar de dunne darm
Tussen de cilindrische epitheelcellen van de darmvlokken vinden zich talrijke bekervormige cellen die
slijm produceren, de slijm cellen. In een darmvlokken bevinden zich vele bloedvaten en een lymfevat. Aan
de voet van de darmvlokken bevinden zich buisvormige instulpingen van het slijmvlies, de darmsapkleren.
Deze darmsap klieren produceren per etmaal ongeveer 3 l darmsap.
De wand van de dunne darm krijgt enerzijds bloed aangevoerd vanuit de truncus coeliacus, namelijk het
duodenum, terwijl het jejunum en ileum bloed aangevoerd krijgen vanuit de arteria mesenterica superior.
Beide bloedvaten zijn vertakkingen van de aorta.
,Bouw van de want van de dunne darm: Zoals eerder vermeld is de bouw van de wand van de dunne darm
in principe gelijk aan die van de oesofagus en de maag. Van binnen naar buiten wordt achtereenvolgens
onderscheiden:
- mucosa
- submucosa
- muscularis, bestaande uit een laag kringspieren (binnen zijde) en lengte spieren.
-serosa, bekleden laagje dat uitsluitend voorkomt bij de intraperitoneale delen jejunum en ileum.
Het slijmvlies bezit vele permanente plooien dwars op de lengterichting. Bij deze circulaire plooien is ook
de submucosa gedeeltelijk betrokken. Op de darm plooien bevinden zich de darmvlokken. Dit zijn kleine,
vinger voor morgen uitsteeksels van het slijmvlies die door hun aantal het oppervlak sterk vergroten.
Darmsap : De darmsap kleren liggen aan de voet van de darmvlokken (Villi). Ze produceren per etmaal
ongeveer 2-3 l darmsap dat behalve water en slijm de volgende enzymen bevat:
- enterokinase, dat trypsinogeen uit het pancreas sap activeert tot trypsine
- een mengsel van proteïnasen waardoor de eiwiten volledig tot aminozuren worden gesplitst
- disachariden, namelijk maltase, sacharase en lactase, die desbetrefende disachariden (maltose,
sacharase en lactose) splitsen tot monosachariden.
10.15 colon (dikke darm)
Het colon heef een totale lengte van ongeveer 1.5 meter. Het sterk geplooid en slijmvlies bevat eenlagig
cilindrisch epitheel met zeer veel slijm cellen. De lengtespieren bestaan in hoofdzaak uit drie longitudinale
strengen die ieder ongeveer 1cm breed zijn: de taeniae (coli).
Functie dlkke darm㰳 De functie van de dikke darm bestaat onder andere uit de terugresorptie van het
restant water en zouten, waardoor de onverteerde en onverteerbare resten verder worden ingedikt. Met
het oog op deze functie beziten de epitheelcellen van het slijmvlies dan ook talrijke microvilli ter
vergroting van het oppervlak. In de dikke darm levert een groot aantal verschillende bacteriestammen,
die met de verzamelnaam colibacteriën worden aangeduid. Dit wordt ook wel de darmfora genoemd.
Deze bacteriën zorgen voor de rotngs en gistings processen. Onder rotng wordt anaerobe afraak van
eiwiten verstaan, waarbij de onaangename ruik ruikende gassen ammoniak en waterstofsulfide ontstaan.
De anaerobe afraak van koolhydraten wordt gisting genoemd. Hierbij ontstaat onder andere melkzuur.
Bij de afspraak processen door de darmbacteriën ontstaat een aantal voor de mensen nutge stofen,
waaronder de vitamine K en foliumzuur. Het colon van een pasgeborene is natuurlijk nog steriel. Daarom
krijgen alle neonaten binnen enkele uren na geboorte vitamine K om bloedingen te voorkomen. De
colibacteriën beschermen ook tegen pathogene bacteriën. Hun aantal is zo groot, dat de
ziekteverwekkers, die de maag hebben overleefd, de concurrentieslag om voedsel te verliezen. Veel
antibiotica tasten echter de natuurlijke darmfora aan, waardoor pathogenen nu wel een kans krijgen en
diarree ontstaat.
Defecatie㰳 De verplaatsing van de dikke darminhoud van de blindedarm naar het rectum (endeldarm)
duurt ongeveer 24 uur. Er bestaan echter aanzienlijke individuele verschillen. Het bovenste deel van het
rectum (endeldarm) is verwijt en doet dienst als reservoir voor de feces (ontlasting) De anus bestaat uit
twee sluitspieren namelijk de uitwendige sluitspier, dwarsgestreept en dus willekeurig en de inwendige
sluitspier, gladde spier en dus onwillekeurig. In rust is de rectumwand ontspannen en is de interne
sluitspier voortdurend aangespannen. Boven een bepaalde vullingsgraad van het rectum worden
rekkingssensoren in de wand geprikkeld en wordt via een schakeling in de inwendige sluitspier
ontspannen, terwijl de rectum wand wordt aangespannen (aandrang). Door bewust aanspannen van de
uitwendige sluitspier kan uitdrijving van de ontlasting voorkomen. Op een geschikt moment kan defecatie
plaats vinden. Bij jonge kinderen ontbreekt nog de controle over de uitwendige sluitspier, ze zijn nog niet
zindelijk. Een normale stoelgang wordt sterk beïnvloed door de leefwijze. Wanneer men voldoende vezels
eten en daarbij ook voldoende drinkt, voldoende aan lichaamsbeweging doet en naar de wc gaat wanneer
men moet, zijn laxantia vaak niet nodig. Van een groot aantal medicijnen is bekend dat zij obstipatie
kunnen veroorzaken. Voorbeelden zijn ijzerpreparaten, psychofarmaca, morfineachtigen, inclusief
, codeïne.
De feces, die bij defecatie uit het lichaam worden verwijderd, bestaan uit de volgende op bestanddelen:
voedselresten, water, slijm, bacteriën, afgestoten darmwandcellen, galkleurstofen en zouten. De
normale kleur van de ontlasting is afankelijk van de voeding, bij bijvoorbeeld kastanjebruin (bij
vleesvoeding), bruingeel (bij plantaardig voedsel), goudgeel (bij moedermelk voeding). Soms is de kleur
afwijkend. Zo zal de ontlasting ontkleurd zijn bij het ontbreken van de galkleurstofen. Dit wordt wel
stopverfeces (grauwwit) genoemd. Bij maagbloedingen of bloedingen in het bovenste deel van de dunne
darm is de ontlasting zwart (melaena) omdat het hemoglobine inmiddels is verteerd. Bij bloedingen in het
overige deel van de darmen blijf het bloed rood gekleurd. Na gebruik van geneesmiddelen zoals ijzer of
Norit worden ontlasting grijszwart. De eerste ontlasting van een zuigeling wordt meconium genoemd.
Deze is teerachtig en donkergroen. Zij bestaan uit slijm, gal, bloed en verteerde cel resten.
Dieetbehandelingsrichtlijn 31 & 32 zie dieetleer
Merck Manuag – Chronloche darmontoteklng
Bij chronische darmontsteking raakt de darm ontstoken, wat vaak gepaard gaat met terugkerende
buikkramp en diarree. De twee voornaamste vormen van chronische darmontsteking zijn de zlekte van
Crohn en cogltio ugcerooa.
-Deze twee aandoeningen vertonen veel overeenkomsten en zijn soms moeilijk van elkaar te
onderscheiden. Er zijn echter diverse verschillen Zo kan de ziekte van Crohn bijna elk gedeelte van het
spijsverteringskanaal aantasten, terwijl colitis ulcerosa vrijwel altijd alleen de dikke darm tref.
- Tot de pas sinds kort bekende vormen van chronische darmontsteking behoren collagene colitis,
lymfocytaire colitis en bypass-colitis.
Om de diagnose ‘chronische darmontsteking' te kunnen stellen, moet de arts eerst andere mogelijke
oorzaken van ontsteking uitsluiten. Zo kan ontsteking worden veroorzaakt door infectie met parasieten of
bacteriën. Daarom worden door de arts diverse onderzoeken uitgevoerd. Ontlastingsmonsters verkregen
tijdens sigmoïdoscopie, worden onderzocht op aanwijzingen voor een bacteriële of parasitaire infectie
(die bijvoorbeeld op reis kan zijn opgelopen). Aan de hand van bloedmonsters kan ook de aanwezigheid
van een parasitaire infectie worden vastgesteld of van een tweede infectie als gevolg van
antibioticagebruik. De arts controleert ook op seksueel overdraagbare aandoeningen van het rectum,
zoals gonorroe, herpesvirusinfectie en Chlamydia-infectie. Er kunnen weefselmonsters worden genomen
van de bekleding van het rectum die vervolgens onder de microscoop worden onderzocht op
aanwijzingen van colon- en rectumkanker en andere aandoeningen die soms bloederige diarree
veroorzaken. Andere mogelijke oorzaken van ontsteking die de arts probeert uit te sluiten, zijn
ischemische colitis (wat vaker voorkomt bij mensen ouder dan 50 jaar), salpingitis, buitenbaarmoederlijke
zwangerschap en eierstokcysten en -tumoren bij vrouwen, coeliakie en tropische spruw.
Cogltio ugcerooa is een chronische aandoening waarbij de dikke darm ontstoken raakt en er ulcera
ontstaan (door putjes of erosie), wat leidt tot opvlammingen (aanvallen) met bloederige diarree,
buikkramp en koorts.
-Colitis ulcerosa kan zich op elke leefijd voordoen, maar begint doorgaans tussen de 15 en 30 jaar. Bij een
klein aantal mensen treedt de eerste aanval op tussen de 50 en 70 jaar.
-Colitis ulcerosa tast meestal niet alle lagen van de wand van de dikke darm aan en tast zelden de dunne
darm aan. De aandoening begint meestal in het rectum of het colon sigmoideum (het onderste deel van
de dikke darm) en breidt zich uiteindelijk uit over een deel of de volle lengte van de dikke darm. Bij
sommige patiënten is het grootste deel van de dikke darm al in een vroeg stadium aangetast.
-De oorzaak van colitis ulcerosa is niet bekend, maar erfelijkheid en een overmatige immuunrespons in de
darm kunnen factoren zijn die ertoe bijdragen.
De oysimptomen: opvlammingen, hevige diarree, aandrang tot defactie, lichte krampen, zichtbaar bloed en
slijm in de ontlasting -> tijdens of tussen de defecaties wordt dan echter slijm uitgescheiden met grote
aantallen rode en wite bloedcellen.
Compglcatieo㰳 bloedingen (bloedarmoede en ijzertekort), beschadiging van de darmwand,