Samenvatting International Marketing M4
Week 1
Er zijn verschillende (soorten) redenen om naar het buitenland te gaan:
Productieriedienien
- Goedkope arbeid
- Beschikbaarheid van arbeid
- Beschikbaarheid van kennis
- Overcapaciteit
Logistiekie riedienien
- Transportkosten
- Responsiviteit
- Beschikbaarheid van (goedkopere) grondstofen
- Overwinnen van importbelemmeringen
Winstgieviendhieid
- Schaalvoordelen
Gieografischie risicosrrieiding
Diefiensiievie/ofiensiievie ziet
Markietng kansien (bijv. Kortere PLC)
Klieinie binnienlandsie markt
Rierutatie, persoonlijke status, opportunisme
Je kunt de moteeen om uit te breiden opsplitsen in intern-extern en proactee-reagerend.
X Intiern Extiern
Proactief Bestuurlijke drang Buitenlandse marktkansen
Groei en winstdoelen Verandering van geografsche
(=vooraf)
Marketingvoordelen horizontale lijnen
Schaalvoordelen Internationale levenscyclus van
Uniek product/competenties producten
Buitenlandse vraag (als gevolg van Bezit van een eigendom-specifek
lagere productie zonder voordeel
verkoopprijzen) Locatievoordelen in het buitenland
Rieagieriend Risicodiversifcatie Ongevraagde bestellingen
Verleng de verkoop van Stagnerende of dalende
(=achtieraf
seizoensproducten thuismarkt
) Ernstige nationale concurrentie
Overcapaciteit aan middelen
Buitenlandse concurrentie op de
thuismarkt tegen strategische zet
,Waar gaat internationale marketing overr
1. Evolutie van intiernatonalie markietng
Meer van hetzelfde verkopen in het buitenland (internationalisering)
Act local, think global
Lokale productie, meer van hetzelfde product (McDonals biedt wereldwijd hetzelfde aan)
Globale ambities, lokaal in de vraag voorzien.
2. Globalisiering
De neiging tot wereldwijde uniformiteit bestaat (cultuur, economie )
Sociale wereldwijde integratie van economieën wordt veroorzaakt door de snelle toename
van handel en grensoverschrijdende investeringen en vermindering van
handelsbelemmeringen.
Wereldwijde inkoop: een groeiend deel van de wereldhandel heef betrekking op intra-frm-
handel, dat wil zeggen: bedrijven optimaliseren productiekosten door onderdelen te laten
construeren/assembleren waar dit het goedkoopst is. Dit maakt het moeilijk om de nationale
oorsprong van de producten te identifceren.
Global Sourcing = niet-locatiespecifeke bedrijfsactiviteiten worden gevestigd in landen waar
kosten en toegevoegde waarde het gunstigst zijn.
“Drivers” achter internationale handel
Telecommunicatie- logistieke capaciteiten gaan steeds verder
Handel schept banen het vergroot de koopkracht van de huishoudens, wat op zijn beurt
de import en daarmee de handel stimuleert:
- Importeren stimuleert lagere prijzen en biedt variatie
- Import van goedkopere componenten en grondstofen verlaagt de totale
productiekosten, waardoor de concurrentiepositie verbetert en dus de
levensvatbaarheid ook: meer schaalvoordelen
- Door de wereldwijde dekking te vergroten, is er een risicospreiding voor onstabiele
economieën.
Handel vergroot het efciënt gebruiken van productiemiddelen en stimuleert de ‘export’ van
(technische) kennis
- (Her)Geïmporteerde kennis verbetert het lokale opleidingsniveau, wat het
beschikbare personeel interessanter maakt voor buitenlandse bedrijven. Het geef
landen de mogelijkheid een concurrentievoordeel op te bouwen als gevolg van
lagere (productie)factorkosten.
Er zijn verschillende theorieën over internationale handel wat stimuleert landen om aan
internationale handel te doenr
1. Concept van absoluut voordeel/productiefactorentheorie
2. Concept van comparatief voordeel
3. Productlevenscyclus theorie van internationale handel
I. Absoluut voordieiel/rroductiefactorien thieoriie
Een land zal die producten exporteren waarvoor een groot aantal relatief overvloedige (goedkope)
hulpbronnen worden gebruikt en die producten importeren waarvoor relatief schaarse en dus dure
inputs nodig zijn. Aangezien er een ongelijke verdeling is van de wereldhulpbronnen tussen landen
en verschillende producten verschillende productiefactoren vereisen, is er een goede reden om te
handelen.
- Natuurlijke voordelen; klimaat, bodem, grondstofen (NL: veeteelt)
, - Factorkosten; arbeidskosten en specifeke vaardigheden (NL: scheepsbouw)
- Kapitaalmiddelen (New York, Londen, Frankfurt)
- Infrastructuur (NL: Roterdam, belangrijkste haven naar de EU in het binnenland)
- Voordelen van het productieproces (bijvoorbeeld omdat er al een erkende expertise is zoals
in India / Bangalore, is het handig voor IT-ontwikkelende bedrijven om daar een
vestigingsplaats te vestigen)
II. Comraratief voordieiel
Landen profteren van internationale handel, zelfs als een land geen absoluut voordeel heef ten
opzichte van andere landen en dus niet de goedkoopste producent is.
- Een land zal zich specialiseren in de productie en export van producten waarbij het nadeel
het minste ↔ relatief voordeel, is.
- Een ander land met veel absolute voordelen zal zich specialiseren in de productie en export
van die producten waarin zij het grootste voordeel hebben en dus die producten importeren
waarvan het voordeel lager is, waardoor hun middelen worden geoptimaliseerd.
- Met andere woorden; een land zal zich specialiseren in de productie en export van
producten waarin zij relatief goedkoper zijn.
III. Productlievienscyclus thieoriie
Deze theorie stelt dat veel goederen een evolutionaire / handelscyclus volgen. In eerste instantie
produceert een land zelf producten (op het moment dat het op kennis is gebaseerd), dan
evolueert het product en wordt het een standaardproduct, waarna het zoeken naar landen waar
de productiekosten van standaardproducten het laagst zijn begint.
- Het innovatieve land is aanvankelijk de expert en is dus een exporteur
- De kennis over het product wordt verspreid en het land verliest zijn concurrentievoordeel
aan zijn handelspartners
- Uiteindelijk kan het land enkele jaren later een importeur van het product worden
- Bijvoorbeeld: textiel, schoenen, radio's, tv's, halfgeleiders, auto's, basisschepen
Bij het opstellen van een onderzoek betrefende een internationale uitbreiding, is een goed gevoel
krijgen met de markt (zowel de klangsegmentatie als concurrentie) vereist. Zowel op korte als op
lange termijn. Belangrijke risico’s komen voort uit:
Zelf referentie criterium: business as usual zal voldoende zijn.
Opportunistisch zijn: eindigend met hogere kosten en lagere inkomsten per jaar dan
voorzien.
Onderschatng van de internationaliseringskosten: kosten voor het beheer van een
buitenlandse operatie in een ander land met een andere cultuur.
Een grote opgave voor marketeers is dus om bij alle onzekerheden zoveel mogelijk licht te
werpen en met een plan te komen dat grondig gemotiveerd is.
Starrien om tot ieien goiedie intiernatonalisieringsovierwieging tie komien
1. Interne, motiverende analyses
2. Identifceer potentieel interessante internationale landen / markten
- Gewogen landrisicobeoordelingsmodel (Country Risk Assessment Model = CRAM)
aangevuld met het criterium marktverdienpotentieel (op basis van subcriteria
verkoop of aantal klanten en marge, ergo winstpotentieel)
- Macro-analyses door middel van bijv. BERI, DESTEP, Porters 5-krachten
(concurrentiehoek), MACC (als een nutge instelling) en gezond verstand