Nieuwe tijd hoorcollege 14
Armoede en armenzorg in de Nieuwe tijd
Armoede en armenzorg in de late middeleeuwen (proloog)
De bijbel predikte voor naastenliefde, en deze christelijke armenzorg was gebaseerd
op het leven jezus. Armenzorg ging via gildes en kloosters. In de 14 e eeuw verandert
dit door onder andere de sterke verstedelijking, er werd meer gefocust op degene die
steun zocht (de armen) en of ze het eigenlijk wel echt nodig hadden, er kwam een
onderscheid tussen eerlijke en oneerlijke armen, de oneerlijke armen werden
gecriminaliseerd als ze niet werkten werden ze achterna gezeten en gestraft en
absoluut nooit geholpen ze werden gezien als een bedreiging voor de maatschappij.
De eerlijke armen waren de mensen die recht hebben op armenzorg dit waren bv.
weduwes, wezen, ouderen , zieken en gebrekkigen, ofwel mensen die altijd bij de
gemeenschap hadden gezeten maar door pech arm waren geworden, de eerlijke
armen kun je karaktiseren als vrouwelijk, stedelijk, heel oud of jong, voor deze groep
verandert er niet veel ze kregen de hele nieuwe tijd hulp. De oneerlijke armen voor
hen werd er geen armenhulp opgericht maar een rechterlijk apparaat, dit waren
bedelaars en vagebond en ze werden gezien als nutteloos voor de staat, ze werden
gestraft en niet geholpen, armoede wordt bij hun gezien als een keuze , zij kozen
hiervoor en moesten daarom gestraft worden. De eerste illustratie van deze armen
vinden we in een boek uit 1510 (Liber Vagatorium) dat heette het boek der
bedelaars. Er was angst voor de bedelaars en vagebonden, ze zouden mensen
afzetten, beroven en vermoorden, dit boek maakte het alleen maar erger door al dit
soort dingen op te sommen en het vergrootte de angst. Het voorwoord werd
geschreven door Luther en dit bewijst wel hoe belangrijk dit boek was in de nieuwe
tijd. Er kwamen op een gegeven moment ook armenwetten zoals bv. de
Elizabathean Poor Law uit 1601, hierin stond dat elke parochie verantwoordelijk zou
zijn voor haar armen, als de arme verhuisde mocht die worden teruggestuurd naar
zijn parochie, iemand in de parochie zorgde dan voor de armen, armenzorg was
eigenlijk vrijwel lokaal deze wet is een grote uitzondering.
Herorganisatie armenzorg in de 16e eeuw
Tussen 1525 en 1550 zien we in meer dan 60 steden in Europa een omslag in de
omgaan met armenzorg deze verandering was te wijten aan de bevolkingsgroei en
de oorlogen die zorgde voor steeds meer vreemd volk in de steden (vluchtelingen).
Er kwam een toenemende druk op de ongeorganiseerde armenzorg, de zorg van
kerkelijke naar lokale autoriteiten, van liefdadigheid van de kerk gaat het naar
centralisatie, registratie armen en oprichting van aalmoezeniershuizen , weeshuizen
enzovoort, de kerk was niet langer degene die de armenzorg deed maar de staat/het
stadsbestuur nam het nu over. Armen werden nu geregistreerd, en er werd voor hen
een plaats voor hen gezocht , uiteraard hebben we het hier alleen over de eerlijke
armen, de armen werden gecatorigiseerd in wat ze mankeerden, wat ze nog konden
doen enz. Armen moesten zich ook inschrijven om aalmoezen te krijgen en
onderdak, dit scheidde de eerlijke van de oneerlijke armen. Er ontstonden
weeshuizen in de stad, je had een burgerweeshuis voor de rijke kinderen zonder
ouders deze werden geschoold en goed verzorgd, het normale weeshuis was wel