GGZ2026 (NL/EN) Sexuality vvanbeek
TAAK 3 – ZIEKTE, HANDICAP EN SEKSUALITEIT
ZIEKTE, HANDICAP EN MEDISCHE INTERVENTIES
Source: Gijs et al. (2009)
Seksueel contact kan in geval van ziekte of handicap werken als troost, als een bevestiging er
ondanks alles nog bij te horen en nog beminnenswaardig te zijn. Seks helpt soms ook tegen
pijn, het is een fysiek ontspanningsmiddel en het kan een manier zijn om verwarrende
emoties te verwerken. Ziekte of handicap en medische interventies kunnen ook leiden tot een
ernstige verstoring van het seksuele functioneren, vooral als de geslachtsorganen worden
aangetast. Bij 60-70% van de patiënten blijkt de zin in vrijen en seksuele tevredenheid weer
terug te keren na één tot twee jaar.
Voor de meeste mensen is seksualiteit vooral een gezelschapsspel (sociaal gedrag met een
andere persoon). Voor anderen is het vooral een solobezigheid. Er is in ieder geval nodig dat
je op verschillende niveaus goed functioneert (fysiologisch, intrapsychisch, interpsychisch).
❖ Fysiologische factoren; algemene lichamelijke vermoeidheid, bewegingsbeperkingen,
bijwerkingen van medicatie, hormonale veranderingen, veranderingen in lichamelijke
sensaties, pijn door seks, anatomische veranderingen.
❖ Psychologische factoren; verstoring van het kunnen voldoen aan ‘normaal zijn’,
veranderde zingeving, preoccupatie met ziekte, controleverlies, seks als uitlokker van
andere emoties, verstoord lichaamsbeeld, geringe draagkracht.
❖ Partnerrelatie-gebonden factoren; algemene verstoring partnerrelatie, gebrek aan
intimiteit, communicatieprobleem, problemen met machtsregulatie.
❖ Sociale factoren; sociale isolatie, situationele belemmeringen, sociale tegenwerking
door derden.
Grofweg kan men stellen dat de teruggang in capaciteiten voor opwinding, orgasme of coïtus
vooral afhankelijk is van de fysiologische schade. Daarentegen zijn de zin om te vrijen en de
(on)tevredenheid over het seksuele leven vooral afhankelijk van psychologische en
relatiefactoren.
, GGZ2026 (NL/EN) Sexuality vvanbeek
Voor de situatie bij ziekte is een heel scala aan mogelijkheden ontwikkeld om seksuele
problemen op te lossen. Grofweg zijn er drie vormen van hulpverlening te onderscheiden,
namelijk psychologische hulp, medische hulp en zelfhulp.
Psychologische hulp
Psychologische-seksuologische hulp in eden medische setting is om pragmatische redenen
(tijd en effectiviteit) vaak gebaseerd op gedragstherapeutische principes. Een bekend
voorbeeld is het oefenprogramma van Masters en Johnson. Naast verhelderen en positief
benoemen van de klacht doet men daarbij oefeningen rond lichamelijke, niet-seksuele
gevoelens. Vervolgens doet men hetzelfde met seksuele gevoelens.
Medische hulp
Hulpverlening door een medicus betekent niet dat problemen niet worden besproken of dat
voor een technische oplossing moet worden gekozen. Bij het behandelen van een seksuele
disfunctie door een ziekte kunnen we ons verschillende ‘oorzaken’ of factoren voorstellen,
met daarbij vier niveaus van aanpak.
❖ Niveau 1; de echte oorzaak waardoor de disfunctie ontstaat.
❖ Niveau 2; remmende factoren (o.a. faalangst, negatieve anticipatie, pijn, moeheid).
❖ Niveau 3; tekort aan stimulerende factoren (geen initiatief, weinig stimuli).
❖ Niveau 4; geen restfunctie meer.
Niveau 2 en 3 zijn vaak klachtenonderhoudende factoren. Behandeling op niveau 1 is he
stoppen van de oorzaak. Op niveau 2 worden de klachtenonderhoudende factoren aangepakt.
Op niveau 3 wordt aandacht gegeven aan het vermeerderen van stimuli. Op niveau 4 gaat het
om symptomatische behandeling (erectieprothese, vacuümpomp).
Zelfhulp
Zelfhulp (self-management) is een zeer belangrijke vorm van hulp bij chronisch zieken. Het
voorkomt afhankelijkheid van hulpverleners en draagt bij aan een positieve zelfwaardering.
Basisingrediënten voor zelfhulp zijn informatie, een optimale instelling, sociale vaardigheden
en oefening.
❖ Informatie over medische-technische aspecten van de aandoening is belangrijk.
❖ Instelling is het geheel van iemand ideeën en verwachtingen met betrekking tot een
bepaald onderwerp. Om goed te kunnen omgaan met eventuele veranderingen op
seksueel gebied, is het van belang in ieder geval te weten hoe men zelf over
seksualiteit denkt
❖ Hulp die lotgenoten bieden is onmisbaar; sociale contacten zijn belangrijk.