Geschiedfilosofie hoorcollege 6
Hermeneutiek
Opvattingen over kennis en begrip door interpretatie
Er zijn meerdere ideeën over waarheidsclaims, meerdere theorieën die elkaar
opvolgen. In de geestes wetenschappen is dit niet altijd duidelijk, we zoeken altijd
namelijk niet altijd naar de waarheid maar we willen zaken begrijpen. Bepaalde
interpretaties kunnen naast elkaar staan, het idee dat er aan verklaringen bij
geesteswetenschappen wat anders gebeurt dan bij de natuurwetenschappen is al in
de 19e eeuw ontwikkelt. Er is concurrentie tussen waarheidsclaims binnen de
natuurwetenschappen deze concurrentie zorgt voor de wetenschappelijke
vooruitgang. Binnen de geesteswetenschappen wer kt interpretatie anders er is geen
concurrentie maar proliferatie van interpretaties. Hermeneutiek komt van het Griekse
woord voor uitleggen/verklaren. Er zijn binnen de hermeneutiek twee stromingen, de
analytische verklarende hermeneutiek en de interpretieve hermeneutiek. Het verschil
is interpreteren van handelen <> interpreteren van teksten.
De verklarende hermeneutiek
William Dilthey schreef een filosofisch werk over dat geesteswetenschappen een
eigen plek en methode hebben binnen het universitaire landschap, die natur erklären
wir, aber das zielenleven verstehen wir. Hoe ervaren we de historische werkelijkheid
en wat betekent die voor de aard van onze kennis van deze werkelijkheid. Iedere
ervaring die we opdoen komt in een systeem van verklaringen, de wisselwerking
tussen oude en nieuwe verklaringen maken de persoonlijkheid en werken dus door
op het handelen en uitdrukking van die persoon, die ausdruck. Wat historici doen is
proberen deze ausdruck te begrijpen als uitingsvorm van personen als historische
actoren, ofwel je wil begrijpen je wil het handelen en uitdrukken van de historische
personen achterhalen om historische gebeurtenissen te begrijpen/verklaren. Historici
hebben geen directe toegang tot de bewustzijns psychologie van historische actoren
maar wel tot de interne gedachte wereld van historische actoren, aldus Dilthey. Dit
moet niet overschat worden, zo kun je geen empathisch vermogen inschatten of iets
dergelijks maar wel enigszins in de gedachtewereld duiken. Volgens Dilthey als
verschillende historici in deze gedachtewereld komen moeten ze allemaal ongeveer
hetzelfde hierover schrijven dit is een check en maakt het wetenschappelijk, want je
kunt het controleren. Het moet zelfs mogelijk zijn de historische actoren beter te
begrijpen dan ze zichzelf begrepen, je begrijpt ook wat hij aan onbewuste dingen
doet wat iemand die dat onbewust doet natuurlijk zelf niet snapt. Voor hermeneutici
is die verstehungskunst een proces dat pas op gang komt door voortdurend
geconfronteerd te worden met de ervaringswereld van de historische actor.
Het hermeneutisch verklaringsmodel van Collingwood
Collingwood stelde dat mensen de ervaringskennis van het verleden konden gaan
verkrijgen door een soort herleving van wat er gedacht werd dit doe je door goed je
bronnen te lezen, je verplaats je in de gedachten van de historische actor. In feite
onderzoekt de historicus de bronnen, en herhaalt de processen van de historische
actor zoals bv. de motivaties van Cesare om Romagna binnen te vallen. Dit levert
, dan controleerbare historische kennis op, ook van niet waarneembare overwegingen
en gedachten deze kun je wel terugroepen volgens Collingwood. Geen wetmatige
kennis maar wel betrouwbare kennis. Je houd je bezig met het denken van
historische actor en krijgt een steeds beter inzicht tot de motivaties van de
historische actors, door het herdenken van hun denkproces. Er zit wel een probleem
aan , in de eerste plaats dacht Collingwood dat historici alleen maar toegang hadden
tot het bewuste denken van de historische actor, Collingwood zegt nee we zijn
rationeel denkende historici en hebben alleen toegang tot de rationale besluitvorming
van historische actoren, hij geloofde niet in inleven in gemoedstoestanden en dit
beperkt gelijk heel erg in hoeverre je je in kunt leven in de historische actoren want
die denken niet alleen rationeel. Je krijgt dus enkel inzicht in bewust denken en
besluitvorming. Collingwood had vertrouwen in zekere rationaliteit van historische
actoren en het historisch proces, tegelijkertijd niet overtuigd van stabiele menselijke
geest. Je kon dus zaken als holocaust en heksenverbranding niet onderzoeken met
deze methode want dit is gene rationeel handelen, de wereld is vol met irrationeel
handelen en deze methode zorgt ervoor dat je daar helemaal niet naar kunt kijken,
rationaliteit is een veel gevallen ver te zoeken, Collingwood heeft op al deze zaken
geen antwoord en dit is een enorme beperking op zijn systeem. Ook heeft
Collingwood het idee dat mensen vroeger op dezelfde manier denken als nu, je
denkt vanuit het hier, je maakt als het ware elke historische actor tot een kopie van je
eigen ik (in rationeel denken). Collingwood gedachtes lijken enigszins op het
intentionele verklaringsmodel van Dray, het idee je hebt een intentie van actoren en
dan is er een gevolg een soort van pseudo-clm model. Het verschil is dat voor Dray
geen echte re-enactment moet zijn, maar slechts aannemelijk maken dat handelen is
verklaard, dus een reeks voor goede redenen geven waarom een historische actor
zo gehandeld heeft, dit accepteert impulsiviteit als historische actoren. Het probleem
blijft de onbedoelde gevolgen van intentioneel handelen, dit is een probleem bij
zowel Collingwood als Dray. We proberen allerlei handelingen te verklaren maar de
onbedoelde gevolgen wordt hierin niet meegenomen, de verklaringsmethodiek van
Collingwood en Dray geven hier geen antwoord op. Dit zijn de 3 standaard versies
van de analytische/verklarende hermeneutiek van Dilthey, Collingwood en de veel
minder ambitieuze versie van Dray, dit zijn de 3 hoofdtheorieën binnen de
analytische hermeneutiek. Veel mensen binnen deze stroming hebben de nadruk
gelegd op de taal, de taligheid van de historische werkelijkheid, maar taal is geen
transparant medium, taal is een onderdeel van de geleefde werkelijkheid, taal is
namelijk dubbelzinnig. De betekenis van woorden en uitdrukkingen zijn voortdurend
aan verandering onderhevig, ofwel taal is geen constante factor. Boeken, literatuur
en kunst verouderd daarom+ ook, wat e ene generatie geweldig vind , bind de
nieuwe generatie niet, de wereld verandert en de taal ook. Historici moeten de hele
tijd bewust zijn van het veranderen van de taal, elke tijd heeft een eigen taalgebruik
en historici moeten zich hier bewust van zijn, dit ligt aan de basis van het denken van
de interpretatieve kant van de hermeneutiek.
De oorsprong van de interpretatieve hermeneutiek
Dit is een hele oude traditie uit de klassieke oudheid en later dor kerkvaders en
middeleeuwse theologen, complexe teksten worden met een klassieke