Hoofdstuk 1 Een inleiding in de ontwikkeling van het kind
(Onderaan vind je een begrippenlijst van hoofdstuk 1)
H1.1 Een oriëntatie op de ontwikkelingspsychologie
Ontwikkelingspsychologie = de wetenschappelijke studie naar groei, verandering en stabiliteit
bij mensen vanaf de conceptie tot aan het ouderdom.
Onderzoek naar de ontwikkeling van kinderen in 4 thema’s:
- fysieke ontwikkeling
- cognitieve ontwikkeling
- sociaal-emotionele ontwikkeling
- persoonlijkheidsontwikkeling
Fysieke ontwikkeling = ontwikkeling van het lichaam. Bijv. de hersenen, spieren,
zenuwstelsel, zintuigen en de behoefte aan slaap, eten, drinken.
Cognitieve ontwikkeling = ontwikkeling van intellectuele vermogens. Bijv. denken, leren,
geheugen, probleemoplossing.
Sociaal-emotionele ontwikkeling = ontwikkeling van sociale relaties, interacties met anderen
en emoties.
Persoonlijkheidsontwikkeling = ontwikkeling van karakter en gedragingen.
Leeftijdsgroepen:
- prenatale periode: van conceptie tot geboorte
- babytijd: van geboorte tot 2 jaar
- peuter- en kleutertijd: van 2 tot 6 jaar
- schooltijd: van 6 tot 12 jaar
- adolescentie: van 12 tot 20 jaar
Ontwikkelen in een sociale wereld
Ieder mens behoort tot een specifiek cohort: een groep mensen die rond dezelfde tijd op
dezelfde plek zijn geboren. Belangrijke sociaal-historische gebeurtenissen (oorlogen,
economische groei of crisis, hongersnood, epidemieën) hebben een gemeenschappelijke
invloed op de leden van een cohort.
Normatieve gebeurtenis = gebeurtenissen die voor de meeste individuen binnen een groep op
dezelfde manier naleven. Normatieve gebeurtenissen kunnen historisch, leeftijdsgebonden of
sociaal-cultureel bepaald zijn.
Een historische gebeurtenis is bijv. de kinderen in de wijk Roombeek, die werden
geconfronteerd met biologische effecten als gevolg van de vuurwerkramp op 13 mei 2000. hun
ontwikkeling is beïnvloed door deze historische gebeurtenis.
Een leeftijdsgebonden gebeurtenis is bijv. het bereiken van de puberteit.
, Een sociaal-culturele gebeurtenis is een etnische afkomst, sociale klasse etc. Bijv.
immigratiekinderen die Nederlands als tweede taal spreken.
Niet-normatieve gebeurtenissen = specifieke gebeurtenissen die plaatsvinden in het leven
van een bepaald persoon, terwijl de meeste mensen hier niet te maken mee hebben. Bijv. een
6-jarig kind dat zijn ouders kwijt raakt in een auto-ongeluk.
H1.2 Kinderen: verleden, heden en toekomst
Kinderen kregen pas in 1600 een eigen status en werden zij voor die tijd gezien als
miniatuurvolwassenen. Ze droegen dezelfde kleding als volwassenen en kregen geen speciale
behandeling. Hieruit blijkt dat de kindertijd vroeger iets heel anders betekende dan
tegenwoordig. Eind 1700 werden kinderen methodisch bestudeerd. De ouders volgden de groei
van een kind door fysieke en taalkundige ontwikkelingen vast te leggen. Pas met Charles
Darwin, die in 1859 de evolutietheorie publiceerde, kreeg de observatie van kinderen een
systematisch karakter.
Door de industrialisatie eind 18e, begin 19e eeuw, werd het arbeidsproces hervormd. Dit
veranderde de kijk op kinderen als goedkope arbeidskrachten. De leerkrachten gingen kijken
naar betere manieren om kinderen iets bij te brengen. Door nieuwe psychologische inzichten
raakten mensen zich bewust van de invloed die hun kindertijd had op hun volwassen leven.
Dankzij deze sociale veranderingen werd de ontwikkelingspsychologie als apart vakgebied
erkend.
De 20ste eeuw: ontwikkelingspsychologie als discipline
Binnen de ontwikkelingspsychologie zijn verschillende denkers invloedrijk geweest.
Alfred Binet (Franse psycholoog) verrichtte pionierswerk op het gebied van de intelligentie van
kinderen en deed onderzoek naar het geheugen en hoofdrekenen.
Granville Stanley Hall was de eerste die het denken en het gedrag van kinderen onderzocht
met behulp van vragenlijsten. Hij schreef het eerste boek waarin de adolescentie als aparte
ontwikkelingsperiode werd gezien.
De wetenschappers die de basis van de ontwikkelingspsychologie legden, hadden een
gemeenschappelijk doel: ze wilden de aard van groei, verandering en stabiliteit tijdens de
kindertijd en adolescentie op een wetenschappelijke manier bestuderen.
Continue verandering versus discontinue verandering
Een kwestie binnen de ontwikkelingspsychologie is de vraag of ontwikkeling zich op een
continue of een discontinue manier voltrekt.
Continue verandering = de ontwikkeling die geleidelijk voortvloeit. De prestaties vloeien voort
op een bepaald niveau uit de prestaties op vorige niveaus. Continue verandering is kwantitatief
(hoeveelheid). Bijv. veranderingen in lengte zijn continue: kinderen worden steeds een beetje
langer.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ahsenakt. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,25. Je zit daarna nergens aan vast.