Dieetleer
Thema 1, week 1: Sporters deel 1
Leerdoelen:
De DIO kent de dieetbehandelingsrichtlijn Wedstrijdsport (nr. 36) en kan deze toepassen in de rol van
voorlichter.
De DIO weet welke begeleiders rondom sporters welke taken hebben. (sportarts, coach, trainer,
fysiotherapeut, sportpsycholoog e.d.).
De DIO kan sportspecifieke voedingsvragen over gebruik van supplementen beantwoorden met
betrekking tot prestatieverbetering.
Literatuur:
- Dieetbehandelingsrichtlijn ‘Wedstrijdsport’ (nr. 36) Wardenaar, F. et al. (2014)
http://www.artsenwijzer.info/site/media/wedstrijdsport.pdf
Taakverdeling zorgsectoren algemeen
De diëtist is verantwoordelijk voor de voedingsbehandeling. Hij/zij stelt de diagnose, stelt in overleg
met de patiënt het behandelplan op, formuleert met de patiënt de behandeldoelen (SMART), evalueert
de behandeling en stemt de voedingszorg af met de andere behandelaars.
De fysiotherapeut is verantwoordelijk voor het beweegdeel van de behandeling. Hij/zij neemt de
voedingstoestand mee in de diagnostiek en de diëtist en de fysiotherapeut stemmen hun behandeling
af.
De arts signaleert problemen en integreert de voedingsbehandeling (doelstelling en uitvoering) in de
totale medische behandeling.
De verpleegkundige is de coördinator van de zorg. Hij/zij signaleert de problemen en onderneemt
hierop actie. Daarnaast bieden zij ondersteuning bij het uitvoeren van het voedingsbehandelplan,
vooral als sondevoeding is voorgeschreven.
De verzorgende heeft een signalerende functie en kan de patiënt motiveren en helpen om goed te
eten en te bewegen. De voedingsassistent heeft een signalerende functie en stimuleert en helpt de
patiënt om voldoende te eten.
De logopedist biedt preventie, zorg, training en advies met betrekking tot mondfuncties slikken en
kauwen.
De andere (para)medische disciplines (ergotherapeut, mondhygiënist, tandarts en anderen) hebben
een signalerende functie en geven verdenking van problemen door aan de hoofdbehandelaar of de
diëtist.
Dieetbehandelingsrichtlijn 36: Wedstrijdsporters
Definitie wedstrijdsporters: een atleet die minimaal 3 keer per week traint gedurende 1-2 uur of meer,
en die probeert door middel van een constructieve trainingsopbouw zijn prestatie te verbeteren en zo
mogelijk zijn maximale prestatiegrens te bereiken.
Naast het feit dat een atleet moet voldoen aan de definitie van wedstrijdsporter dient er als indicatie
voor dieetbehandeling bij een atleet sprake te zijn van minimaal een van de volgende punten:
- Er is behoefte aan informatie met betrekking tot het optimaliseren van voeding en preventie
ten aanzien van mogelijke klachten
- Er bestaat een vermoeden van een inadequate inname van voeding of vocht
- Er bestaat een vermoeden van onjuist gebruik van voeding, vocht, voedingssupplementen
en/of sportvoedingsproducten
- Er is minimaal een van de klachten aanwezig, die hieronder worden omschreven (zie
klachten)
Klachten
Er zijn klachten/stoornissen die kunnen leiden tot ongemak, en een afnam van het prestatievermogen
bij atleten. Wat deze klachten/stoornissen bijzonder maakt is dat ze (typerend) gerelateerd zijn aan
inspanning en bovendien een direct of indirect verband hebben met de voeding of het voedingsgedrag
van de atleet.
Inspanningsgeïnduceerde maagdarmstoornissen
Er bestaan vele inspanningsgeïnduceerde maagdarmstoornissen met als gevolg een afname van het
prestatievermogen. Met name langdurige fysieke inspanning is een risicofactor voor het ontstaan van
maagdarmstoornissen. Inspanningsgeïnduceerde maagdarmstoornissen kunnen worden
,onderscheiden in stoornissen van het bovenste en het onderste deel van het maagdarmstelsel. Deze
kunnen gepaard gaan met de volgende klachten of combinaties hiervan:
- Misselijkheid
- Braken
- Reflux
- Opgeblazen gevoel
- Oprispringen (zuur gevoel dat uit de maag via de slokdarm omhoog komt)
- Onregelmatige defecatiefrequentie, wisselende consistentie van de feces en onvolledige
evacuatie van de feces bij defecatie, diarree, obstipatie
- Buikkrampen of maagkrampen
- Flatulentie (gasophoping in de darmen/winderigheid)
- Gastro-intestinaal bloedverlies
- Verhoogde aandrang tot ontlasten defecatie of fecale incontinentie
- Steken in de zij
- Klotsend gevoel in maag of darmen
Glycogeendepletie/ hypoglycemie
= te weinig glucose in het bloed
Koolhydraten zijn de prestatiebepalende brandstof voor inspanning vanaf matige intensiteit. Hoe
hoger de intensiteit van de inspanning, des te meer glycogeen er wordt verbruikt. Depletie van het
spierglycogeen zal het prestatievermogen verminderen, waardoor de oorspronkelijke
inspanningsintensiteit niet meer gehandhaafd kan worden. Duurinspanningen, zeker na een periode
van vasten of een koolhydraatbeperkt dieet, kunnen leiden tot hypoglycemie. Dit kan een directe
oorzaak zijn van uitputting. Verschijnselen van een glycogeendepletie zijn:
- Hoofdpijn
- Vermoeidheid/uitputting
- Misselijkheid
- Slechte adem door verhoogde ketonengehalte in het bloed
- Gevoel van onbehagen, moeheid, angst, verwardheid, geïrriteerdheid, tremor, duizeligheid,
ataxie (verstoorde bewegingscoördinatie) , agressiviteit, derealisatie (onwerkelijkheidsgevoel,
waarbij de omgeving als vreemd wordt ervaren), amnesie door tekort aan glucose in
hersenweefsel (neuroglycopenie)
Dehydratie
Water- en elektrolytenverlies als gevolg van zweetverlies kan leiden tot kritische volumedepletie en
verstoringen in de elektrolytenbalans (met name natrium). Deze verliezen treden op wanneer
onvoldoende vocht wordt aangevuld tijdens inspanning. Dehydratie gaat gepaard met een afname van
het bloedplasmavolume, afname van bloedtoevoer naar huid en spieren, afname van de
zweetproductie, verminderde afvoer van warmte, verhoogde kerntemperatuur en verhoogde
glycogeenafbraak. Naast de negatieve effecten op het prestatievermogen kunnen tevens
onderstaande klachten optreden:
- Vermoeidheid/snellere uitputting
- Beïnvloeden van de inspanning/prestatie
- Flauwte/flauwvallen
- Vertraagde maaglediging of andere maagdarmproblemen
- Spierkramp
- Hyperthermie (verhoogde lichaamstemperatuur), waardoor verwardheid, hoofdpijn,
misselijkheid, braken, tijdelijke blindheid
- Bewustzijnsverlies
Hyponatriëmie
Een serieus, maar niet veelvoorkomend probleem is het ontwikkelen van hyponatriëmie. Symptomen
waar hyponatriëmie aan herkend kan worden, zijn:
- Misselijkheid
- Braken
- Duizeligheid
- Spierkrampen
- Tintelingen of zwellingen
- Hoofdpijn
- Desoriëntatie
, - Fysiologische uitputting
Dit veelal asymptomatische probleem kan misselijkheid, bewusteloosheid en zelfs de dood tot gevolg
hebben. Hyponatriëmie kan ontstaan zonder dat de atleten symptomen vertonen. Het kan ontstaan bij
een normale vochtbalans en zelfs bij dehydratie, maar is over het algemeen geassocieerd met een te
grote inname van (hypotoon) vocht. Hyponatriëmie komt sporadisch voor bij langeafstandtraitleten.
Het komt vooral voor bij ongetrainde die deelnemen aan duursporten, waarbij de inname van
hypotone dranken zeer hoog is. Hierdoor ontstaat hemodilutie die verergerd wordt door het verlies
van elektrolyten met zweet. Hemodilutie is verdunning van bloed, waardoor rode bloedcellen kunnen
opzwellen en barsten. De verdunning van lichaamsvocht die hierdoor ontstaat, wordt verergerd door
het verlies van grote hoeveelheden natrium met het zweet.
Energiedisbalans
De gevolgen van energiedisbalans kunnen leiden tot afname in prestatie. Energiedisbalans kan
eveneens gepaard gaan met de volgende klachten:
- Vermoeidheid/uitputting
- Licht in het hoofd voelen
- Concentratieverlies
- Hypotensie (verlaagde bloeddruk)
- Verwardheid/stemmingsstoornissen/depressie
- Ijzergebreksanemie
- Verlaagd rustmetabolisme en/of verminderd cardiovasculair functioneren
- Afname vetvrije massa
- Eetstoornissen
- Verminderd afweersysteem/verhoogde kans op infectie/frequente blessures
- Endocriene veranderingen
- Afname botdichtheid
Lage energiebeschikbaarheid
Energiebeschikbaarheid wordt gedefinieerd als de energie-inname via voeding minus het
energiegebruik door bewegingsactiviteiten, waarbij de hoeveelheid energie uit voeding overblijf voor
andere lichaamsfuncties. In formulevorm ziet dit er als volgt uit: EA= EI – EEE.
EA= energy availability; EI= energy intake; EEE= excercise energy expenditure.
Deze formule verschilt van de formule van de energiebalans waarbij het totale energiegebruik wordt
meegerekend. Indien de energiebeschikbaarheid te laag is, vermindert een aantal fysiologische
mechanismen. De hoeveelheid energie die wordt gebruikt voor cellulair onderhoud, thermoregulatie,
groei en reproductie neemt af. Hierdoor probeert het lichaam de energiebalans te herstellen, maar
schaadt het wel de gezondheid op lange termijn. Een lage energiebeschikbaarheid kan op termijn
leiden tot de volgende stoornissen:
- Amenorroe (uitblijven van menstrautie), vanwege het tekort aan oestrogeen
- Daling botmineralisatie en het risico op stressfracturen
- Ontwikkeling van de Female Athlete Triad
- Onderdrukking van het immuunsysteem
Ijzergebreksanemie en anemie
Het is bekend dat anemie, zelfs milde anemie, het prestatievermogen vermindert. Vaak is er sprake
van ijzergebreksanemie, in de overige gevallen is er sprake van anemie als gevolg van vitamine B 12
en/of foliumzuurdeficiëntie. Mogelijke symptomen van ijzergebreksanemie zijn:
- Vermoeidheid/zwakheid
- Kortademigheid
- Verminderde aerobe capaciteit
- Bleek gezicht
- Licht verhoogde hartfrequentie
- Lusteloosheid
- Veranderingen in humeur
- Verminderde eetlust
Deze symptomen zijn vaak aspecifiek en kunnen verward worden met overtraining, koorts of infectie.
Veel atleten met een laag ferritinegehalte hebben geen klachten. Ijzerdeficiëntie wordt dan ook vaak
overschat. Atleten hebben een verhoogd basis bloedplasmavolume ten gevolge van fysiologische
aanpassingen aan zware training. Hierbij kan de absolute hoeveelheid hemoglobine gelijk blijven,
,terwijl de concentratie hemoglobine afneemt. Dit wordt pseudo-anemie genoemd en heeft niets met
ijzerdeficiëntie te maken.
Niet adequaat eetgedrag
Niet adequaat eetgedrag kan leiden tot een groot scala aan klachten/stoornissen:
- Verstoorde vocht en/of elektrolytenbalans
- Afname vetvrije massa
- Chronische vermoeidheid
- Anemie
- Frequente maagdarmstoornissen
- Intolerantie voor kou
- Tanderosie
- Frequentie blessures aan bewegingssysteem
- Vertraagde of langdurige wondgenezing en herstel
- Frequentie en langdurige ziekte
- Droge huid en haar/broze nagels/haarverlies/lanugo (donshaar op gezicht en lichaam)
- Menstruatiestoornissen
- Osteoporose
- Stemmingsstoornissen/depressie
- Angst voor gewichtstoename
Anorexia Athletica
De subklinische eetstoornis Anorexia Athletica wordt gekenmerkt door een verminderde energie-
inname en verlaagd lichaamsgewicht, in combinatie met dwangmatig sporten. De criteria voor AA zijn
perfectionisme, gedrevenheid, competitie, hoge motivatie, verstoorde menstruatie (alleen bij vrouwen)
en het gebruik van minstens één methode van gewichtscontrole, zoals vasten, wegen, gebruik van
laxeermiddelen of diuretica. Typische kenmerken van AA zijn:
- Vermindering van het lichaamsgewicht en/of vetmassa ten behoeve van het
prestatievermogen
- Het verlies van lichaamsgewicht tot een magere lichaamsbouw
- Na beëindiging van de sportcarrière zal AA niet langer meer detecteerbaar zijn
Menstruatiestoornissen
Te lage energie-inname resulteert in een energiedeficiëntie. Een langere periode van
energiedeficiëntie vertaalt zich naar metabole en reproductieve onderdrukking. De verschijnselen van
subklinische en klinische menstruatiestoornissen kenmerken zich als volgt:
- Luteale-fase onderdrukking: verminderde progesteronproductie
- Anovulatie: sterk verkorte of juist verlengde cyclussen
- Functionele amenorroe: amenorroe ten gevolge van een stoornis in het hormonale
regulatiemechanisme van de cyclus
- Oligomenorroe: wanneer de periode tussen de menstruatie langer dan 35 dagen is
Menstruatiestoornissen geven een verhoogd risico op een verlaagde botdichtheid, stressfracturen en
osteoporose. Andere consequenties van hypo-oestrogenisme bij atleten met menstruatiestoornissen
bestaan uit verminderde endotheel-afhankelijke, slagaderlijke vasodilatatie die de doorstroming van
werkende spieren vermindert en het risico op cardiovasculaire aandoening verhoogd. Tevens wordt
het duurvermogen verminderd.
Vitamine- of mineralendeficiëntie
Wanneer de inname minder dan de ADH is, is de kans op een vitamine- of mineralendeficiëntie groter.
Hoe verder de inname beneden de ADH ligt, des te groter het risico.
Toxiciteit door vitamine- of mineralensuppletie
Ondanks het gebrek aan bewijs dat hoge inname van vitamines een positief effect heeft op prestaties
en ondanks het feit dat de kans op deficiënties klein is met een volwaardige voeding op basis van de
aanbevolen hoeveelheid door de Gezondheidsraad, gebruiken veel atleten voedingssupplementen.
Sommige gebruiken zelfs megadoseringen. Het is mogelijk dat dergelijke excessieve hoeveelheden
schadelijk kunnen zijn voor de gezondheid. Risico’s die kunnen optreden als gevolg van een te hoge
inname van vitamines en mineralen zijn:
- Wateroplosbare vitamines: megadosering van vitamine B6 kan leiden tot sensorische
neuropathie. Inname van ten minste 100 mg B3 (5x ADH) kan leiden tot vasodilatatie en
blozen. Megadosering van vitamine C (>1 g/dag) kan leiden tot vorming van oxalaatstenen,
, verhoogde uitscheiding van urinezuur, diarree, vitamine B12-destructie en ijzerstapeling. Met
uitzondering van diarree is het zeer onwaarschijnlijk dat deze effecten optreden bij gezonde
personen bij een megadosering van vitamine C.
- Vetoplosbare vitamines: een chronische toxisch inname van retinol veroorzaakt gewrichts-
en/of botpijn, haaruitval, anorexie en leverschade. Vanwege een verhoogd risico op spontane
abortus en geboorteafwijkingen mag de veilige dosering altijd slechts 4 of 5 keer de ADH zijn.
Bètacaroteen, een wateroplosbare vorm van retinol, is niet toxisch. Deze provitamine ligt
opgeslagen onder de huid en zal omgezet worden in retinol wanneer dit nodig is. Een vitamine
D-inname van ten minste 250 µg/dag kan leiden tot hypercalciëmie, hypercalciurie (verhoogd
calciumgehalte van de urine), verkalking en constipatie. In sommige gevallen kan een te hoge
vitamine D-inname leiden tot irreversibele nierinsufficiëntie en cardiovasculaire schade. Hierbij
kan een hoge calciuminname de toxiciteit van vitamine D vergroten.
- Mineralen: het lichaam heeft een sterk homeostatische controle over mineralen en
spoorelementen in het lichaam en toxiciteit is zeldzaam. Echter wanneer toxiciteit optreedt,
kan dit extreme gevolgen hebben en kan het zelfs fataal zijn. Een teveel aan zink (>4 g) kan
leiden tot symptomen zoals braken en diarree. Extreem hoge inname van koper kan leiden tot
levercirrose/-necrose en te veel aan selenium veroorzaakt verandering in huid en haar en kan
zorgen voor neurologische afwijkingen. Te hoge inname van mineralen kan eveneens de
absorptie van voedingsstoffen in het darmslijmvlies verstoren. Zo kan chronische zinkinname
van 50 mg/d de biologische beschikbaarheid van ijzer en koper verlagen en kan hoge inname
van ijzer en koper de zinkabsorptie beïnvloeden.
Female Athlete Triad
De Female Athlete Triad verwijst naar de onderlinge relaties tussen een lage energiebeschikbaarheid,
menstruele cyclus en botdichtheid, die mogelijk kunnen leiden tot het ontwikkelen van verstoord
eetgedrag, amenorroe en osteoporose. De symptomen en klachten van de Female Athlete Triad
komen grotendeels overeen met die van niet adequaat eetgedrag en kunnen als volgt zijn:
- Vermoeidheid
- Anemie
- Depressies
- Stressfracturen
- Verminderd concentratievermogen
- Kou-intolerantie
- Hypothermie
- Koude en verkleurde handen en voeten
- Vergrote speekselklieren
- Keelpijn
- Eeltige knokkels ten gevolge van het braken
- Tanderosie als gevolg van het frequent braken
- Buikpijn en opgeblazen gevoel
- Constipatie
- Droge huid
- Extreem oedeem aan het gelaat
- Licht in het hoofd
- Bradycardie (vertraagde hartslag)
- Orthostatische hypotensie
- Pijn op de borst
- Lanugo
Risicoprofielen
Factoren die inspanningsgeïnduceerde maagdarmstoornissen kunnen veroorzaken
Er zijn sterke aanwijzingen voor het verband tussen maagdarmstoornissen tijdens inspanning en een
van de volgende factoren of een combinatie hiervan:
- Verminderde inname van vocht, wat kan leiden tot dehydratie
- Mechanisch trauma
- Neuro-endocriene veranderingen
- Het ervaren van psychologische stress
- Een verminderde bloedtoevoer naar het spijsverteringsstelsel
- Het gebruik van medicatie en de invloed hiervan