Jurisprudentielijst internationaal recht
Module 1: Aard en bronnen van internationaal recht 2
PCIJ: Case of the S.S. Lotus (France v. Turkey), PCIJ Rep., Ser. A, No. 10 (1927) 2
ICJ: Legality of the Threat or Use of Nuclear Weapons, [1996] ICJ Rep. 66, paras. 64-87 2
ICJ: North Sea Continental shelf (F.R. Germany v. Denmark; F.R. Germany v. Netherlands), [1969] ICJ
Rep. 3, esp. paras. 60-83 3
ICJ: Military and Paramilitary Activities in and against Nicaragua (Nicaragua v. United States), Merits,
[1986] ICJ Rep. 14, paras. 175-179 3
Module 2: Rechtspersoonlijkheid - Staten en internationale organisaties 5
ICJ: Accordance with International Law of the Unilateral Declaration of Independence in respect of
Kosovo, Advisory Opinion, ICJ Reports 2010, paras. 78-84 5
ICJ: Legality of the Threat or Use of Nuclear Weapons, [1996] ICJ Rep. 66, paras. 64-87 5
Certain Expenses of the United Nations, Advisory Opinion, I.C.J. Reports, p. 151 – 20 July 1962 6
Module 3: De wet van verdragen 7
Armed Activities in the Territory of the Congo (D.R. Congo v. Rwanda) (New Application: 2002), [2006]
ICJ Rep. 3, paras. 56-70 7
Questions relating to the Obligation to Prosecute or Extradite (Belgium v. Senegal), Judgment, I.C.J.
Reports 2012, p. 422 – 20 July 2012 7
Module 4: Jurisdictie en immuniteiten 9
PCIJ: Case of the S.S. Lotus (France v. Turkey), PCIJ Rep., Ser. A, No. 10 (1927) 9
Arrest Warrant of 11 April 2000 (Democratic Republic of the Congo v. Belgium), Judgment ICJ Reports
2002, p. 3 — 14 Feb. 2002 9
Jurisdictional Immunities of the State (Germany v Italy; Greece intervening), Judgment, ICJ Reports
2012, p 99, paras. 81-108 10
Module 5: Staatsaansprakelijkheid 11
ICJ Case concerning United States diplomatic and consular staff in Tehran (United States/ Iran)
judgement of May 1980, I.C.J. Rep. 1980, 3 11
Application of the Convention on the Prevention and Punishment of the Crime of Genocide (Bosnia
Herzegovina v Serbia and Montenegro), Judgment, I.C.J. Reports 2007, p. 43 – 26 February 2007 11
Module 7: Vrede en Veiligheid in internationaal recht 12
Armed Activities on the Territory of the Congo (Democratic Republic of the Congo v. Uganda), [2005] ICJ
Rep. 168, paras. 118-165 12
Military and Paramilitary Activities in and around Nicaragua (Nicaragua v. United States of America)
[1986] ICJ Rep. 14, paras. 187-211 12
Certain Expenses of the United Nations, Advisory Opinion, I.C.J. Reports, p. 151 – 20 July 1962 12
1
, Module 1: Aard en bronnen van internationaal recht
PCIJ: Case of the S.S. Lotus (France v. Turkey), PCIJ Rep., Ser. A, No. 10 (1927)
Casus
De S.S. Lotus, een Frans stoomschip, heeft een aanvaring gehad op volle zee met een Turks schip
(Boz-Kourt). De Boz-Kourt zonk en acht Turkse onderdanen van het schip hebben het niet
overleefd. De 10 overlevenden van de Boz-Kourt werden aan boord van de Lotus naar Turkije
gebracht. In Turkije werden de wachtofficier van de Lotus (Demons) en de kapitein van het Turkse
schip beschuldigd van doodslag. Demons, een Frans staatsburger, werd veroordeeld tot 80
dagen gevangenisstraf en een boete. De Franse regering protesteerde en eiste de vrijlating van
Demons of de overdracht van zijn zaak aan de Franse rechtbanken.
Rechtsvraag
Heeft Turkije het internationaal recht geschonden toen Turkse rechtbanken jurisdictie uitoefenden
over een misdrijf dat door een Frans staatsburger buiten Turkije was gepleegd?
Beslissing
Turkije heeft door het instellen van een strafrechtelijke procedure tegen Demons het
internationaal recht niet geschonden.
Relevante overwegingen PCIJ
- Het vestigen van de jurisdictie: Moet Turkije de uitoefening van de rechtsmacht op grond van
een bestaande internationale rechtsregel ondersteunen of is het ontbreken van een verbod
voldoende om de uitoefening van de rechtsmacht te verhinderen?
- Het eerste principe van de Lotus-zaak: Een staat kan zijn rechtsmacht niet buiten zijn
grondgebied uitoefenen tenzij een internationaal verdrag of het gewoonterecht dit toestaat.
- Het tweede principe van de Lotus-zaak: Een staat kan op zijn grondgebied zijn bevoegdheid
uitoefenen, zelfs als er geen specifieke regel van internationaal recht is die hem daartoe in staat
stelt. In deze gevallen beschikken de staten over een ruime discretionaire bevoegdheid, die
alleen wordt beperkt door de verbodsbepalingen van het internationaal recht.
ICJ: Legality of the Threat or Use of Nuclear Weapons, [1996] ICJ Rep. 66, paras.
64-87
Casus
In deze zaak onderzocht in het Internationaal Gerechtshof (ICJ) de juridische status van de
dreiging met of het gebruik van nucleaire wapens in verschillende contexten.
Overwegingen
De ICJ erkent dat het VN-Handvest bepalingen bevat die betrekking hebben op het behoud van
vrede en veiligheid en de beperking van het gebruik van geweld tussen staten. Het recht om
zichzelf te verdedigen, inclusief het gebruik van geweld in geval van een aanval, is echter niet
absoluut en moet worden beoordeeld in overeenstemming met het internationaal recht.
De ICJ overweegt de principes van humanitair recht, zoals vastgelegd in verdragen en
gewoonterecht, die restricties opleggen aan het gebruik van geweld, inclusief het gebruik van
bepaalde wapens die onnodig leed kunnen veroorzaken of geen onderscheid kunnen maken
tussen militaire en civiele doelen.
2