HF1 P4 Praktijk
Week 1
Leerdoelen:
De DIO is in staat om de benodigde informatie te verstrekken omtrent de relatie tussen het
ziektebeeld, klachten, medicatie en eventuele laboratoriumwaarden en het dieetvoorschrift
De DIO kan deze informatie afstemmen op niveau van de patiënt (en voor verwijzer/collega)
De DIO formuleert het dieetvoorschrift en de DIO betrekt hierbij de conclusies uit de
diëtistische diagnose
De DIO kiest en gebruikt relevant voorlichtingsmateriaal om de uitleg relatie ziektebeeld
visueel te ondersteunen
De DIO is in staat een veilige professionele gesprekssituatie te creëren waardoor de patiënt in
staat is vertrouwelijke informatie te delen
Het diëtistisch consult – H7 Dieetbehandeling
De diëtistische diagnose dient als basis voor het behandelplan.
Bij de dieetbehandeling komen de volgende vaardigheden aan bod: het formuleren van
behandeldoelen, het overleggen met de cliënt over de inhoud van het behandelplan en de
behandeling, het begeleiden en coachen van de cliënt bij het instrueren, motiveren, uitvoeren en
evalueren.
Tijdens de gehele dieetbehandeling maak je gebruik van de PDCA-cyclus, die bestaat uit Plan, Do,
Check en Act.
Plan: formuleren van behandeldoelen. Beschrijf de gewenste resultaten en hoe je deze gaat meten
(effectparameters) + randvoorwaarden en belangen van cliënt en diëtist.
Do: uitvoering.
Check: meten van resultaten en vergelijken met gestelde doelen.
Act: indien nodig, acties om resultaten te verbeteren of doelen aanpassen.
Deze cyclus herhaalt zich en op deze manier verbeter je continu de resultaten. Zo zorgt deze cyclus
voor zowel kwaliteitsborging als kwaliteitsverbetering.
Behandeldoelen
Voordelen:
Harde cijfers om meerwaarde aan te tonen naar zorgverzekeraars, naar cliënten
Professioneel (naar buitenwereld)
Zorgt voor extra stimulans bij de cliënt; iedere keer als een cliënt een doel behaalt, krijgt hij
feedback op daadwerkelijk meetbare punten, dit vergroot de motivatie om aan volgende
doelen te werken
Behalen van doelen vergroot het zelfvertrouwen van de cliënt (eigen effectiviteit); meer
vertrouwen om andere doelen te halen; meer kans op successen
Knelpunten worden sneller zichtbaar, bij evaluatie van de doelen bij ieder consult
Doelen formuleer je bij voorkeur SMART: Specifiek, Meetbaar, Aanvaardbaar en Actiegericht,
Realiseerbaar of Realistisch en Tijdgebonden.
S: helder en duidelijk formuleren wat er precies wordt gedaan
M: norm aangeven om te meten of het doel wordt behaald
A: wordt het doe gedragen door de cliënt?
R: cliënt moet doelen kunnen behalen met aanvaardbare inspanning
T: periode waarin het gewenste resultaat moet worden behaald, is vastgesteld
De behandeldoelen stem je af in samenspraak met de cliënt; dit vergroot de kans op een
succesvolle behandeling. Bij goed geformuleerde doelen kun je evalueren en het effect van de
behandeling meten: het stellen van meetbare doelen is dus een uitgangspunt voor een geslaagde
behandeling.
Een hoofddoel geeft aan, in termen van gezondheidstoestand, wat je kunt bereiken tijdens de duur
van de totale behandeling. Doelen kunnen multidisciplinair of monodisciplinair (alleen diëtist) zijn.
1
, Diëtistische hoofddoelen gaan over dat deel van de behandeling waar de diëtist invloed op
heeft, zoals het verbeteren van de voedingstoestand
Multidisciplinaire doelen zijn soms brede, overkoepelende doelen die niet SMART
geformuleerd zijn, zoals het verminderen van verdere achteruitgang van de leverfunctie.
Hierbij is het noodzakelijk om nog specifieke, meetbare subdoelen te stellen waarin het
aandeel van de diëtist zichtbaar wordt
Er zijn verschillende subdoelen te formuleren:
Een diëtistisch subdoel is opgesteld om het aandeel van de dieetbehandeling bij een
multidisciplinair hoofddoel duidelijk te maken
Een specifiek en meetbaar subdoel, ter aanvulling aan een (globaler) hoofddoel
Een tussentijds doel; dit kan het hoofddoel opdelen in kleinere stapjes, waarmee het
overzichtelijk wordt voor de cliënt en zo de motivatie kan vergroten omdat het doel ‘dichterbij’
ligt
Een randvoorwaardelijk doel; doel dat eerst behaald moet worden voordat het hoofddoel of
een ander subdoel van de behandeling behaald kan worden
Vaak is het nodig deze subdoelen nog verder te specificeren. Dan kunnen uitvoeringsafspraken
geformuleerd worden waarin wordt beschreven hoe de cliënt bepaalde subdoelen kan gaan bereiken.
Dit is vaak de praktische toepassing van het dieet.
Dieetbehandeling
In de praktijk vinden zowel het diëtistisch onderzoek als de diëtistische diagnose en het eerste deel
van de dieetbehandeling plaats in het eerste consult. Tijdens het gesprek met de cliënt vinden niet alle
stappen en handelingen precies plaats in de volgorde zoals die in het diëtistisch consult is
weergegeven. Tijdens de gehele behandeling kun je een rode vlag signaleren. Je kunt op elk moment
in de behandeling besluiten dat doorgaan niet veilig of geïndiceerd is.
Het eerste consult
De diëtistische anamnese is afgenomen en de diëtistische diagnose is gesteld. Bied je een
behandeling op maat, dan is het noodzakelijk het gesprek voor de dieetbehandeling goed voor te
bereiden door het cliëntendossier en de diëtistische diagnose te bestuderen. Het is hierbij belangrijk
om je als diëtist coachend op te stellen en de cliënt te stimuleren om mee te denken in het maken van
keuzes.
Het vervolgconsult
Je kijkt terug op de behandeling tot nu toe. In hoeverre zijn de gestelde doelen gehaald
(productevaluatie) en hoe heeft de cliënt de begeleiding ervaren (procesevaluatie)? Zo nodig vindt
bijstelling plaats en wordt de diëtistische diagnose opnieuw gesteld, worden nieuwe subdoelen
geformuleerd en nieuwe afspraken gemaakt Gedragsbehoud is een belangrijk aandachtspunt
(consolidatie en voorkomen van terugval). Terugval van latere stadia naar eerdere stadia is gedurende
het gehele proces mogelijk. Om tot een blijvende verandering van risicogedrag te komen, zijn vaak
meerdere periodes van contemplatie, voorbereiding en actie nodig. Communicatieve vaardigheden
zijn daarbij het geven van feedback: gewenst gedrag belonen en bekrachtigen, aandacht besteden
aan ambivalentie, interne motivatie en het gevaar van terugval.
Het afsluitend consult
Ook hier nemen proces- en productevaluatie en het geven van feedback een belangrijke plaats in,
naast het aandacht blijven besteden aan gedragsbehoud (consolidatie en terugval). De diëtist staat
samen met de cliënt stil bij het resultaat van de behandeling.
Week 2
Leerdoelen:
De DIO weet wat de basistechnieken van MGV inhouden
De DIO kan de basistechnieken toepassen in alle fasen van het diëtistisch consult
De DIO weet wat de vier fundamentele processen van MI inhouden
De DIO kan de vier fundamentele processen verbinden, focus, oproepen en plannen
toepassen op het diëtistisch consult
De DIO kan begeleiding van cliënten afstemmen op fase van gedragsverandering, passend bij
de determinanten van gedrag
De DIO weet wat ambivalentie inhoudt
De DIO herkent verandertaal
2
, De DIO kan in het proces oproepen, strategieën die uitnodigen tot verandertaal toepassen in
een consult
De DIO kan weerstand bij een cliënt/patiënt herkennen, kent manieren om met weerstand om
te gaan en kan een van deze manieren toepassen in een consult
De DIO kan beginselen van het proces plannen toepassen in een consult
Reader Motivational Interviewing
file:///C:/Users/Gebruiker/OneDrive/Bronnen/Reader%20MI%202017-2018.pdf
De vier processen binnen MGV
Basistechnieken MGV
Er zijn vier basistechnieken die centraal staan binnen MGV. In alle vier de processen is dit het
‘instrumentarium’ waarmee de hulpverlener werkt. De basistechnieken worden vaak aangeduid met de
afkorting ORBS: Open vragen stellen, Reflectief luisteren, Bevestigen en ondersteunen &
Samenvatten.
Open vragen stellen
Open vragen zijn breder en geven de cliënt meer vrijheid om te reageren terwijl jij als hulpverlener de
mogelijkheid hebt om te luisteren en observeren. Het grootste voordeel van open vragen is dat aan
het begin van een gesprek open vragen minder bedreigend zijn en het toont meer interesse en
vertrouwen. Door het stellen van open vragen ontstaat er eerder een sfeer van aanvaarding en
vertrouwen. Het nadeel alleen is dat het meer tijd kost.
Reflectief luisteren
Reflectief luisteren is ingaan op wat de cliënt vertelt. De hulpverlener herhaalt of brengt onder
woorden wat hij/zij denkt dat de cliënt bedoelt te zeggen of non-verbaal uitdrukt. Een reflectie is een
uitspraak (geen vraag) waarin je (selectief) teruggeeft wat je hebt gehoord.
Een eenvoudige reflectie geeft meer letterlijk terug wat de cliënt heeft gezegd (herhalen of
herformuleren); een complexe reflectie gaat meer over wat de cliënt bedoeld, wat de betekenis is
van de woorden die de cliënt gebruikt, dat wat je ‘’ tussen de regels door hoort ‘’ (parafraseren of
reflectie van gevoel).
Herhalen= herhaling van een element van wat de cliënt gezegd heeft, in dezelfde woorden
Voorbeeld: je wilt er meer je best voor doen, maar het lukt je niet..
Herformuleren= synoniemen gebruiken of hetzelfde zeggen in andere woorden
Voorbeeld: je vindt het wel belangrijk maar je denkt er vaak niet aan en daardoor lukt het niet..
Parafraseren= een nieuwe bewering; de betekenis wordt vastgehouden, maar teruggegeven in nieuwe
woorden en in een nieuw licht
3