100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Beroepsproduct Ondernemendheid €7,49
In winkelwagen

Essay

Beroepsproduct Ondernemendheid

2 beoordelingen
 281 keer bekeken  6 keer verkocht

Beroepsproduct Ondernemendheid

Voorbeeld 7 van de 26  pagina's

  • 13 juli 2018
  • 26
  • 2017/2018
  • Essay
  • Onbekend
  • Onbekend
Alle documenten voor dit vak (1)

2  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: anoukteunissen1 • 5 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: carlijnvanrijssel • 6 jaar geleden

avatar-seller
BasLanghout
Businessverbeterplan

Patiëntenparticipatie bij het handhaven van
een vochtbalans en vochtbeperking.




HBO Verpleegkunde
Bas Langhout: studentnr. 519647
Opdrachtgever: Elise Van Belle
Examinator: Adwin Rutgers
Tutor: Gerda Bos
Klas: VPL-VF03
Kans: #1
Inleverdatum: 25 Juni 2018


1

,Inhoudsopgave

Hoofdstuk 1 - Inleiding.......................................................................................................... 3
1.1 Ondernemerschap in de zorg.......................................................................................................3
1.2 Missie, kernwaarden en strategie.................................................................................................3
Hoofdstuk 2 - Innovatieopdracht.........................................................................................4
2.1 Theoretsch kader.........................................................................................................................4
2.2 Contextanalyse.............................................................................................................................7
2.3 Klantricte....................................................................................................................................7
2.4 'Go' Innovateplan.......................................................................................................................10
Hoofdstuk 3 - Onderzoeksplan...........................................................................................10
3.1 Veld- en literatuuronderzoek......................................................................................................10
3.2 Basisconcepten...........................................................................................................................13
3.3 SWOT analyse.............................................................................................................................13
3.4 Keuze oplossingsrichtng.............................................................................................................15
3.5 'Go' Onderzoeksplan...................................................................................................................15
Hoofdstuk 4 - Businessverbeterplan.................................................................................15
4.1 Innovate.....................................................................................................................................15
4.2 Randvoorwaarden......................................................................................................................16
4.4 Risico’s........................................................................................................................................16
4.5 Planning......................................................................................................................................17
4.6 'Go' Businessverbeterplan..........................................................................................................18
Hoofdstuk 5 - Creatieve basisvaardigheden.....................................................................18
Hoofdstuk 6 - Reflectie.......................................................................................................19
Literatuurvermelding.......................................................................................................... 20
Bijlage 1 - Veldonderzoek...................................................................................................21
Bijlage 2 - Zoekstrategie volgens HAN format..................................................................22




2

,Hoofdstuk 1 - Inleiding
1.1 Ondernemerschap in de zorg
Vanaf 1945 was in Nederland sprake van een 'verzorgingsstaat'. Hierin had de overheid alle
verantwoordelijkheid over voorzieningen als medische zorg. De medische zorg werd door de
overheid verzorgd in eigen zorgorganisaties. Deze zorgorganisaties werden door de
overheid betaald en leverden in opdracht en onder voorwaarden van de overheid medische
zorg. Hierdoor hadden deze zorgorganisaties geen concurrentie met elkaar en was er weinig
motivatie om kwaliteitsverbeteringen door te voeren. Daarnaast werkten zij aanbodsgericht
en moest de klanten zich hiernaar schikken. Sinds de jaren tachtig kwamen de nadelen van
dit systeem steeds duidelijker naar voren. De klanten werden te gemakzuchtig en afhankelijk
van het aanbod. Bovendien kon de overheid de kosten niet meer opbrengen. Hierdoor
veranderden de verhoudingen binnen de verzorgingsstaat, waardoor er van zorgorganisaties
werd verwacht dat zij zich gingen opstellen als marktspelers. Er ontstond concurrentie tussen
verschillende zorgorganisaties, wat hen stimuleerden om kwaliteitsverbeteringen door te
voeren op basis van de wensen van de klant. Uiteindelijk werd de 'verzorgingsstaat' een
'participatiesamenleving' (Verhagen, 2016).

In onze huidige participatiesamenleving heeft de klant meer verantwoordelijkheid gekregen
in het vormgeven aan haar eigen leven en gezondheid. Ook uit verschillende doelstellingen
van zorgorganisaties blijkt dat zij streven naar meer regie voor de patiënt, waaronder het
Radboudumc. Zo luidt de missie van het Radboudumc: "To have a significant impact on
healthcare". Het Radboudumc wil laten zien dat het naar deze missie streeft door onder
andere aantoonbare, onderscheidende en persoonsgerichte zorg te bieden. Onder andere bij
het doorvoeren van kwaliteitsverbeteringen stellen zij hierbij de patiënt centraal en hechten
zij veel waarde aan de eigen regie en de wensen en behoeften van de patiënt.

Het stimuleren van meer regie bij de patiënt en hierbij voldoen aan de wensen en behoeften
van de patiënt brengt in de huidige gezondheidszorg voor- en nadelen met zich mee.
Enerzijds lopen zorgprofessionals tegen dilemma's aan als de autonomie van de patiënt
versus het volgen van de medische normen en de autonomie van de patiënt versus het
activeren van de patiënt (Dwarswaard & Van de Bovenkamp, 2015). Anderzijds brengt het
meer ruimte voor eigen initiatief om kwaliteitsverbeteringen door te voeren, te blijven zoeken
naar passende verbeteringen voor de patiënt en hiermee te concurreren en elkaar te helpen
op de markt. Het vereist een ondernemende houding van zowel patiënten/klanten als
werknemers van een zorgorganisatie om kwaliteitsverbeteringen te signaleren en door te
voeren (Verhagen, 2016).

Door de veranderingen in de maatschappij en het zorgsysteem is het voor onder andere
zorgprofessionals dus belangrijk dat zij in kunnen spelen op deze veranderingen en 'goede'
zorg kunnen blijven verlenen. Om deze reden is het beroepsprofiel voor verpleegkundigen
en verzorgenden aangepast. De beroepsrol ‘organisator’ is verruimd met de kerncompetentie
ondernemerschap (Lambregts, Grotendorst & van Merwijk, 2016). Volgens Verhagen (2016,
p. 27) betekent ondernemerschap "een continu, doelgericht en systematisch zoeken naar en
analyseren van veranderingen in de markt en de organisatie en daarop met de juiste
middelen weten in te spelen". Kwaliteitsverbeteringen die uit een ondernemende houding
ontstaan worden ook wel 'innovaties' genoemd (Nederlandse encyclopedie, z.d.). Dit is een
begrip dat nauw verbonden is aan ondernemerschap (Verhagen, 2016).

1.2 Missie, kernwaarden en strategie
Effectief ondernemen en innoveren vereist helderheid over de missie, kernwaarden en
strategie die een organisatie nastreeft (Verhagen, 2016). De missie van het Radboudumc is:
"To have a significant impact on healthcare". De vier kernwaarden die deze missie
ondersteunen zijn een aantoonbare en onderscheidende kwaliteit van zorg,
persoonsgerichte zorg, doelmatigheid en duurzaam netwerken. Daarnaast heeft het


3

,Radboudumc drie kerntaken om deze missie en kernwaarden te bereiken, namelijk
patiëntenzorg, wetenschappelijk onderzoek en onderwijs en opleiding (Radboudumc, 2014).
Het leveren van 'goede' kwaliteit van zorg vereist een ondernemende houding voor
verpleegkundigen binnen het Radboudumc. Hierdoor hebben er binnen het Radboudumc al
meerdere innovaties plaatsgevonden, zoals de mijnRadboud app waarmee de patiënt
overzicht krijgt in zijn zorg en het ‘Beter uit bed’ principe, waarbij er vanuit wordt gegaan dat
stimulatie van mobilisatie bij de patiënt het herstel bevordert (Radboudumc, z.d.).


Hoofdstuk 2 - Innovatieopdracht
In dit businessverbeterplan wordt er getracht om een mogelijke innovatie voor een klantfrictie
uit te werken. In dit plan zal duidelijk worden welke factoren de klantfrictie kunnen
beïnvloeden, wordt de patiënt centraal gesteld en wordt er ingegaan op zijn wensen en
behoeften. In dit hoofdstuk wordt voor het begrijpen van het probleem een theoretisch kader
en contextanalyse weergegeven. Aansluitend wordt er ingegaan op de klantfrictie en het
needsassesment, waaruit tot slot de probleemstelling, doelstelling en vraagstelling zullen
volgen.

2.1 Theoretisch kader

Decompensatio cordis
Bij de pompfunctie van een gezond hart zijn er vier factoren met elkaar in balans. Dit zijn:

- De kracht waarmee het hart zich samentrekt (contractiliteit);

- Het aantal malen per minuut dat het hart samentrekt (frequentie);

- De preload (voorbelasting). Dit is de rekkingstoestand van de hartspiervezels voordat met
de contractie wordt begonnen;

- De afterload (nabelasting). Dit is de kracht die de hartspier moet ontwikkelen voor de
contractie om het bloed weg te kunnen pompen.

Bij een gezond hart brengen deze factoren een normaal hartminuutvolume op. Dat is de
hoeveelheid bloed die per minuut wordt uitgepompt. Wanneer deze factoren niet in balans
zijn, kan het hart geen normaal hartminuutvolume opbrengen. Het hart heeft er dan geen
kracht voor. Hierdoor ontstaat er decompensatio cordis. Dit is latijn voor hartfalen. Hartfalen
is een hartziekte waarbij het hart onvoldoende bloed kan uitpompen, waardoor bloed zich
voor en/of na het hart kan ophopen. Binnen de gezondheidszorg is het gangbaar om bij het
spreken over decompensatio cordis het hart in twee helften te verdelen. Dit wordt gedaan,
omdat de twee helften afzonderlijk van elkaar kunnen decompenseren met ieder een eigen
symptomatologie. Zo wordt er gesproken over decompensatio cordis rechts en
decompensatio cordis links (Jüngen & Zaagman-van Buuren, 2006; Hartstichting, z.d.).

Decompensatio cordis rechts
Wanneer de rechterharthelft het bloed onvoldoende uitpompt is er sprake van
decompensatio cordis rechts. Hierdoor kan de rechterharthelft het bloed vanuit het lichaam
onvoldoende doorpompen naar de longen. Hierdoor hoopt bloed zich op in het lichaam. Door
de zwaartekracht is dit voornamelijk terug te zien als oedeemvorming (vochtophoping) in de
benen (Jüngen & Zaagman-van Buuren, 2006; Hartstichting, z.d.).

Decompensatio cordis links
Wanneer de linkerharthelft het bloed onvoldoende uitpompt is er sprake van decompensatio
cordis links. Hierdoor kan de linkerharthelft het bloed onvoldoende uitpompen vanuit de
longen naar het lichaam. Als gevolg hiervan zal bloed zich ophopen (oedeem) tussen de


4

,longblaasjes en wordt de patiënt kortademig (dyspnoeïsch) (Jüngen & Zaagman-van Buuren,
2006; Hartstichting, z.d.).

Behandeling
Uit beide soorten decompensaties blijkt dat er hoe dan ook oedeemvorming optreedt. Hierbij
raakt het lichaam overvuld, waardoor decompensatio cordis alleen nog maar erger kan
worden en er een vicieuze cirkel kan ontstaan. Naast dat het belangrijk is de oorzaak van
decompensatio cordis op te sporen en te behandelen, is de primaire behandeling vooral
gericht op herstel van de circulatie. Binnen de gezondheidszorg wordt getracht dit herstel te
bereiken door geneesmiddelen toe te dienen die de belasting van het hart verminderen. Dit
zijn geneesmiddelen die de werking van het hart verbeteren, vaten verwijden en vaatvulling
verminderen. In de primaire behandeling wordt er dus naar getracht om het te veel aan vocht
af te drijven door middel van geneesmiddelen. Hiervoor is het belangrijk dat de arts die het
vochtbeleid bepaalt, weet in welke mate de patiënt over- of ondervuld is. Hierop kan de arts
vervolgens de hoeveelheid vochtafdrijvende medicatie nauwkeurig afstemmen en wordt er
voorkomen dat de patiënt niet verder over- of ondervuld/gedehydreerd raakt. Op basis van
verkregen informatie door verpleegkundigen en laboranten kan een indruk worden verkregen
van de vochthuishouding/hydratiestatus waar het vochtbeleid op kan worden afgestemd.
Hiervoor heeft de arts, naast laboratoriumuitslagen van de laborant over de betreffende
patiënt, het dagelijks gewicht en een nauwkeurige vochtbalans van de verpleegkundige over
de betreffende patiënt nodig (Jüngen & Zaagman-van Buuren, 2006; Van den Brink, 2016).
Deze resultaten worden dan ook tijdens iedere visite besproken, of direct bij een significante
verandering in vochtbalans.

Literatuur - vochtbalans & vochtbeperking
Volgens de beschikbare literatuur blijkt dat het monitoren van het dagelijks gewicht en het
bijhouden van vochtlijsten binnen de gezondheidszorg het meest geaccepteerd zijn om de
vochthuishouding/hydratiestatus te meten. Het bijhouden van vochtlijsten gebeurt in de
praktijk echter vaak onnauwkeurig, waardoor de mate van onder- of overvulling niet goed
zichtbaar wordt. Een van de redenen dat het niet goed wordt bijgehouden, is dat het
bijhouden van de vochtintake vaak als arbeidsintensieve taak wordt gezien door
zorgprofessionals (Sijbers, 2016).

Doordat het bijhouden van de vochtbalans als arbeidsintensieve taak wordt gezien en
zorgprofessionals inzien dat dit onnauwkeurig gebeurt, heerst er vaak de vraag of een
vochtbalans bijhouden en een vochtbeperking handhaven nog wel nodig is. Bovendien wordt
er dagelijks gewogen. Uit de systematic review van Li, Fu en Qian (2015) is te concluderen
dat een vochtbalans en vochtbeperking bij hartfalen nog steeds nodig is om vochtophoping
en andere symptomen van hartfalen te verminderen. Een vochtbalans en vochtbeperking bij
patiënten met hartfalen wordt nog steeds aanbevolen door onderzoek en de hartfalen richtlijn
(Ponikowski et al., 2016). Er is echter meer onderzoek nodig om vast te stellen of de
vochtbeperking effectief is bij patiënten met hartfalen.

Patiëntenparticipatie
Sinds de totstandkoming van de huidige participatiemaatschappij, wordt er binnen de
gezondheidszorg getracht om meer gebruik te maken van de ervaringsdeskundigheid van de
patiënt om de kwaliteit van zorg te verhogen. Dit is dan ook wat patiëntenparticipatie inhoudt,
volgens het Centraal Beleids Orgaan (CBO). Uit onderzoek blijkt echter dat er verschillende
definities binnen verschillende contexten bestaan voor 'patiëntenparticipatie'. Zo sluiten
verschillende termen aan, zoals patiënt betrokkenheid, patiënt samenwerking, partnerschap,
patiëntgerichte zorg en patiënt empowerment. Voor het meer gebruik maken van de
ervaringsdeskundigheid van de patiënt richten zorgorganisaties hun missie vooral op het
aansluiten op de wensen van de patiënt en het meer patiëntgericht maken van de
gezondheidszorg. Hierbij stellen gezondheidsorganisaties de individuele patiënt centraal. Het
centraal stellen van de patiënt is echter niet nieuw. Eerder stond de patiënt namelijk ook


5

,centraal in besluitvormingsprocessen, maar er werd toen meer gesproken over de patiënt
dan met de patiënt. De gedachte achter dit zorgsysteem is dat patiënten inspraak moeten
hebben in de besluitvorming. Patiënten kunnen dat zelf namelijk het beste, omdat andere
partijen onvoldoende in staat zijn om voor de patiënt te kunnen spreken. Bij
patiëntenparticipatie is een goede match nodig tussen de patiënt en de
onderzoeker/zorgverlener. Patiëntenparticipatie vraagt namelijk altijd iets van deze partijen.
Patiënten moeten zich willen verplaatsen in het perspectief van de onderzoeker/zorgverlener
en in de context waarbinnen die zijn werk verricht. Daarbij hebben
onderzoekers/zorgverleners de uitdaging om hun manier van werken aan te passen dat het
voor patiënten mogelijk is om te participeren. Dit kan zorgen voor hindernissen.
Patiëntenparticipatie is namelijk niet zomaar een manier van werken, maar een manier van
observeren hoe mensen zich verhouden tot elkaar en wie daarin een stem mag hebben
(Vissers, 2014).

Zelfmanagement bij hartfalen
Naast patiëntenparticipatie is zelfmanagement en de bijbehorende therapietrouw belangrijk
om adequaat om te gaan met een chronische ziekte als hartfalen. Onder zelfmanagement
wordt verstaan: “Het individuele vermogen om goed om te gaan met symptomen,
behandeling, lichamelijke en sociale consequenties en leefstijlveranderingen samengaand
aan leven met een chronische aandoening” (Vissers, 2014, p. 19). Het doel van
zelfmanagement is om de patiënt zelf tot deskundige te maken van zijn of haar aandoening.
Met andere woorden betekent dit dat de patiënt dusdanig met de ziekte leert om te gaan, dat
de patiënt het leven naar eigen wensen en behoeften kan leiden. Hierbij wordt gezocht naar
een balans tussen wat de ziekte vraagt en wat de patiënt wil met zijn/haar leven. Een goed
zelfmanagement stelt dus hoge eisen aan patiënten. Patiënten moeten weten wat hun ziekte
inhoudt, wat de gevolgen zijn en wat zij kunnen doen om verergering te voorkomen. Ook aan
het begrip zelfmanagement bestaan overeenkomende begrippen, zoals zelfregie,
zelfbehandelingseducatie of zelfzorg. Patiënten kunnen hierdoor soms de verkeerde
veronderstelling krijgen van wat zelfmanagement inhoudt. Tegenwoordig krijgen patiënten
vaak de indruk dat zij mogen meebeslissen, maar dat dit uiteindelijk dan toch niet gebeurt.
Dit proces levert pijn en onzekerheid op. Dit voelt voor patiënten als kwetsende pijn en niet
als een productieve leerpijn (Vissers, 2014).

Om 'goede' kwaliteit van zorg te kunnen bieden en daarbij de wensen en behoeften van
patiënten centraal te stellen, is een programmatische aanpak nodig. Een
zelfmanagementprogramma is een programma als aanvulling op de medische behandeling.
Het doel hiervan is om de patiënt te activeren dat hij of zij optimaal participeert in de
behandeling. Daarbij is therapietrouw, wat nauw verbonden is aan het zelfmanagement,
bepalend voor het onder controle houden van een chronische ziekte. Therapieontrouw zorgt
namelijk voor schade aan de reguliere medische behandeling (Vissers, 2014).

Uit onderzoek door Vissers (2014) blijkt dat patiënten die lijden aan hartfalen de
professionele zorg en het zelf managen van hun ziekte voor een gedeelte als eigen
verantwoordelijkheid ervaren. Uit het onderzoek van Vissers (2014, p. 48) blijkt dat patiënten
met hartfalen onder zelfmanagement "het zelf oplossen van problemen, alvorens hulp te
vragen, en het zelf in de gaten houden van de leefstijl" verstaan. Zelfmanagement wordt door
de patiënten het grootste gedeelte van de tijd niet als lastig ervaren. Zij zijn bang dat
wanneer zij in hun dagelijkse leven niet hun ziekte zelf managen, hun gezondheid
verslechtert. Toch brengt het zelfmanagement moeilijkheden met zich mee. Dit betrekt zich
voornamelijk op fases waarin het niet goed gaat met de patiënt. Er moet volgens de
patiënten naast de wil ook de kracht aanwezig zijn om zelfmanagement uit te voeren. De
patiënten hebben in een moeilijke tijd de hulp van een professional nodig om zich te blijven
inzetten voor hun gezondheid. De interactie tussen professional en patiënt moet hierbij
centraal staan. De zorgprofessional wordt daarom binnen het zelfmanagement als een
belangrijke factor gezien. Zelfmanagement wordt door patiënten als belangrijk ervaren


6

, binnen het eigen ziekteproces, maar dit gaat niet makkelijk. Goede zorg voor patiënten die
lijden aan hartfalen betekent niet alleen beter worden, maar ook dat zij begrepen worden en
support krijgen in hun emotionele belevenis. Goede zorg bestaat daarom uit het kijken naar
de behoeften die deze patiënten hebben. Hierin moet de zorgprofessional de patiënt
erkenning geven aan zijn emoties en wensen voor de toekomst. Er moet worden gekeken
waar de patiënt naar toe wil werken in de toekomst, zodat de zorg daar op afgestemd kan
worden. De zorgprofessional moet hiervoor dieper kijken naar de belevingswereld van de
patiënt om te kunnen zien waar zij mee zitten en wat zij belangrijk vinden. Patiënten die
lijden aan hartfalen moeten worden gezien en begrepen in wat zij beleven tijdens hun ziekte.
Goede zorg voor patiënten die lijden aan hartfalen houdt in dat hun perceptie centraal staat.
De emoties, verlangens en onzekerheden van deze patiënten moeten worden begrepen en
erkend worden door de zorgprofessionals. De zorgprofessionals moeten de patiënten hier
vervolgens mee helpen in het zelfmanagement en participatieproces.

2.2 Contextanalyse
Op de afdeling cardiologie van het Radboudumc worden volgens protocol vochtbalansen en
vochtbeperkingen voorgeschreven naar eigen inzicht van de arts of verpleegkundige.
Wanneer dit is voorgeschreven is het de bedoeling dat de verpleegkundige een inschatting
maakt of de patiënt cognitief in staat is te participeren in het bijhouden van de vochtbalans.
Vervolgens ontvangt de patiënt voorlichting door de verpleegkundige over het bijhouden van
de vochtbalans en vochtbeperking en wat het belang hiervan is. Daarnaast krijgt de patiënt
een informatiefolder en eventueel een formulier uitgereikt waarop hij zijn eigen intake van
zijn eigen ingeschonken drank kan bijhouden. Bovendien ontvangt de patiënt een
geplastificeerd formulier waar precies op staat hoeveel milliliter in een bepaald type kopje of
glas gaat. Verstrekte intake aan patiënten met een vochtbalans moet direct worden ingevuld
in het elektronisch patiëntendossier door de verpleegkundige of voedingsassistent. De
registratie van de vochtinname wordt dus bijgehouden door de verpleegkundige,
voedingsassistent en de patiënt zelf, met als doel dat er een zo betrouwbaar mogelijke
registratie tot stand komt en om de patiënt te stimuleren in zijn participeren en
zelfmanagement bij zijn hartfalen. De vochtbalans wordt aan het begin van iedere dienst
gecontroleerd op afwijkingen door de verpleegkundige. Uiteindelijk is de verpleegkundige
verantwoordelijk voor het correct invullen en opmaken van de vochtbalans. Het is belangrijk
dat een vochtbalans nauwkeurig wordt bijgehouden en afgesloten. Met deze gegevens kan
de arts namelijk bepalen in welke mate de primaire behandeling werkt en nauwkeurig
medicatie afstemmen.

2.3 Klantfrictie
Voor het businessverbeterplan is gezocht naar problemen en klachten van patiënten. Voor
het vinden van een klantfrictie zijn verbaal verpleegkundigen van de Cardiac Care Unit
(CCU) en verpleegafdeling cardiologie benaderd. Een klantfrictie is een probleem waarin een
klant/patiënt zich geplaatst ziet. Volgens Verhagen (2016, p. 53) "worden patiënten vaak als
klant gezien met betrekking tot ondernemerschap". Uit ondernemend perspectief wordt
klantfrictie ook wel innovatiekans genoemd (Verhagen, 2016). Een innovatiekans is volgens
Verhagen (2016, p. 59) "een bestaande situatie die vanuit de ondernemende professional
mogelijkheden biedt om een bepaalde waarde te realiseren" (Verhagen, 2016). Uiteindelijk is
in samenspraak met vijf verpleegkundigen van de afdeling cardiologie, een
kwaliteitsverpleegkundige, een wetenschappelijk verpleegkundige en vijf patiënten gekozen
voor de innovatiekans 'patiëntenparticipatie bij het handhaven van de vochtbalans en
vochtbeperking'. De keuze voor deze klantfrictie/innovatiekans zal in dit hoofdstuk en vooral
bij de probleemstelling worden onderbouwd.

Opdrachtgever
De opdrachtgever van dit product is Elise van Belle. Zij is de wetenschappelijk
verpleegkundige van de afdeling cardiologie binnen het Radboudumc en beoordeelt het
businessverbeterplan op haalbaarheid. Daarnaast is zij eindverantwoordelijk voor het


7

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper BasLanghout. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 51683 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€7,49  6x  verkocht
  • (2)
In winkelwagen
Toegevoegd