Hoofdstuk 1 Jagers en boeren
§ 1 De agrarische revolutie
Casus
1 Niet alle jagers-verzamelaars waren nomaden; sommige groepen woonden
generaties lang op eenzelfde plek.
2 Het is niet zeker of de bewoners van Abu Hureyra wel echt de allereerste boeren waren. Bij
nieuwe opgravingen bestaat de mogelijkheid dat de boeren van Abu Hureyra 'voorbij worden
gestreefd' door nog vroegere boeren.
3 a Jagers-verzamelaars hoeven de wilde planten en dieren die hun voedsel vormen, niet te
onderhouden, maar een boer moet zijn dieren verzorgen, zijn grond omploegen, zaaien,
onkruid wieden, oogsten, zijn gewassen beschermen tegen dieren enzovoort.
b Bijvoorbeeld: de natuur bood niet meer voldoende voedsel en de bewoners van Abu
Hureyra waren niet gewend een nomadisch bestaan te leiden; de bewoners van Abu Hureyra
wilden meer controle hebben over hun voedselvoorziening.
Basistekst 1
4 Je kunt de prehistorie 2,5 miljoen jaar geleden laten beginnen met de verschijning van de
eerste mens, homo habilis. Maar je kunt ook uitgaan van de verschijning van onze eigen
soort, homo sapiens. De prehistorie begint in dat geval pas in 140.000 v.C.
5 Verschillende antwoorden mogelijk, bijvoorbeeld:
- Qua bezittingen/rijkdom onderscheidden de jagers-verzamelaars zich nauwelijks van elkaar,
want veel bezittingen vormen voor nomaden alleen maar een last.
- Jagers-verzamelaars waren op elkaar aangewezen om te overleven. Voor de jacht op grote
dieren, zoals mammoeten of bizons, moesten zij bijvoorbeeld goed samenwerken. Voor een
goed functioneren van de groep was het belangrijk dat de sociale verschillen beperkt bleven
en dat er geen machtsconflicten ontstonden.
6 a Jagers-verzamelaars leefden van de jacht en het verzamelen van voedsel.
Ze waren meestal nomaden.
Ze leefden in kleine groepen.
Binnen de groep bestonden nauwelijks sociale verschillen.
Er bestond een rolverdeling tussen mannen en vrouwen.
Jagers-verzamelaars dreven handel met elkaar.
b Homo sapiens maakte meer gespecialiseerde werktuigen en gebruikte daarvoor
meer verschillende materialen.
Homo sapiens maakte kunst.
Basistekst 2
7 De middelen van bestaan veranderden volledig: mensen waren niet langer afhankelijk van
wat de natuur toevallig aan voedsel opleverde, maar zij namen de productie ervan in eigen
, hand.
8 Voor boeren waren veel kinderen een voordeel omdat zij konden meehelpen op het land. De
gemeenschappen van jagers-verzamelaars moesten klein blijven, omdat de directe
leefomgeving niet genoeg voedsel bood voor grote groepen mensen. Daar was het hebben
van veel kinderen een nadeel.
9 Potten en een pottenbakkersoven waren zwaar en potten waren breekbaar. Ze waren dus
niet praktisch voor mensen die een nomadisch bestaan leidden, maar wel praktisch voor
boeren die een sedentair bestaan leidden.
10 De mensen die het jagen en verzamelen verruilden voor een boerenbestaan leidden een
zwaar leven. Net als de boeren die in de periode van de industriële revolutie het platteland
verlieten om in de fabriek te gaan werken. Maar het feit dat beide groepen toch voor dat
nieuwe leven kozen, zou kunnen betekenen dat hun vorige levensomstandigheden nog
slechter waren.
11 Veel verschillende antwoorden mogelijk. Bijvoorbeeld:
Nee, we gaan niet in een stijgende lijn omhoog. De overgang op landbouw heeft
ongelijkheid onder mensen mogelijk gemaakt en uiteindelijk geleid tot uitbuiting
van de ene door de andere groep. Terwijl sommige mensen in grote welvaart leven,
leven anderen in enorme armoede.
Of: Nee, in onze (westerse) samenleving kennen we wel meer materiële welvaart,
maar het is niet zeker of we gelukkiger zijn. Veel mensen lijden bijvoorbeeld aan
eenzaamheid, een probleem dat onder jagers-verzamelaars waarschijnlijk niet
voorkwam.
Of: Nee, we denken dat we beter zijn, omdat we over meer technische kennis
beschikken, maar jagers-verzamelaars hadden andere kennis en vaardigheden die
wij niet hebben. Waarschijnlijk zou niemand van ons in staat zijn om in de natuur te
overleven.
Of: Ja, het leven van de mens is er sinds de tijd van jagers-verzamelaars duidelijk op
vooruitgegaan. De eerste boeren hadden het moeilijk, omdat landbouw nieuw voor
hen was. Maar inmiddels levert de landbouw een enorme variatie aan groenten en
fruit en is de levensverwachting van mensen met grote sprongen gestegen.
Historisch denken
12 Omdat het antwoord (gedeeltelijk) aangeeft of we van oorsprong goed of slecht zijn.
Als de eerste jagers-verzamelaars al oorlog voerden, zou dat betekenen dat de mens
vroeger niet beter was dan wij nu zijn. Het zou een aanwijzing zijn dat de mens niet
'puur' en goed op aarde is verschenen (zoals bijvoorbeeld in de Bijbel staat) en pas
bedorven raakte toen de agrarische revolutie ongelijkheid in macht en bezit met zich
meebracht. Het zou betekenen dat geweld en agressiviteit bij de aard van de mens
horen en dat oorlogvoering niet valt uit te bannen. Als de eerste jagers-verzamelaars
niet aan oorlog deden, versterkt dat het idee dat de mens van oorsprong goed is.
13 a Bron 6: Nee, oorlogvoering komt pas in het neolithicum, als de agrarische revolutie
leidt tot meer welvaart.
Bron 7: Ja, ook bij jagers-verzamelaars komt georganiseerde oorlog voor. Bron 8: Nee, jagers-
verzamelaars vochten wel, maar dat was geen oorlog. Bron 9: Ja, ook jagers-verzamelaars
voeren oorlog, soms zelfs zeer frequent, maar wel minder vaak dan agrarische culturen.
b Bron 6: Archeologische vondsten van omheiningen en greppels wijzen daarop. Bovendien is
het logisch, want pas met de landbouw verzamelden mensen bezit en werden rooftochten
zinvol.