Diergeneeskunde jaar 3 Orgaanoverschrijdende Aandoeningen Hoorcolleges
Orgaanoverschrijdende Aandoeningen – Hoorcolleges
Hoorcollege 1: Inleiding – Maurice Zandvliet
Blok 24 bestaat uit heelkunde en orgaanoverschrijdende aandoeningen.
- Heelkunde
o Chirurgisch instrumentarium
o Hechtmateriaal en -technieken
o Aseptiek
o Fixatie- en injectietechnieken
o Wonden
o Buikpatiënt (incl anatomie)
- Orgaanoverschrijdende aandoeningen
o Systeemziekten
Intoxicaties
Immuungemedieerd
Multisystemische infectieziekten, zoönosen en aangifteplichtige aandoeningen
Multisystemische tumorziekten
Shock
o Vaccinaties en antimicrobiële therapiedoelstellingen
Casus: Chica, kruising van 4 jaar. Blijft mager, is af
en aan kreupel, afwijkingen in huid, ogen en oren.
Meegenomen uit Spanje. Aandoeningen passen
niet bij 1 orgaansysteem. Kale neus en
hypopigmentatie, woekeringen rond oogleden en
karakteristieke randjes om de oren. Slecht bespierd,
verdikte oogleden en uveïtis, bleke slijmvliezen,
vergrote lnn (prescapulair en popliteus), meerdere
overvulde gewrichten, vergrote milt.
Bloedonderzoek is een goede vervolgstap te lage
Ht, te hoge leukocyten, te lage thrombocyten, te
hoge ureum, te hoge creatinine, te hoge ALP en
ALAT en totaal eiwit, lage albumine. Dus verhoogde
,Diergeneeskunde jaar 3 Orgaanoverschrijdende Aandoeningen Hoorcolleges
lever- en nierwaardes en afwijkende bloedcelwaardes. We gaan ook nog naar de urine kijken want de hond vermagert
(dus denken aan o.a. diabetes of spierverlies), je wil weten of er eiwit in de urine zit. Er zit duidelijk een toename van
het eiwitgehalte in de urine. Om dit te kwantificeren gebruik je de eiwit/creatinineratio, die moet <1 zijn en is bij Chica
2,3. Ook een laag soortelijk gewicht. Bij de hond zijn 3 dingen onderzocht, orgaansysteem vaststellen is lastig omdat
het een multisystemische aandoening is: er is een eiwitspectrum gemaakt, daarin kan je zien dat de gammaglobulines
(antilichamen) sterk verhoogd zijn. Deze hond is dus antilichamen aan het maken dus er is sprake van een
hypergammaglobulinemie.
Op de röntgenfoto is te zien dat er vet wordt weggedrukt in het gewricht. In de synovia zijn neutrofielen te zien
artritis. De kans dat honden bacteriële artritis hebben is erg klein (tenzij na operatie), is veel vaker auto-immuun
(polyartritis). Er is ook een lymfeklier-DNAB gedaan, daarin zijn lymfocyten te zien maar ook cellen met insluitsels
(Leishmania). Levenslang behandelen. Is een parasiet, hond wordt geïnfecteerd na bijt door zandvlieg die flagel
bevat, in de hond wordt de parasiet opgenomen in een macrofaag, gaat delen in de cel en daardoor zie je macrofagen
met parasieten erin. Deze kunnen weer door andere zandvliegen worden opgenomen. Geeft altijd chronische,
aspecifieke klachten: verminderd uithoudingsvermogen, vermagert, lusteloos, meer drinken, minder eetlust. Klachten
beginnen pas vrij laat na infectie. Dat komt doordat de afweerreactie niet effectief is maar wel lijdt tot chronische
stimulatie van lymfocyten en dus overproductie van antilichaam, waardoor immuuncomplexen ontstaan en daardoor
ontstekingsreacties. Er kunnen ook auto-antilichamen ontstaan. Deze processen kosten tijd en daarom is
leishmaniose chronisch.
Leishmania is een zoönose, komt in 2 vormen voor bij mensen:
- Huidzweren
- Buikvorm
Meer dan 500.000 doden per jaar. Rol van dierenarts is preventie in de risicogebieden. Honden beschermen door bijv.
breeding grounds (stilstaand water) de verminderen, honden binnenhouden bij schemering, gebruik van gaas,
halsband met insecticide of vaccinatie van honden nog moeilijk bij honden.
Leishmania is een goed voorbeeld van een multisystemische aandoening.
Studiemateriaal:
- Ziekteleer
- Heelkunde “Leren opereren” (Cutting Edge)
- Studiewijzer op Blackboard (WC’s en practica)
- Oefententamen op Blackboard
Coördinatoren: m.zandvliet@uu.nl GD, j.m.ensink@uu.nl paard, e.r.nijsse@uu.nl LH
Heelkunde: practica met dieren. Je kan pas oefenen na het volgen van het eerste practicum. Wordt getoetst in
stationstoets van lijn 5! Filmpjes voor practica op BB. Zijn basisvaardigheden voor de master!
Intoxicaties: op tentamen geen vragen over intoxicaties
Shock: definitie, typen, pathofysiologie, algemene behandelingsprincipes
Tumoren: multisystemische tumoren, paraneoplastische syndromen, therapeutische mogelijkheden
Systeemziekten: immuungemedieerd en infectieziekten
Tentamen is digitaal, 60 meerkeuzevragen. 20 over heelkunde (bijv. instrumentarium of hechttechnieken herkennen)
en 40 over alle overige onderwerpen excl intoxicaties. Antibiotica; goed de karakteristieken kunnen herkennen!
Moeilijk blok door veel onderwerpen, onduidelijke samenhang en tijdsdruk.
Hoorcollege 2: Introductie intoxicaties & WCO – Dax Vendrig
Onderdelen farmacologie die getoetst worden:
- Toxicologie (alleen WCO, 15% van cijfer). Je beredeneert vanaf het mechanisme van toxiciteit naar het
klinische beeld, hoe kan je dat herkennen en welke aanvullende diagnostiek kan je uitvoeren, en wat is de
therapie (logisch en goed beredeneerd verhaal ervan maken!) en mogelijke voorlichting?
o Zie WCO handleiding op Blackboard, studiewijzer klopt niet overal
- Antibiotica (tentamen)
Intoxicaties zijn vaak systeemaandoeningen en daardoor vaak relevant in de DDx. Veterinaire toxicologie is niet alleen
in de praktijk belangrijk, maar ook in de volksgezondheid (residuen in eetbaar weefsel, melk en eieren),
milieutoxicologie (relatie milieu-dier en dier-milieu) en arbeidstoxicologie (dierverzorging, stalomgeving en toepassing
van middelen).
, Diergeneeskunde jaar 3 Orgaanoverschrijdende Aandoeningen Hoorcolleges
Toxicologische ongewenste effecten op het lichaam:
Reversibele effecten
o Braken
o Jeuk, huidirritatie
o Diarree
o Neurologische verschijnselen (ataxie, tremoren)
o Hepatotoxiciteit, nefrotoxiciteit, cardiotoxiciteit, etc.
Irreversibele effecten medicijnen met zulke effecten mogen niet gebruikt worden in voedselketen
o Cytotoxiciteit (necrose, apoptose)
o Embryotoxiciteit + teratogeniteit
o Carcinogeniteit
Intoxicatiepatiënten (algemeen beeld, kan overlap tussen zitten):
Gezelschapsdieren Landbouwhuisdieren / paard
Bestrijdingsmiddelen Verontreinigingen in voer
- Ongedierte - Plantaardige toxinen
- Anti-ectoparasitica - Bacteriële toxinen
- (Anti-endoparasitica) - Mycotoxinen
- Milieucontaminanten (zware metalen,
dioxine, ..)
Huishoudelijke producten Verontreinigingen in water (nitraat, fluor, algen)
(Dier)geneesmiddelen Inhalatie (gassen, stof)
Genotsmiddelen
Bij toxicologie heb je meestal blootstelling via het MDK.
Dan heb je dus te maken met orale biologische
beschikbaarheid (opname door darm) en first pass effect
(eerste passage door de lever). Stoffen kunnen door de
lever geïnactiveerd worden maar ook juist worden
geactiveerd van niet-toxisch naar toxisch. Dus
bioactivatie is iets anders dan detoxicifactie/inactivatie.
Enterohepatische kringloop: opname via MDK,
uitscheiding via gal, in de darm worden de
glucuronzuurstukjes eraf gehaald door bacteriële
glucuronidase enzymen, het kan dan worden
uitgescheiden via de darm of juist weer opnieuw worden
opgenomen naar de lever. Dit kan de uitscheiding vertragen. Bij dieren met een actieve enterohepatische kringloop
kan je bij intoxicatie het best een bindende stof geven zoals kool, wat bindt aan de giftige bestanddelen om herhaalde
opname te voorkomen.
Cutane blootstelling kan ook voorkomen, je ziet dan vaak een lokale reactie (huidirritatie) op de plaats van contact,
maar het kan ook door een systemische intoxicatie. In het geval van leverfalen kan ook zonnebrand ontstaan omdat
chlorofylafbraakproducten normaal gesproken worden omgezet in de
lever om inactief te worden uitgescheiden. Phylloerythrine, het
afbraakproduct van chlorofyl, reageert met UV-licht. Als de lever niet
goed werkt blijft daar te veel van over en dan kan je heftige zonnebrand
krijgen als herbivoor.
Inhalatie kan ook, via gassen, dampen of kleine (stof)deeltjes. Dit geeft een lokale reactie (irritatie slijmvliezen en
bovenste luchtwegen) en daardoor hoestklachten en ontstekingsreacties. Maar als het in de alveolaire ruimte komt
dan kan het ook een systemisch effect geven.
Toxicodynamiek
Directe toxiciteit geeft primaire laesies in huid, slijmvliezen of cornea.
Orgaanspecifiek toxiciteit geeft orgaanspecifieke problemen
o De anatomische structuur en fysiologische functies van een orgaan bepalen de (klinisch zichtbare en)
biochemisch meetbare intoxicatieverschijnselen